Precies honderd jaar geleden – Vlissingen, 1919 – veroverde een illustere tweeling het land met hun mystieke kunsten. Acts waarvoor je honderd jaar eerder nog de brandstapel opging, maar waar het volk inmiddels in groten getale op afkwam en graag geld voor neerlegde. Dat is honderd jaar later – Parade Rotterdam, 2019 – bepaald niet minder het geval.

In een volle tent blaast mentalistenduo Rob en Emiel de oude kunsten nieuw leven in. ‘Mét Rob en Emiel-twist’, dus voorzien van een spervuur aan droogkomische (woord)grappen en vrolijk-venijnige publieksinteractie. In de combinatie van mysterieuze goochelacts en oer-Hollandse nuchterheid schuilt een grote kracht van dit goed op elkaar ingespeelde duo. 1919 (de scènes die de voorstelling niet haalden) is een miniprogramma ‘waar geen touw aan vast te knopen is’, behalve dan dat dat touw in kwestie voor de ontknoping van de voorstelling zorgt.

Rob Mollien en Emiel Lensen smeden een aantal korte goochelacts tot een fijn overkoepelend geheel, wat een klein halfuur aan entertainment oplevert. Met zichtbaar plezier betrekken ze het publiek erbij – dat vervolgens vrolijk belachelijk gemaakt wordt, maar zich dat door de sympathieke smoelen van deze theatermakers toch laat welgevallen.

1919 (de scènes die de voorstelling niet haalden) is een vrolijk, pretentieloos goocheltheaterprogramma. Het mystieke anekdotische draadje met het verleden dat ze aanvankelijk opwerpen, blijft helaas een oningelost lijntje. Ook de opeenvolgingen van ontknopingen in de laatste sequentie voel je wat al te duidelijk aankomen (al moet je me niet vragen hoe ze het in hemelsnaam voor elkaar boksen). Een grote klapper of onverwachte wending had deze goochelshow nog wel kunnen gebruiken.

Foto: Diederick Bulstra