De Nederlandse man wordt gemiddeld 78 jaar oud, stelt Herman van Veen nuchter vast in zijn nieuwe theatershow. ‘Weet u hoe oud ík ben?’ Een van de vele lachsalvo’s daverde donderdag door Carré bij de première van De Voorstelling. Inderdaad, hij is 78. Jong, mogen we erbij zeggen, want Herman van Veen is still going strong.

Herman van Veen plofte (in zijn eigen woorden) bijna van vreugde toen hij op 6 mei 1971 voor het eerst een soloshow in Carré mocht brengen. De toen 26-jarige zanger, violist en clown maakte de overstap uit de kleine zaal van het Amsterdamse Concertgebouw op uitnodiging van Louis Dekker, administrateur en de facto artistiek directeur van Carré. Harlekijn heette de voorstelling, twee jaar nadat Herman hoog in de hitparade had gestaan met zijn bewerking van Leonard Cohens ‘Suzanne’. En nu, op 12 januari aanstaande, vult hij de Amsterdamse theatertempel voor de 600ste maal. Een record na de 556 keer dat Toon Hermans er stond. Een mijlpaal die overigens al in 2021 door Van Veen werd overtroffen.

‘Zal dansen wat ik dansen kan’, beloofde de allround podiumkunstenaar in de aankondiging van De Voorstelling. En dansen deed Herman. Koddig, overdreven stram, zwaaiend met doeken en soms ook weer verrassend jeugdig. Zijn show is een veelzijdige combinatie van klassiek variété, nieuwe liedjes met hedendaagse thema’s en fantastische muziek. Spil in zijn gezelschap is Edith Leerkes die sinds jaar en dag dubbelt op viool, keyboard, zang en vooral het beste gitaarspel dat een oude clown zich kan wensen. Ze speelt flamenco, ze speelt funky, ze speelt dienend, ze speelt de sterren van de hemel.

Bassist Kees Dijkstra, violiste Jannemien Cnossen en een groepje ‘stagiaires’ waren er om gewicht te geven aan een programma dat met liedjes en sketches draaide om twee thema’s. Liefde overwint alles en ouder worden is ook maar een mening, peperde Herman van Veen er een avond lang in. In de wachtkamer bij de dokter, maar ook in een dubieus massagesalon waar mannen met een kleur op de wangen naar buiten komen, vond hij inspiratie. Seks op leeftijd voelt voor een man als ‘biljarten met een touw’. Alweer een lachsalvo bij het publiek dat voor een groot deel te jong was om er de diepere nuance van te doorgronden. Herman van Veen kan nooit zomaar gewoon achter de piano vandaan komen. Altijd zal hij twee handen vol confetti hebben om over de voorste rijen uit te strooien.

En dan natuurlijk de liedjes. ‘Suzanne’ doet hij allang niet meer. Te voorspelbaar, te veel nostalgie. Openingslied ‘Windreis’ zette de toon. ‘Je loopt tegen de tachtig / je draaft graag door / en je draagt graag voor’. Zo vatte Van Veen zijn plek in de theaterwereld dapper samen. In de rol van Koos, bokser en volkszanger, zong hij in plat Utrechts de homo-erotische smartlap ‘Lieve Jongen’. Van de hit ‘Zo Vrolijk’ bracht hij alleen het eerste couplet, om bassist Dijkstra daarna uit te foeteren wegens zijn minder dan serieuze achtergrondzang. ‘Liefde van Later’, zijn versie van Jacques Brels ‘Chanson des Vieux Amants’, werd een roerende terugblik op voorbije tijden. Na de pauze sprongen ‘Moeders’ en ‘Alles Wat Je Lief Hebt’ eruit als mooie liedjes met een troostrijke boodschap in hachelijke tijden.

‘Always On My Mind’ van Willie Nelson, gewoon gezongen in het Engels, werd een lied van spijt en terugkijken op een liefde die ooit was. ‘Cirkels’ voerde terug naar 1969 en de (wie kent ze nog?) langspeelplaat waar ook ‘Suzanne’ op stond. Herman van Veen staat niet stil bij die oude wapenfeiten. Zijn conference over neef Giome die door familieverwikkelingen zijn eigen opa was geworden, en ‘een middeleeuws Italiaans gedichtje dat ik gisteren geschreven heb’ maakten er een hilarische, ontroerende en gedenkwaardige avond van. Mick Jagger kan nog iets leren van de grote danser (en violist!) Herman van Veen. Hoe waardig oud te worden, bijvoorbeeld.

Foto: Meisje met de camera