Ergens op de grens van tienerkamer en condo, van adolescentenbestaan en volwassenheid, ensceneerden regisseur Susanne Kennedy en multimediakunstenaar Markus Selg het verhaal van Angela en haar familie – een moeder, een vriendje, een vriendin, en een engel – gespeeld door de violiste Diamanda La Berge Dramm. Labiel en tegelijkertijd bevroren lijkt de wereld waarin het drama Angela (a strange loop) zich afspeelt, deze week te zien tijdens het Holland Festival.

Beeld en geluid vormen een hypnotiserende achtergrond, waarin de personages haast verdwijnen, alsof ze hun best moeten doen zich los te maken uit het decor. Als pop-upfiguurtjes gedrukt uit het papier van de verpakking, blijft het de hele voorstelling lang een raadsel waar hun handelen vandaan komt. Geen van de personages vertoont de trekken van zoiets als een zelfbewustzijn, iedereen lijkt niet verder te kunnen kijken dan de (in digitale dimensies gedrenkte) neus lang is. Er heerst hooguit een soort hyper-bewustzijn, dat ingestudeerd lijkt, of overgenomen is. Games, chatboxes, social media platforms – we kennen het verhaal, raken er soms zelf in verstrikt en anders doen onze kinderen dat wel voor ons.

Influencer Angela is ziek en angstig – de aard van haar aandoening blijft vaag – zodanig dat ze het zelfs niet meer opbrengt om haar volgers nog te bedienen met een vers potje dagelijkse beslommeringen uit haar leven als internet-celebrity. Wat wonderlijk is, want haar lijden zou toch juist kunnen worden uitgemolken. Maar ergens is daar kennelijk een magische grens, waarbij de constante van succes het wint van de uitdaging en het risico van verandering. Doen alsof er niets aan de hand is, gegrepen door werkelijke of juist geveinsde verveling – het is een wonderlijk gebrek aan veerkracht dat de vrouw en haar entourage tot wanhoop drijft. Zelden zag ik lethargie zo tastbaar en overtuigend gestalte krijgen in een voorstelling.

Ixchel Mendoza Hernández schittert in de manier waarop zij Angela’s vervreemde, gemanireerde verhouding tot de wereld gestalte geeft, anderhalf uur die holle bal hooghoudt, en nooit uit haar handen laat glippen. Haar optreden is meer een choreografie van gezichtstrekken en gestes, ledematen en gewrichten. Ook de zinnen komen vreemd gereguleerd uit haar mond, als gecomponeerd geluid. Het zijn weliswaar de stemmen van de acteurs die we horen, maar ze zijn pre-recorded. Herhaling en loop zijn zo in het hart van het optreden van de acteurs ingeschreven.

Het playbacken van de stemmen, het doen van een reeds opgenomen script, staat haaks op de conventionele uitdaging van de acteur, die zich het script juist eigen maakt, een naturel zoekt desnoods, en zo eigenlijk het theater ontkent. Het is de beroemde paradox (van de schijn die werkelijkheid produceert), die Diderot beschreef.

Omdat deze spelers stomweg het script volgen, zoals dat uit zichtbare boxen op het toneel komt, in rollen die iets klagerigs hebben, zo niet wezenloos zijn, zonder dat iemand daar een vraag bij stelt of een conflict over aangaat, krijgen de personages en de voorstelling als geheel ook iets puberaals.

Deuren gaan open en dicht, de personages komen en gaan, er is een dialoogje hier, een dialoogje daar, maar niets beklijft, breekt door, neemt afstand of beschouwt. Alles straalt een onwerkelijke, zeer gecultiveerde fataliteit uit, zoals pubers dat ook zo goed een aantal jaren zuchtend kunnen volhouden – self fullfilling.

Als toeschouwer daar bijzitten, heeft iets flauws. Het gebrek aan perspectief dat de figuren op het podium hebben, vertaalt zich naar een dito gebrek aan gelaagdheid voor de toeschouwer, althans wat betreft het verhouden van de personages die eerder figuren zijn, aan marionetten en poppenspel herinneren. De toeschouwers worden zo gedwongen om zich te verdiepen in wat er nog rest, of nog meer te zien is buiten de voor het dramatische toneel zo vitaal geachte menselijke interactie.

Het decor ademt mee met de gedachten en de gevoelens van Angela, die ook regelmatig veel betekenende blikken richting publiek stuurt, als enige. Visjes huizen in het ingenieus geprojecteerde behang, dat regelmatig verandert en onder andere 3D-animaties van bijna lege zijkamers toont, al claimt Angela dat de rekjes boeken bevatten en ze een bibliofiel is. Er zijn ook grootse uitzichen, en keukenblokken die komen en gaan. Het huiskamerdecor functioneert zo ook als een grote videowand, waar allerlei schermen openen en sluiten, teksten voorbij lopen of over andere beelden heen worden geschreven. Soms doet het geheel dan weer aan een game-environment denken, met een horizon waar het avontuur gloort en de toekomst tegemoet kan worden getreden. Maar op andere momenten wordt het platter en blijft de wereld op het podium redelijk intact, al heb je het gevoel dat alles ieder moment door een screensaver op zijn kop kan worden gezet.

Terwijl je als toeschouwer perspectief blijft zien, en van huiskamer naar zijkamer naar buiten denkt te kijken, zijn in feite alle uitzichten in Angela (a strange loop) een behang, een illusie, een trompe-l’oeil. Op zich geen nieuws in het theater, maar de transformaties houden geen tred met een algemene blik op de personages. Ze hebben eerder een ondergrondse kwaliteit, een soort subjectief superplot, waar de personages als verlamd door worden opgeslokt, of althans Angela. Haar vissekom heeft zeker geen uitgang, ondanks al het in en uit met de deuren.

Een knuffel, die door de moeder beer wordt genoemd maar het uiterlijk van een zilvervos heeft, fungeert niet alleen als Angela’s vertrouweling, maar neemt ook regelmatig de rol van algemene verteller op zich. Via een breedbeeldscherm dat opzichtig links van het midden is opgehangen in een verder aangstaanjagend symmetrisch decor, spreekt de knuffel ons nu als animatie toe, onderwijl met zijn oortjes en neus aangevend hoe serieus, angstig of juist behaaglijk de situatie is. Dat deze prop en enige echte pop op het podium en passent sleutelrollen vervult in het drama, zegt veel over het uiterst ingenieuze werk van Kennedy en Selg.

De ziekte van Angela zou ingebeeld kunnen zijn, de wereld een droom, of zij paranoia. Hoe het ook zij, Angela verdwijnt op een goede dag, wij weten dat een vriendelijk ogende, vioolspelende engel des doods haar heeft meegenomen, maar haar kompanen op het podium hebben geen idee en maken zich tamelijk druk over wat al gauw – ja, ook op het nieuws – tot een ontvoering wordt gebombadeerd. Nu blijkt dat Angela achtendertig is. Ik had haar hooguit zesentwintig gegeven.

Het is moeilijk om je los te maken uit de hypnose van het beeldschoon vormgegeven decor en de speldenprikken die het geluid uitdeelt, naast de dialogen. De deuren hebben een eigen geluid, maar ook het eten wordt versterkt met smakken en ander geborrel. De wonderbaarlijke omkering van de hiërarchie in het optreden van dingen en mensen, details en hoofdact, achter- en voorgrond, bevreemdt niet alleen, maar maakt ook lauw wat ernstig is (ziekte en dood, verlangen en angst).

Waar de soap of de sitcom sentiment met hilariteit combineert, lukt het deze enscenering om zijn publiek zo te fascineren, dat het blijft kijken naar de holle toedracht van een hol bestaan in een holle wereld, zonder dat er enige emotie aan te pas komt. Er is geen relativering, want geen overdrijven, tenzij een rustig volgehouden overdrive. De violiste stelt met zoetgevooisde klanken Angela gerust en begeleidt haar naar de uitgang. Zij is de enige die live over haar stem beschikt, alsof alleen de dood nog een feit is om rekening mee te houden en al het andere een kwestie is van bestaande scripts en customized projections.

Zoals Angela verdwijnt, zo verschijnt ze ook weer, in de huiskamer op het toneel. Of het de hemel is of de hel waar Angela uit terugkeert, lijkt weinig uit te maken. Het brandt vervaarlijk in de doorkijkjes, maar ze keert er ongeschonden uit terug en doet uiteraard alsof er niets gebeurd is. Toch volgen dan een spirituele seance en gezamenlijke dansjes rond een totem opgebouwd uit ineen gehurkte mensfiguurtjes, die eerder als decoratieve kunststukjes door het appartement slingerden.

Het loopen, het herhalen, het vastzitten in niet alleen maatschappelijke of persoonlijke patronen, maar vooral ook in kleine sociale cirkeltjes of bubbels, met de illusie van contact met een buitenwereld via online platforms, is nu al een paar decennia een opkomend en zich steeds verder verbreidend fenomeen. Je kunt geen zorg meer krijgen, geen opleiding meer doen, geen date meer zoeken, geen woning meer vinden zonder online te gaan. Je koopt je schoolschriften online in plaats van even naar een winkel te lopen. Hele volkstammen leven online.

Naast dit verdomde binnenhuis, waar mensen kennelijk ver voorbij de datum puber blijven, op fastfood leven, zich warmen bij een nephaardvuurtje en wie weet ook hele keukens op de wand projecteren, laat Angela (a strange loop) ook voortreffelijk zien hoe we vanuit dat binnenhuis de wereld online afstruinen op zoek naar redding en rituelen die ons weer wat gevoel geven voor iets buiten onszelf. Het is inderdaad op het oog, want virtueel en niet belichaamd, maar een kleine stap van het gemanireerde en overbewuste naar de geleende gestes en frases van minder dominante culturen van elders of ooit.

Voorbij de verslaving aan grote verhalen als in games en series, waar alleen plek lijkt voor winnaars en verliezers, ligt bij Kennedy en Selg een wereld van decors en projecties. Er is geen buiten meer, hier gaat geen held op stap, noch komt er iemand verloren thuis. De buitenwereld wordt ingesteld en uitgerekend. Het spiegelt louter wat jou aangaat, obsedeert of goed doet voelen. De wonderlijke verveling die van dit narcisssme het gevolg is, moet dan met geleende rituelen van exotische anderen worden aangekleed.

Naast de knappe inzet en uitvoering van deze realitygame op toneel, laten Kennedy en Selg ook zien hoe vanzelfsprekend onaanraakbaarheid is geworden in deze van animatie en projectie aan elkaar hangende omgeving. In de sitcom van Angela raakt niemand elkaar aan, is er geen ruzie, worden er geen vragen gesteld, zorgt niemand werkelijk voor iemand en is iedereen even welkom als alleen. Bij nader inzien zat de vriendelijke engel des doods waarschijnlijk ook gewoon in het pakket. Al met al een waanzinnig visioen dat in the making misschien wat wezenloos aandoet, maar je vervolgens niet meer loslaat.

Foto: Julian Röder