Ola Mafaalani gaat vandaag niet op. Vandaag had bij Opera Zuid een belangrijke première plaats zullen vinden: de in Nederland maar weinig gespeelde opera A Midsummer Night’s Dream van de Engelse componist Benjamin Britten. Dirigent Karel Deseure, regisseur Ola Mafaalani. Het had haar operadebuut moeten zijn. Maar het ging voorlopig niet door, vanwege corona. Zoals twee maanden geleden bij DNO haar regie van The Seven Deadly Sins van Kurt Weill en Bertolt Brecht werd afgelast, met sopraan Eva-Maria Westbroek en actrice Anna Drijver als Anna I en II in het OFF-festival.

Ola Mafaalani is de schok nog niet helemaal te boven. Zij logeert nu tijdelijk in Dortmund, waar haar broer woont. Zij beleeft de gehele situatie als een slechte midzomernachtsdroom, waaruit zij iedere keer hoopt wakker te worden, net als het jonge meisje Hermia in Shakespeares wrange blijspel. En dat het dan allemaal maar een droom is geweest. ‘Plotseling staat je hele wereld op z’n kop. Hermia begrijpt er niets van. Haar man is haar man niet meer, hij wil haar niet meer zien, hij haat haar plotseling. Zo ongeveer is het ook voor mij, ineens is het gevaarlijk geworden om iets moois te maken. Gevaarlijk voor de mensen voor wie ik het wil maken.

Bij The Seven Deadly Sins was alles al volkomen klaar. Ik dacht dat we het alleen maar even uit zouden stellen. Maar ook bij de Midzomernachtsdroom stond ik er helemaal klaar voor. Als regisseur train je jezelf om alle medewerkers te kunnen inspireren en veel mensen die om je heen staan met hun psychologie en opinies te kunnen overtuigen. Het is echt topsport en dan wordt het je in één klap uit handen geslagen. Mijn treurigheid daarover duurde best lang. Het verbaasde mij zelf hoe graag ik het had willen maken. Nu eer ik liever de leegte dan dat ik hem opvul. Natuurlijk, ik wil ook niet dat het publiek wordt geïnfecteerd. Maar er is een probleem tussen wat mijn hoofd begrijpt en wat mijn hart wil doen, dat loopt niet synchroon.’

Dat er heel veel mensen zouden meedoen aan deze Midsummer Night’s Dream maakt het volgens Mafaalani nog moeilijker. ‘Heel veel solisten, al die orkestleden, vooral de houtblazers kunnen het virus, mochten ze geïnfecteerd zijn, verder verspreiden. En dan is er het kinderkoor. Die kinderen stonden ook allemaal klaar, ze verheugden zich erop. Ze staan de hele voorstelling op het toneel te koken, ze maken chocola. Ik heb ze in deze opera een hoofdrol gegeven. Zij kennen zelf de romantische liefde nog niet, maar ze zien al die vormen van liefde in het stuk. Ze kijken naar hun eigen toekomst. Ze maken die chocola voor de bruiloft van het koningspaar en vragen zich gaandeweg af: Wat doen die mensen toch allemaal? Zou ik later ook zo worden? Daardoor kijken wij via het kind dat we zijn geweest naar wat liefde is. Bij mij zijn het geen elfjes. Hun leven is nog niet bestemd. Ze kunnen nog van alles worden: vuilnisman, arts of moordenaar… Alles is nog mogelijk.’

In het toneelstuk van Shakespeare is, net als in de huidige situatie, veel onbestemd. ‘In het begin vechten Oberon en Titania om een kind. Daardoor wordt de orde van de wereld door elkaar geschud, net zoals nu met corona. Om de orde te herstellen komen er druppeltjes aan te pas, daardoor ontstaat er een nog grotere chaos. Niemand weet meer wat te doen. Het publiek zal de situatie herkennen. Via Hermia zien we die verwarring. Toen zij ging slapen hield haar man van haar, toen zij wakker werd was niets meer hoe het was. Die verwardheid kennen wij nu allemaal. In de wereld met covid-19 staat de wereldorde totaal op z’n kop. Dat is geen droom, dat is precies wat wij nu meemaken. We willen wakker worden. Ik droom nog steeds dat ik iedereen moet uitleggen dat er een of ander virus is dat de wereld tot stilstand heeft gebracht. En iedereen lacht me uit.’

A Midsummer Night’s Dream had samen met The Seven Deadly Sins Mafaalani’s debuut als operaregisseur moeten zijn. ‘Het was wel out of the box wat ik deed. Maar ik werk vanuit de inhoud, dus als ze me vragen waarom ik iets doe, dan kan ik zeggen: “Omdat het ook in het echte leven zo is, zo heftig, zo extreem.” De mensen in het publiek zijn allemaal ervaringsdeskundigen. Je ziet al die variaties van liefde die Shakespeare beschrijft en Britten heeft zich daar helemaal aan gehouden. Daardoor heeft deze opera een complexheid die heel aangenaam is. Maar Benjamin Britten heeft niet alles ingevuld met pauken of violen. Als luisteraar heb je ruimte om je af te vragen of het allemaal wel zo erg is. Hij beweegt zich op een heel dunne lijn, het kan nog alle kanten uitgaan.’

Ondanks dat dit geen politiek stuk is, staat ze bekend als een geëngageerde theatermaker. ‘Geëngageerd? Zo wilde ik ook nooit worden genoemd, dat is zo’n cliché. Als je je niet engageert voor de liefde, in al zijn vormen, weet je niet waarvoor je je wel engageert. Van de eerste verliefdheid tot het huwelijk van het koningspaar en alles wat daar tussen in zit, inclusief homoseksuele relaties en zelfs een seksscène met een ezel, dat staat allemaal in het stuk. En dat nu gezien vanuit de kinderen.

Over twee jaar zal de première alsnog plaatsvinden. Ik had geen zin iets over deze Midsummer Night’s Dream op internet uit te brengen, voor mij leeft opera en theater alleen door een collectief dat samen ademt. Wat je meemaakt bij opera, dat kan je eigenlijk normaal alleen beleven met je eigen partner, dat je een gemeenschap vormt. Opera kan dat collectief maken, maar dat gaat alleen als je in het moment met elkaar ademt. Die gemeenschappelijk beleving heeft een cd niet. Bij cd’s heb je mij niet nodig.

Ik begrijp het, dat wij nu niet met zoveel mensen bij elkaar moeten komen. Maar ik vind het heel treurig als ik langs het Muziektheater in Amsterdam loop en het zo leeg zie staan. Er is blijkbaar nog niets uitgevonden waar je in korte tijd zo van kan groeien als van theater. Maar de kunstenaars houden zich nu allemaal stil, omdat wij intellectuelen zijn en die schreeuwen niet zo hard. Maar zonder hulp gaat niemand het redden, dat geldt voor het hele culturele veld.

In Duitsland heeft Angela Merkel prioriteit gegeven aan de cultuur. Zij wil dat de beschaving blijft, covid-19 of niet. Ik heb respect voor Rutte, ik steun hem, maar hij vergeet meestal dat er nog zoiets als kunst en cultuur is. Toch kwam ook Obama hier langs speciaal om het Rijksmuseum te zien. Maar ik ben niet ongelukkig, nu, ik heb niet het DNA om ongelukkig te zijn. Ik hoef maar te kijken naar een boom in de wind, en ik ben zielsblij.’

Foto: Susan Schuls