Ola Mafaalani gaat samen met Adelheid Roosen de artistieke leiding vormen van Zina. Mafaalani gaat de komende vier jaar bij het gezelschap meerdere producties initiëren en regisseren. Ze wordt ook medeverantwoordelijk ‘voor de maatschappelijke impact en de artistieke eigenzinnigheid van de theatergroep’. 

Mafaalani (1968) was van 2009 tot 2017 artistiek directeur van het Noord Nederlands Toneel, waar ze onder meer de theatermarathon Borgen (2016) maakte. Na haar vertrek uit Groningen creëerde ze bij het Berliner Ensemble Les enfants du Paradis (2018), naar Marcel Carnés magnum opus. Ook regisseerde zij opera’s als Kurt Weills The Seven Deadly Sins bij De Nationale Opera en Benjamin Brittens A Midsummer Night’s Dream bij Opera Zuid, die door corona nog niet konden uitkomen.

In haar roemruchte ‘Staat van het Theater’ in 2015 haalde Mafaalani flink uit naar de Nederlandse theaterwereld en vroeg aandacht voor de vluchtelingen in Europa. In 2016 ontving ze de Prosceniumprijs voor haar wezenlijke bijdrage aan het Nederlands theater. Ook is ze lid van de Akademie van Kunsten van het KNAW.

Mafaalani en Roosen zijn volgens het gezelschap ‘artistieke geestverwanten’. ‘Het directe contact met publiek is wat hen beiden wakker houdt. Ze zijn op hun gelukkigst als de scheidslijn tussen publiek en acteur onzichtbaar is, en daarmee de belevingservaring optimaal’. Roosen speelde onder meer in de regie van Mafaalani een aantal rollen bij (toen nog) Toneelgroep Amsterdam. Als artistiek directeur van het Noord Nederlands Toneel regisseerde Mafaalani de coproductie Zina Neemt de Wijk (2010). Voor Mafaalani’s De Laatkomer (2014) maakte Roosen Iets Zachts, een levende installatie met Groningse senioren.

Mafaalani’s eerste productie bij Zina wordt Wanted (2021), waarin zij Roosen regisseert in haar zoektocht naar een man. Naast haar artistieke werk bij Zina zal Mafaalani ook opera’s blijven regisseren.

Mafaalani en Roosen zullen samenwerken met de makers en medeoprichters van Zina, Myriam Sahraoui en Nazmiye Oral, en met zakelijk leider Bregtje Bos.

Foto: Leendert Vooijce