Ellen Walraven wordt artistiek directeur van Theater Rotterdam. Zij stuurt vier artistiek leiders aan, die ieder een eigen platform leiden: Walther van den Heuvel (Programmering), Bianca van der Schoot (Makers & Innovatie), Tanja Elstgeest (Talentontwikkeling) en Johan Simons (Europees platform). Vanaf 1 januari 2017 vormt Walraven met een nog te benoemen operationeel directeur en een algemeen directeur de directie. 

Theater Rotterdam – een fusie van de Rotterdamse Schouwburg, Ro Theater en Productiehuis Rotterdam – presenteerde zich vandaag met een divers ensemble van kunstenaars, onder wie Boogaerdt/VanderSchoot, Wunderbaum, Simons, Erik Whien, Davy Pieters, Pieter Kramer en Marjolijn van Heemstra. Naast deze makers, wier werk voortaan door Theater Rotterdam wordt geproduceerd, is er ook een roster van coproducerende partners, bestaande uit Lotte van den Berg, Ward/Ward (Ann Van den Broek) en Schwalbe. Urland en Back Bone (het gezelschap van Alida Dors) maken voorstellingen binnen het talentontwikkelingstraject.

Als eerste instelling in Nederland brengt Theater Rotterdam hiermee productie, presentatie en talentontwikkeling samen in één organisatie. Er ligt een gezamenlijke subsidieaanvraag voor een plek in de basisinfrastructuur bij het ministerie van OCW en vanaf mei is er één raad van toezicht. De nieuwe organisatie vraagt 17 miljoen euro subsidie aan, 2 miljoen meer dan het huidige subsidiebedrag. 1 miljoen extra wordt gevraagd binnen de basisinfrastructuur (het Ro Theater is nu een middelgrote groep met 1,6 miljoen euro subsidie, Theater Rotterdam vraagt 2,6 miljoen als grote instelling). 0,5 miljoen wordt gevraagd in het kader van de nieuwe mogelijkheid voor productiehuizen, de gemeente Rotterdam moet 0,5 miljoen extra inbrengen. Dit is nog buiten de bedragen die de partners aanvragen bij het Fonds Podiumkunsten.

Walraven benadrukte dat de nieuwe organisatie mogelijkheden biedt voor interdisciplinair en internationaal werken. Ze wil de onderlinge samenwerking tussen de kunstenaars bevorderen en context bieden voor hun werk, door het publiek meer te betrekken in de hele keten van maken en tonen. Theater Rotterdam gaat vier zalen programmeren: grote zaal, kleine zaal en studio in de schouwburg, plus het huidige Ro Theater. Alle huidige merknamen gaan verdwijnen.

Bianca van der Schoot zei gekozen te hebben voor makers die hybride vormen hanteren, ‘waarbij niet direct zichtbaar is of een werk theater, dans, beeldende kunst of een uiting op internet is’. Ze sprak over het gezelschap als ‘een bouwput waar heien het basisprincipe is’ en ‘een haven van tijdelijke praktijken’. Theater Rotterdam wordt volgens haar geen Nederlandse pendant van een Duits Stadttheater, maar heeft een flexibeler, meer hybride vorm. ‘Ik hoop dat het cultuurbeleid ons hierin wil volgen.’ Daarnaast blijft Pieter Kramer nog vier jaar een familievoorstelling maken rond de feestdagen.

Johan Simons gaat een Europees platform ontwikkelen, in samenwerking met NTGent en Schauspielhaus Bochum (in Gent is hij artistiek leider, in Bochum vanaf september 2018 ook). De samenwerking moet vorm krijgen in een jaarlijkse grote coproductie en daarnaast in een organische uitwisseling van makers, spelers en groepen. Over zijn stapeling van functies zei hij: ‘Ach, ik doe niet meer dan ik altijd heb gedaan, het is alleen nu wat meer verspreid.’ Een eerste internationale coproductie is Cosmopolis, naar de roman van Don DeLillo, dat hij maakt met Wunderbaum, NTGent en de Ruhrtriennale. Voor de eerste coproductie met Bochum droomt hij van een theaterbewerking van De Toverberg van Thomas Mann.