Acteur Cas Enklaar is woensdag op 79-jarige leeftijd overleden. Enklaar schreef toneelgeschiedenis als een van de oprichters van de  ‘Koöperatieve Vereniging’ Het Werkteater, waaraan hij vijftien jaar verbonden bleef. Daarna speelde hij onder meer bij Baal, Toneelgroep Amsterdam en Nieuw West. Hij was al langere tijd ziek.

Na drie jaar kunstacademie en daarna de Amsterdamse Toneelschool, debuteerde Cas Enklaar (1943, Den Helder) in 1968 bij toneelgroep Centrum. Een jaar later vond Aktie Tomaat plaats, wat uiteindelijk leidde tot grote veranderingen in de theaterwereld. In 1970 was Enklaar een van de oprichters van het Werkteater. Geïnspireerd door The Open Theater en The Living Theatre uit New York, zette hij een theaterlaboratorium op met ruimte voor improvisatie, controversiële thema’s en interactie met het publiek in onder andere ziekenhuizen, gevangenissen en buurthuizen. Onder meer Joop Admiraal, René Groothof, Peter Faber, Marja Kok, Shireen Strooker en Gerard Thoolen waren collega’s.

Regisseurs, directeurs, toneelteksten en premières gingen in de ban. Ook alles wat hen als acteur was aangeleerd werd overboord gezet. In die tijd ontwikkelde Enklaar zijn later kenmerkende manier van spelen, die dicht bij hemzelf lag. ‘Er is nog steeds een hele sterke innerlijke logica bij mij die ik altijd volg. Die houdt ten eerste in dat je alles altijd geloofwaardig doet, niets geforceerd. En dat je speelt wat er ontstaat tussen jou en je tegenspeler, en niet je rol’ zei Enklaar vorig jaar nog in een interview met theatermaker Bo Tarenskeen. ‘Mijn overtuiging is dat je gewoon als jezelf moet praten op het toneel. Ik val op acteurs als het persoonlijk is. Hoe goed of hoe slecht, dat maakt me allemaal niet uit, als het maar persoonlijk is. Dat jij het bent die daar staat.’

In 1985 stapte Enklaar over naar Toneelgroep Baal en twee jaar later naar Toneelgroep Amsterdam. Daarna speelde hij bij steeds verschillende gezelschappen en producenten, waaronder de Toneelschuur, Bos Theaterproducties, Het Zuidelijk Toneel en Hummelinck Stuurman. Bij Carrousel werkte hij vaak samen met regisseur Matin van Veldhuizen. Vanaf 1992 maakte hij samen met actrice Els Ingeborg Smits als duo ‘Bas & Elze’ drie voorstellingen over oudere acteurs.

De laatste jaren was Enklaar te zien in meerdere productes van Nieuw West van Marien Jongewaard, zoals Ko, Love, Amateurs en Hoer. In hetzelfde interview met Tarenskeen noemde hij zijn samenwerking met Jongewaard de meest dierbare van de laatste jaren. Met Jongewaard, en ook René van ’t Hoff en Maureen Teeuwen, speelde Enklaar in 2018 ook het indrukwekkende Liefdesverklaring (voor altijd). De vier spelers die samen een flink deel van de geschiedenis van het theater in dit land belichamen brachten een ode aan het theatervak en maakten de balans op van hun relatie met het publiek.

Enklaars laatste rol in het theater was die van Nagg in Eindspel bij Theater Rotterdam in 2019. De voorstelling, ‘waarin de acteurs stuk voor stuk aan zichzelf ontstijgen’, behoorde tot de officiële juryselectie van het Nederlands Theater Festival. De terugkerende schaterlach van Enklaar om zijn eigen grappen werkte ‘ontwapenend en ontregelend’. Voor de succesreprise van Eindspel afgelopen seizoen was Enklaar te ziek en werd hij vervangen door Gerardjan Rijnders. Vorig jaar werd bij Enklaar slokdarmkanker geconstateerd.

Naast zijn theaterwerk, speelde Enklaar in meerdere film- radio- en televisieproducties. Hij maakte onder meer deel uit van de vaste ploeg van regisseur Theo van Gogh en stond in diens Medea, Terug naar Oegstgeest en Een dagje naar het strand.

Als schrijver en fotograaf legde Enklaar grote delen van zijn leven zelf vast. Over het Werhtheater schreef hij bijvoorbeeld het boekje Brieven en foto’s: Het Werkteater 1980-1985. In 2008 bracht hij het openhartige Huizen en Herinneringen (Uitgeverij Prometheus) uit, met foto’s en verhalen van zijn Amsterdamse (nacht)leven.

Vorig jaar sprak Bo Tarenskeen voor Theaterkrant Magazine met Cas Enklaar over zijn kunstenaarschap, over zijn tijd bij het Werkteater, over toneelspelen. Foto: Carry Gisbertz