Het mag geen verwondering wekken dat in deze tijden – waar het verlangen naar totalitaire regimes overal zijn kop opsteekt en waar de komende grote verkiezingsgolf tot ernstige bezorgdheid leidt – er een aantal producties te zien zijn rondom Jarry’s Ubu, en Shakespeare’s Macbeth. De ingrijpende Macbeth-bewerking van Tom Blokdijk voor Theater Mooi Weer verwijst impliciet naar modernere voorbeelden dan die uit het eind zestiende-eeuwse Schotland.

Dat is niet het enige element: ook de rol van Lady Macbeth heeft in deze bewerking een veel prominentere plek gekregen. Niet alleen koestert Macbeth door haar toedoen zijn machtsambitie, de Lady wordt zelfs het instrument van de koningsmoord, daar waar Shakespeare haar alleen de bewijsstukken laat manipuleren.

In grote stappen wordt vervolgens een bloedige ondergang vertoond, waarbij de Lady steeds de drijvende kracht is die de idealist Macbeth vooruit dwingt richting dictatorschap. Dat zij daarbij seks als wapen inzet wordt in de scènes van het echtpaar door regisseur Eva Lemaire breed uitgemeten in een woeste en tegelijkertijd beheerste choreografie.

De hele intrige is ingedikt en geconcentreerd op de verhouding tussen de Lord en de Lady, het is hun relatie die centraal staat, vanaf de beraming van de moord op de koning tot en met de waanzinscène en zelfmoord van de Lady na de ontdekking dat haar echtgenoot minder gebrek aan daadkracht aan de dag heeft gelegd dan zij gedacht had bij de verwerking van de dood van hun zoon op het slagveld: ook het aanvankelijke idealisme van Macbeth blijkt overschaduwd door een verzwegen oorlogsmisdaad.

Het intieme theater-met-eettafels van dit gezelschap is voor deze voorstelling zodanig ingericht dat het publiek op de tribune zicht heeft op een diep toneel, dat benadrukt wordt door naar baroktoneel verwijzende zwarte smalle coulissen met een grillig uitgezaagd silhouet. Er wordt aan het begin (en later in de voorstelling) meerstemmig gezongen en van meet af aan wordt het publiek, dat dicht op de handeling zit, onthaald op buitengewoon expressionistisch, haast Grand Guignol-achtig toneelspel, dat de hele voorstelling door strak volgehouden wordt.

Het duurt even voordat je je overgeeft aan het geweld van deze speelstijl in de beperkte ruimte van dit vlakke-vloer-theater. Dat een aantal teksten, zoals die van de voorspellende heksen, in koor gezegd worden, doet afbreuk aan de zeggingskracht. Ze raken ondergesneeuwd in de energieke choreografie en de luidruchtige tekstbehandeling. Maar gaandeweg valt de keuze op zijn plaats: de aan hysterie grenzende speelstijl is een vertaling van de manier waarop we heden ten dage overspoeld worden door hitsige reclame, opgepompte presentaties, sensatiebeluste talkshows en de overtrokken media-aandacht op zoek naar wat voor emotie, gevoel, passie moet doorgaan. De acteurs lijken in deze stijl ook geen contact met elkaar te maken: iedereen wil de hele tijd het hoogste woord en is alleen met zijn eigen agenda bezig. In dit overprikkeld tijdsgewricht gaan we uiteindelijk allemaal op elkaar lijken.

Eigenlijk is daardoor weinig ruimte om rollen als individuen neer te zetten: álle rollen zijn onderworpen aan vergelijkbare driften, passies en ambities en die worden allemaal voor de volle honderd procent geëtaleerd. In de grote monologen van de Lady, indrukwekkend vertolkt door Beaudil Elzenga, pakt dit het beste uit. De keuze om de beroemde waanzinmonoloog uit het vijfde bedrijf als in een obsessieve loop te herhalen en te herhalen met daarbij een virtuoze haast gedanste maar totaal onthechte gestiek, wordt daarbij prachtig tegengekleurd door Jurriaan van Seters als Macbeth die totaal in zichzelf gekeerd en gelaten in een hoekje op de grond ligt. Dit was een van de zeldzame momenten waarop de acteur kwetsbaarheid mag tonen te midden van de golven emotioneel geweld.

Foto: Maarten Laupman