Hij leeft in zijn auto. Wanneer hij stopt om een halve kip te kopen, raakt hij onder de indruk van het meisje achter de kassa. Zij komt eerst fel uit de hoek, maar is ook nieuwsgierig. Hij heeft niets anders dan zijn auto en blijft het liefst voor altijd rijden. Zij is ooit weggelopen van huis, maar staat nu stil. In Wrakstuk zien we de ontmoeting tussen twee mensen die niet gezien worden door de wereld. Ze hebben van eenzaamheid een levensstijl gemaakt, maar hebben nu elkaar gevonden.

Beiden proberen de realiteit te ontvluchten. Hij (Jordy Vogelzang) doet dat door te rijden met zijn ogen dicht, zo hard mogelijk. Zij (Nadia Babke) droomt ervan om nooit meer met iemand te praten. Wanneer ze elkaar tegenkomen, verwacht je als toeschouwer half dat het een intiem liefdesverhaal wordt. Hij is ongemakkelijk met vrouwen, weet zichzelf geen houding te geven. Zij staat steviger in haar schoenen, maar ze heeft een triest verleden. Ze is dromerig en ongrijpbaar, ze lokt mannen door zich in mysterie te hullen.

Het lijken elementen uit een arthouse film, waarin de twee op hun eigen, onconventionele manier samen gelukkig kunnen worden. Hij fantaseert daar hardop over: ‘Ik met een gitaar die met een veter op mijn rug hangt, zij met vieze cowboylaarzen en een zomerjurk.’ Misschien rijden ze wel samen de zonsondergang tegemoet in zijn auto. Tegelijkertijd voel je ook dat dit niet kan. Deze personages zijn te weinig bezig met de ander om echt verliefd te worden. Hun ontmoeting is dan ook meer een ‘samen eenzaam zijn’, met af en toe een glimp van puur menselijk contact.

Wrakstuk is rauw, en dat komt grotendeels door de locatie. Achter het huiskamercafé waar het publiek ontvangen wordt, bevindt zich geen theaterzaaltje maar een garage-achtige ruimte. Het is er grijs en het speelvlak loopt ver door naar achteren. Links is een helling, waarop een indrukwekkend autowrak ligt. De ruimte geeft Wrakstuk precies de juiste sfeer: een kille en verlaten parkeerplaats of benzinestation, ’s avonds laat. De plek voelt net zo verlaten aan als de personages zelf. Het voelt alsof zij in een andere wereld leven, een schaduwzijde van onze realiteit.

Behalve de jongen en het meisje is er ook een violist, Kilian van Rooij, die de dialogen ondersteunt met muziek. Waar de personages, hun kleding, de wrakstukken van de auto en de betonnen ruimte perfect in hetzelfde plaatje lijken te passen, creëert de vioolmuziek een boeiend contrast met het geheel. Aan het begin speelt Van Rooij sereen, maar zijn muziek wordt feller en grimmiger, een voorbode voor het tragische einde waar Wrakstuk onvermijdelijk naartoe werkt.

Wrakstuk, geschreven door Vogelzang en Babette Engels, vertelt een verhaal in flarden. Het is niet altijd duidelijk waar de jongen en het meisje zich bevinden of waarom ze daar zijn. Vaak lijken de personages het antwoord zelf ook niet te hebben. Het plot is daarom niet altijd goed te volgen. De scène waarin de jongen een motorrijder volgt naar een bordeel en daar het meisje opnieuw tegenkomt, komt bijvoorbeeld niet helemaal uit de verf. Wie was de motorrijder? Was het meisje daar ook echt, of dacht hij alleen aan haar?

Maar de vaak lastig te plaatsen scènes zorgen er ook voor dat je je als toeschouwer niet bewust bent van het verloop van tijd. De sfeer van een nachtelijke zwerftocht wordt op die manier goed neergezet, alles voelt een beetje aan als een droom. Het plot is wat dun en soms onbegrijpelijk, maar de personages worden overtuigend gespeeld, en in de regie van Engels is de tragische sfeer ijzersterk.

Foto: Bart Grietens