Een pure, zuivere toneelvertelling, dat is Westerbork serenade van Edwin de Vries. Het decor bestaat uit een tafel en wat meubilair. De acteurs nemen van een kleedrek dat op de achtergrond staat een kostuum, als ze van rol verwisselen. Edwin de Vries zelf vertolkt de rol van zijn overleden vader, de Joodse regisseur, verzetsman en acteur Rob de Vries (1918-1969).

Rob de Vries was nog geen tweeëntwintig toen de oorlog begon. Als acteur trad hij op in de Hollandsche Schouwburg waar hij verliefd werd op het Joodse meisje Hannelore Cahn, een vluchteling uit Duitsland. Ook zij raakt geïnspireerd door het theater. Op wonderbaarlijke wijze zal het theater haar door de oorlog heen helpen en wordt ze vanuit Westerbork niet gedeporteerd naar Auschwitz. In het doorgangskamp sluit ze zich aan bij het Westerbork Cabaret.

De zoon van Edwin de Vries, Sam de Vries, speelt de rol van zijn grootvader toen hij in de twintig was. Machiel Rodenburg vertolkt de rol van Hannelore. Klarinettist Timo Tromp begeleidt de voorstelling op ingetogen wijze. Een enkel lied, zoals de ‘Westerbork serenade’ en ‘Mijnheer Dinges weet niet wat swing is’, verlevendigen de voorstelling maar geven er ook een diepere, tragische kant aan. Ze zijn geschreven door het jazz-duo Johnny & Jones, dat ook in het kamp gevangen zat, maar zij overleefden de oorlog niet.

Regisseur Mette Bouhuijs weet de soberheid van het verhaal toch theatraal en met spanning te verbeelden. Het is een waardige voorstelling, die terecht een opvoering krijgt op 4 mei tijdens Theater Na de Dam en ook op Bevrijdingsdag. Ik zag de voorstelling in een van de mooiste toneelzalen van ons land, die van Schouwburg Ogterop in Meppel. De akoestiek is er perfect en de intimiteit van het verhaal komt fraai tot recht.

Spannend is de onwaarschijnlijkheid van het biografische verhaal. Als Hannelore tijdens een razzia in Amsterdam wordt opgepakt en naar Westerbork wordt gestuurd, zijn de jonggeliefden de wanhoop nabij. Rob de Vries zit in de verzetsgroep Luctor et Emergo. Hij besluit met valse persoonsbewijzen naar het kamp te gaan om Hannelore te bevrijden, en dat lukt. Hij weet de machinist van de posttrein ervan te overtuigen dat het meisje uit het kamp moet worden gehaald, want ze ‘weet te veel van het verzet’. Als ze doorslaat, verraadt ze alle namen. Verborgen onder een postzak rijdt ze het kamp uit. Hoewel Rob haar bevrijding als een heldendaad beschouwt, brengt hij het leven van onder andere de machinist in gevaar.

Dit verhaal tekende Edwin de Vries eens op uit de mond van zijn vader. Maar het vervolg hoorde hij van Hannelore Cahn zelf, die hij op haar tachtigste jaar interviewde in New York voor een film over zijn vader. Die film is er nooit gekomen, het toneelstuk wel. Cahn is uit haar Amsterdamse onderduikadres teruggekeerd naar het kamp, want kampcommandant Albert Konrad Gemmeker eiste dat ze terugkeerde, anders zou het hele Westerbork Cabaret gedeporteerd worden.

De rolwisselingen zijn vaardig en boeiend gedaan. Elk personage komt tot leven en het relaas van Edwin de Vries over de transformatie van de Hollandsche Schouwburg van speelplek van Joodse acteurs voor een Joods publiek tot deportatie-plaats is aangrijpend. Het dilemma van Hannelore tussen haar liefde voor Rob de Vries en haar loyaliteit aan het Cabaret vertolkt Machiel Rodenberg sterk. Het levensverhaal van Hannelore Cahn komt nu niet voor de eerste keer voor het voetlicht: eerder schreef Steffie van den Oord het rijk gedocumenteerde boek Westerbork Girl (2003) over haar levensverhaal en ze maakte er een VPRO-documentaire van. In haar boek komt de kamprevue prachtig tot uitdrukking. Bij de credits van deze voorstelling staat haar boek echter niet genoemd. Het verhaal is zonder meer ongelooflijk boeiend, en de voorstelling een verrijking.

Foto: Bert Nienhuis