Wat betekent liefde? Iemand de waarheid vertellen of proberen die waarheid voor de ander draaglijker te maken? Die vraag dringt zich op tijdens de intieme voorstelling Volim te (ik hou van jou). Ondanks dat het hier en daar wel erg letterlijk wordt, biedt deze voorstelling boeiende denkstof over trauma, liefde en identiteit.  

Het publiek neemt plaats rondom een verzonken woonkamer, waar alles blauw is: van het meubilair en de planten tot aan het servies op tafel. Het sorteert meteen een vervreemdend gevoel, dat mooi aansluit bij het magisch-realistische karakter van deze voorstelling. In Volim te (ik hou van jou) ontmoet Ena (gespeeld door Gonca Karasu) haar vader (Vanja Rukavina), die in 1995 vermoord is in Srebrenica. Ena en haar moeder vluchtten daarna naar Nederland. Inmiddels is Ena volwassen, krijgt ze zelf een kind en staat op het punt om haar oorlogsverleden van zich af te schudden.

Dat doet ze aanvankelijk nogal letterlijk, door objecten uit haar jeugd – een telescoopje, Flippo-map, een oude knuffel – in een vuilniszak te stoppen en op straat te zetten. Maar dan staat er een man voor het huis, zijn keurige overhemd ontsierd door een enorme wond ter hoogte van zijn borst. Het is haar vader, die haar perspectief op haar verleden wil kantelen. ‘We zijn onze oorlog’, zegt hij aan het einde, ‘maar we zijn ook méér dan onze oorlog.’

Daar tussenin tuigt hij een fantasierijk verhaal op, waarin hij geen slachtoffer is van een bloederig oorlogsverhaal, waar in Nederland bovendien nauwelijks over gepraat wordt, maar waarin hij een held is die de wereld van een catastrofale ondergang redde. Geen ruim 8000 dode lichamen, maar 8000 eenmansraketten die op een grote meteoriet afstevenen en zo een apocalyps voorkomen. Iets om trots op te zijn. Ena gaat daar niet zonder meer in mee, al is het voor even ook een verleidelijk alternatief. Want haar vader mag dan wel vinden dat hij de wereld heeft gered in zijn ruimtevaartverhaal, maar de realiteit is dat de wereld hem niet is komen redden, toen het ertoe deed, destijds in Srebrenica.

Zo is Volim te (ik hou van jou) behalve een verhaal over de oorlog in Bosnië, een verhaal over een oorlog die binnenin iemand woedt: een coming of age van een ontwortelde vrouw. Toneelschrijver Vera Morina zet daarmee ambitieus in. Ze schiet heen en weer tussen meer universeel intermenselijk drama en concrete oorlogsreferenties, verpakt daarin kritiek op Nederland en de worsteling van een vrouw met een biculturele achtergrond én een oorlogsverleden.

Het is jammer dat de makers de neiging hebben te veel in letterlijkheid te vervallen: van de bloederige wond op de borst van de vader of het liedje ‘Vrij zijn’, tot het letterlijk uitvoeren van de vrij banale metafoor van de vuilniszak met jeugdherinneringen. Ook de taal is soms erg expliciet: Morina laat haar personages via mooie observaties en omfloerste verwijten, in omtrekkende bewegingen om hun inzichten heen cirkelen, maar benoemt uiteindelijk vrijwel alles.

Regisseur Abdel Daoudi focust op de emotionaliteit tussen de personages, maar maakt daarin soms voorspelbare, al te statische keuzes. De scène waarin de vader samen met haar dochter het heldenverhaal vormgeeft, markeert een belangrijke ontwikkeling tussen de personages – ze vinden elkaar weer even terug: in regie van Daoudi is dit moment weliswaar esthetisch geënsceneerd, maar ook afstandelijk, en wars van onderlinge speelsheid.

Ondanks die bezwaren is Volim te (ik hou van jou) een boeiende en integere exploratie naar leven met trauma’s en liefde. Het verhaal van de jonge vrouw die zich realiseert dat ze méér is dan het trauma dat ze in zich draagt, komt, mede door het ingeleefde spel van Karasu en Rukavina, op momenten stevig binnen. De liefde en het verdriet die inherent zijn aan deze onwerkelijke ontmoeting, zijn wezenlijk en versterken elkaar voortdurend.

Foto: Bart Grietens