Als het publiek de zaal binnenloopt, zit actrice Wendell Jaspers quasi-onopvallend in de hoek. Ze werpt op een provocerende manier keurende blikken op de passerende mannen, zoals mannen dat kunnen doen bij vrouwen. De toon is meteen gezet: Kaap furie stelt seksuele intimidatie aan de kaak.

Johanna Hagen en Wendell Jaspers spelen twee zussen die op internationale vrouwendag een trein kapen, als reactie op een nieuwsbericht over de aanranding van een zestienjarig meisje door een spoorwegbeambte. De ene zus trekt midden in een polderlandschap aan de noodrem en de andere bindt een conducteur vast in de tweedeklascoupé. Het begint als een uit de hand gelopen grap maar via social-media groeit het uit tot een breed gedragen protest tegen seksuele intimidatie. De vrouwen posten ludieke foto’s en #treintjekapenkusjesvragen ontwikkelt zich tot een virale hit.

De gegijzelde conducteur, een mooie rol van Leòn Ali Cifteci, is een toonbeeld van vrouwvriendelijkheid en sympathiseert met zijn gijzelaars. De actie is dan ook niet tegen hem als persoon gericht maar tegen ‘De Man’ in het algemeen. Dat maakt het samenspel tussen de drie personages interessant. Hagen en Jaspers spelen energiek en emotioneel geloofwaardig, met een mooie balans tussen bravoure en kwetsbaarheid. Ze vullen elkaar goed aan, de een als gematigde dame die zelfbewust voor een rol als jonge moeder heeft gekozen en de ander als de meer fanatieke feminist die geen genoegen neemt met vaste rolverdelingen. De verhouding met de conducteur ontwikkelt zich in dezelfde lijn. De een ziet hem als een knuffelbeer, de ander stelt hem stevig op de proef met verleidingskunsten die in een agressief ritueel ontaarden.

In schril contrast tot het thema speelt de voorstelling op een speelvlak vol met roze frutsels die de twee actrices uit enorme kussens tevoorschijn schudden. In hun zwarte kleding vol ritsen en rijgdetails wentelen ze zich in het roze landschap, alsof het de ballenbak van Ikea is.

Regisseur Nina de la Parra verdient een compliment voor de sterke enscenering en spelregie. Sara van Gennip schreef een moderne mythe die door de terzijdes doet denken aan een Griekse tragedie, waarin het koor de gedaante aanneemt van een protesterende menigte. Binnenin de trein is het verhaal geloofwaardig maar de gewelddadige vorm die de actie in de buitenwereld aanneemt komt een beetje uit de lucht vallen. De vrouwenmenigte protesteert steeds agressiever tegen seksueel geweld maar het blijft nogal abstract. Als kijker wil je weten waarom de situatie zó sterk escaleert dat vrouwen mannen massaal aanvallen en op straat castreren. De actrices delen zelfs hamers en breekijzers uit aan het publiek op de voorste rij.

Het is jammer dat de tekst concrete verhalen mist die seksuele intimidatie een gezicht kunnen geven en emotioneel dichterbij brengen. Zelfs de aanranding van de zestienjarige treinreizigster waar het allemaal om is begonnen, komt na een korte verwijzing aan het begin van de voorstelling niet meer onder de aandacht.

Een begeleidende expositie van De Groene Amsterdammer biedt extra achtergrondinformatie, met een geschreven en getekende tentoonstelling vol feministische wapenfeiten van over de hele wereld. De tentoonstelling is de gehele speelperiode in Theater Bellevue te zien.

Foto: Ben van Duin