Met de enscenering van de novelle Grief, in het Nederlands vertaald als Verlies, van het beroemde schrijversechtpaar Nicci French, heeft theaterproducent Marcel Klein Ovink uit Haarlem een wereldprimeur. Het is de eerste toneelbewerking van een van hun boeken. Ko Theaterproducties debuteerde vorig seizoen verdienstelijk met Het gouden ei dat door Léon van der Sanden werd bewerkt en geregisseerd. Dat doet hij nu met Nicci French tot verbazing van het aanwezige schrijversduo zelf. Boekbewerkingen komen in het Britse theater niet voor.

Verlies gaat vooral over rouwverwerking. De jonge ouders Stella (Isa Hoes) en Rick (Ad Knippels) moeten na de dood van hun vijfjarige zoontje die verdronken is in het zwembad, hun leven weer op orde zien te krijgen. Dat dit niet goed lukt, is vrij snel duidelijk. Direct na de begrafenis in de openingsscène blijkt dat Stella op nogal stuitende wijze haar man maant niet te zwelgen in verdriet en direct de draad weer op te pakken.

Het ligt misschien voor de hand te denken dat het verlies van een kind de ouders dichter bij elkaar brengt, maar bij Stella en Rick lijkt dat allerminst het geval. Het loopt uit de hand omdat ze elkaar het leven zuur maken met verdachtmakingen, met dank aan de therapeute die Rick van zijn vrouw moet gaan consulteren. Tussen de bedrijven door hebben ze dan ook nog nietszeggende ruzies en slechte seks. Verlies is daarmee ook een huwelijksdrama.

Van der Sanden slaagde er vorig jaar met Het gouden ei prima in om de beklemming op het toneel voelbaar te maken, vooral dankzij Peter Tuinman die een prachtige slechterik speelde. Verlies daarentegen ontbeert elke spanning. Dat komt door een veel te magere spelregie met vooral Isa Hoes als zwak element. Haar personage wordt oppervlakkig en plat vertolkt. Knippels komt in zijn  rol nauwelijks verder. Irma Hartog die onder meer de therapeute speelt, is nog wel geloofwaardig, maar de karakters van deze mensen hebben hier de diepgang van een borrelglaasje. Deze toneelbewerking doet geen recht aan het werk van Nicci French.

(foto: Leo van Velzen)