Vooropgesteld: Kees Hulst en Esther Scheldwacht zijn geknipt voor de rollen van Leo Vroman en zijn vrouw Tineke, en zijn een genot om naar te kijken. Zoals het echtpaar Vroman ruim 75 jaar een liefdevolle eenheid vormde, zo geven Hulst en Scheldwacht zorgvuldig en teder gestalte aan een liefde die standhield, ondanks wereldoorlog, jappenkamp en emigratie naar Amerika. Alles volstrekt geloofwaardig.

Het wringt echter in de bewerking die regisseur Léon van der Sanden maakte van de roman Hoe mooi alles (2014) van Mirjam van Hengel, met als ondertitel Een liefde in oorlogstijd. De biografische roman concentreert zich op het eerste decennium van de liefde tussen dichter, bioloog en hematoloog Leo Vroman en schrijfster en antropologe Tineke Sanders. De voorstelling doet dat ook, maar verbreedt tegelijk de tijdsspanne naar het volledige leven van de hoofdpersonen.

Het is alsof Leo en Tineke in een hiernamaals zijn waarin ze nog een tijdje vertoeven om hun lange, gezamenlijke leven (Leo Vroman overleed in februari 2014, Tineke leeft nog) te overdenken en na te spelen, voor ons, als oordelend en vergevend publiek.

Maar wat valt er eigenlijk te vergeven? Dat Tineke tijdens Leo’s lange afwezigheid door de oorlog lichamelijk smachtte naar een studiegenoot? Leo ging er eigenlijk al vanuit dat Tineke een ander zou hebben, misschien zelfs al weduwe zou zijn van een Duitse militair. Of misschien dat de joodse Leo vluchtte op 14 mei 1940, de dag dat het centrum van Rotterdam in de as werd gelegd? Wie zal het iemand ‘met een neus als de mijne’ kwalijk kunnen nemen?

Het is dus vooral spanning die ontbreekt in de theaterversie van Hoe mooi alles. Er staat niets op het spel. We weten al vanaf het begin hoe het afloopt en het verhaal van een liefde die zeven jaar scheiding overleeft, is misschien helemaal niet zo bijzonder.

Bijzonder, in ieder geval boeiender, had het kunnen zijn wanneer Leo Tineke ter verantwoording had geroepen over haar verliefdheid op een ander. Of wanneer Tineke Leo zijn overhaaste vlucht had verweten, zonder werkelijk een poging te doen haar mee te nemen. Het eerste was overigens biografisch verantwoord geweest, want volgens biografe Mirjam van Hengel in een interview in de Volkskrant heeft Vroman zijn leven lang Tineke’s verliefdheid willen bagatelliseren. Hier zit dus pijn, maar in de voorstelling zien we daarvan veel te weinig.

In hetzelfde interview staat een uitspraak van Leo Vroman zelf, dat ‘het leuke van herinneringen is dat ze fout zijn, want daardoor is vaak meer te begrijpen dan de bedoeling was’. Volgens Van Hengel is ‘een herinnering die klopt met de waarheid niet interessant. Wat jij van de waarheid máákt, is interessant. Want dat geeft informatie over wie jij bent.’

Van deze uitspraak had Léon van der Sanden, ervaren literatuurbewerker als hij is, gebruik kunnen maken. Hij had keuzes kunnen maken die iets vertelden over wat híj boeiend vond aan Leo Vroman en zijn Tineke. Dan was het interessant geworden. Nu blijft de voorstelling steken in een goedbedoeld, lievig portret van twee mensen waarvan we de achterkant maar niet te zien krijgen. Uitstekend gespeeld, dat wel.

Foto: Bos Theaterproducties