Misschien is het wel de aangrijpendste episode uit Vake Poes; of hoe God verdween van de Vlaamse theatermaker Lisaboa Houbrechts: de eerste scène uit de derde akte. Waarin de grootvader (vake) en de grootmoeder (moeke) elkaar met verwijten om de oren slaan, zo snoeihard en wreed, dat als je nog dacht dat (de idee van) een god ergens goed voor zou kunnen zijn – dat die gedachte op dat moment ter plekke verdwijnt. De verwoestende spiraal van verdriet, venijn en de rol van de religie door verscheidene generaties heen, komt hier het meest kernachtig voor het voetlicht.

Dat klinkt misschien alsof Houbrechts voorstelling een loodzware opgave gaat zijn, maar dat is toch niet het geval. De ook humorvolle herkenbaarheid van de menselijke onmacht, de dartelende kinderen die de speelvloer van de grote zaal bevolken en de prachtige muziek van Bach geven het donkere stuk steeds een lichte rand; een belofte van hoop die aan het eind ook wordt ingelost wanneer de jongste in de rij de dramatische lijn van haar familieverhaal een halt toeroept.

Lisaboa Houbrechts (30) is een maker die meteen vanaf het begin van haar (jonge) carrière heeft aangekoerst op het werken in de grote zaal. Ze is deel van het collectief jonge makers dat vorig jaar de artistieke leiding van het Antwerpse Toneelhuis overnam.  Dit voorjaar regisseerde ze een Medea bij de Comédie-Française. Vake Poes maakte ze onder de vleugels van laGeste, opvolger van les ballets C de la B van Alain Platel, tezamen met kabinet k. De voorstelling ging in première bij Opera Ballet Vlaanderen, vanavond en morgenavond staat ze in het kader van het Holland Festival in ITA.

Vake Poes is geïnspireerd door verhalen uit de familie van Houbrechts. Even liep ze rond met het idee die in boekvorm te gieten, maar het werd uiteindelijk toch theater. Theater over het verdriet van België zou je kunnen zeggen, over het seksueel misbruik door de clerus, de collaboratie in de Tweede Wereldoorlog, de schaamte, het onvermogen om te voorkomen dat de pijnlijke geschiedenis zich herhaalt en om boven de eigen ellende uit te stijgen binnen de familie.

Gesprekken met haar grootvader vormen de basis voor menige scène, waarbij de personages soms mozaïeken van verschillende figuren of situaties uit de kleine gemeenschap zijn; een religieuze samenleving waarin ontering en wegkijken gegeven zijn, maar waarin ook de fascinatie met rituelen onmiskenbaar is.

De ‘bron’ van het stuk ontleent de bijnaam Poes aan zijn fascinatie voor raskatten, waarvan hij er een tiental hield. ‘Een echte raskat die schijt niet in korrels, maar in krantenpapier. Korrel tast de poot aan, maar krantenpapier niet’, aldus vake tegen zijn kleindochter. Het nieuws uit de kranten is hem bovendien onwelgevallig; hij houdt liever vol ‘dat hij het allemaal niet heeft geweten’. Zijn kleindochter, gespeeld door Eddie Mae Dumont (geboren in 2012), lid van de kindercast, laat hij die de kranten in stukjes scheuren.

De voorstelling zit vol met van die veelzeggende opmerkelijkheden, kleine hints naar het grote geweld dat zich vroeger of later ook op de vloer voltrekt; poëtische naast fel-realistische momenten. Zo is de voorstelling nog nauwelijks begonnen als we getuigen zijn van de verkrachting van vake als kleine jongen door een pater. Het verzet van het kind, zijn wanhoopskreet vanuit de coulissen, gaat door merg en been. Vanaf dat moment is zijn leven getekend en tekent hij dat van anderen. Stefaan Degand speelt hem angstaanjagend, een eenzelvige man, grof. Elsie de Brauw is een fascinerende moeke, iemand met wie je aanvankelijk meevoelt, maar die ook in staat blijkt hard uit te halen.

VAKE POES
Wat zit ge zo te lachen? Hoe kunt gij nu zo wreed zijn?

MOEKE POES
Jij moet mij over wreedheid niks leren.  Ik heb alles gezien. Ik weet alles.

VAKE POES
En ge hebt niks gedaan?

MOEKE POES
Wat deed jij?
Vertrappen omdat je werd vertrapt
Ik heb veel gedaan
Door niets te doen.
Wat heb je aan dadendrang?
Ik zag hoe geweld uit geweld werd geboren
Wraak uit mijn eigen schoot kwam gekropen.
Als mij een wond wordt toegebracht
Was ik alleen het bloed weg.

Zo kruipt de voorstelling langzaam maar zeker onder je huid. Al denk je misschien eerst dat je dit verdriet allang kent, Houbrechts weet door de combinatie van haar tekst, verrassende, vitale regie in een abstracte scenografie en met de passiemuziek van Bach tegenover de rooms-katholieke context, de feel van een klassieke Griekse tragedie te paren aan een heel eigen, modern verhaal dat een diepe indruk achterlaat.

Foto: Kurt Van der Elst