Vertraag, vertraag, vertraag! Dat wil je de hele tijd toefluisteren aan acteur Rick Paul van Mulligen, die de euvele moed heeft om de legendarische Werkteater-solo van Joop Admiraal, U bent mijn moeder (1981), opnieuw op de planken te brengen. Eerder kropen ook actrices in de huid van de beverige moeder en haar volwassen kind, zoals Marie-Christine de Both bij Theatergroep Suburbia en Sien Eggers bij Het Gevolg.

Voor de helderheid stelt de 38-jarige, gespierde acteur zichzelf even voor, zegt erbij dat de monoloog niet over zijn eigen 69-jarige moeder gaat – die reist nog de halve wereld rond en zit zeker niet dementerend in een verzorgingstehuis. De moeder die hij in deze voorstelling elke zondag plichtsgetrouw bezoekt en in wie hij als zoon op toneel langzaam transformeert, is een creatie van Van Mulligen zelf. Met flink wat inspiratie van de in 2006 overleden Admiraal.

Eind jaren tachtig zag Van Mulligen als kind de verfilming van U bent mijn moeder op televisie. Hij was direct gegrepen door de vanzelfsprekendheid waarmee een man een vrouw speelde. Die herinnering bracht hem decennia later tot het spelen van deze monoloog, een goede vondst in tijden van corona, waarin ensemble-voorstellingen heikel zijn, net als – helaas – bezoekjes in verzorgingstehuizen. Bovendien gaat U bent mijn moeder ook over euthanasie bij dementerenden: ‘Geef mij maar een klap in mijn nek, als het zo ver is’, zo citeert Van Mulligen zijn eigen moeder.

Het fascinerende aan U bent mijn moeder is de even zichtbare als onzichtbare opsplitsing van een acteur in twee, intiem verwante maar ook botsende personages: een homoseksuele zoon en zijn conservatieve moeder. Natuurlijk zijn de stembuigingen interessant – hoe ver ga je in krakerige vervorming? En de echoënde poëzie van de herhaling in het kabbelende gesprek, door de vergeetachtigheid van de moeder en de lijdzame reacties daarop van de zoon. De zoveelste keer uitleggen waarom tante Siena wel dood mocht door een overdosis pillen. Ondertussen vormen wij ons een beeld van diezelfde pijnlijdende Siena.

Maar minstens zo intrigerend zijn alle subtiele ouderdomsgebaartjes, van onwillige benen tot nerveuze lachjes. In dat laatste acteert Van Mulligen sterk, in deze regie van Noël Fischer. Hij masseert zijn eigen tenen en kuiten alsof ze inderdaad van een weerspannige moeder zijn. Hij worstelt met zijn lange armen om ze in een beige bloesje te persen. Ook het frunniken van handen aan een pakje chocomel oogt breekbaar.

Maar in zijn tempo komt Van Mulligen te snel en energiek over. De slepende traagheid, kenmerkend voor U bent mijn moeder én voor het levensritme in een verzorgingstehuis, ontbreekt. Daardoor hollen wij in gedachten achter de mensen aan die zijdelings worden aangestipt: andere bewoners, verplegend personeel, familieleden. En krijgt het bezoekje iets van een haastklus. Voor je het weet neuriën ze al weer mee met flarden Waarom nou jij van Marco Borsato, die uit de eetzaal opklinken.

De kwetsbaarheid wordt ook lichtelijk teniet gedaan door het soms opzettelijk huilerige stemmetje in Van Mulligens samengeknepen mond. Even lijkt het zelfs op buikspreken. Terwijl de vergankelijkheid van lichaam en geest eigenlijk al in iedereen ligt besloten. Het is de tijd die het beschermingslaagje daarvan afpelt. En die tijd moet nog wat meer de ruimte krijgen in deze versie van U bent mijn moeder.

Foto: Bas de Brouwer