Niemand lacht zoals Abdelkader Benali dat doet: breed en vol overgave. Vanachter een geïmproviseerd aanrecht begroet hij het publiek, onderwijl in de weer met paprika, wortels, komijn en stoofvlees. In Moeder en zoon kaart de schrijver op liefdevolle wijze thema’s aan uit zijn gelijknamige boek dat eerder dit jaar verscheen. Van opoffering tot ouderschap, en loyaliteit tot thuiskomen.

Het geurenpalet van Benali’s Marokkaanse tajine verspreidt zich rap door de Leidse Schouwburg. Opgetogen opent hij de dialoog, vraagt de zaal of er vanavond oudste dochters en jongste zonen aanwezig zijn, wie uit het publiek zijn moeder heeft meegebracht? Zelf is hij de oudste zoon van acht kinderen.

Om de band met zijn moeder te verstevigen, besluit Benali haar mee te nemen op reis. Naar Sint-Petersburg, de Hermitage. Daar wil hij samen een schilderij van Rembrandt bekijken: De thuiskomst van de verloren zoon. Een verhaal afkomstig uit de Bijbel, dat vertelt over gastvrijheid en thuiskomen. Zijn moeder confronteert hem op haar beurt met zijn eigen familiegeschiedenis.

De reis – het vertrek, de nachten in Rusland, hun terugkomst – vormt de rode draad door de voorstelling. Via uiteenlopende anekdotes vertelt Benali over de relatie met zijn moeder. Zelf ziet hij het glas graag half vol, al denkt hij dat het bij haar meestal half leeg is. Als kind dacht hij dat al, maar nu nog steeds. Op innemende wijze vertelt hij dat ze vooral naar elkaar zijn toegegroeid op de dag dat zijn eerste kind werd geboren.

Meer anekdotes volgen. Zo is er die keer op de middelbare school dat Benali zich in het geheim opgeeft voor de toneelklas, en Anton Tsjechov speelt. Thuis verzwijgt hij dit gegeven, bang voor de reactie van zijn moeder. Nu, tijdens de dagen in Sint-Petersburg, wil hij het haar uit de doeken doen. Zal ze trots reageren, of juist afwijzend? Benali zegt dat hij zijn moeder graag aan het lachen maakt, want als hij zijn moeder aan het lachen krijgt, kan hij de hele wereld laten lachen.

Het sterkst is de schrijver wanneer hij op poëtische wijze zijn hersenspinsels deelt. Zo is er het afscheidsmoment op Schiphol waar zijn moeder en zus elkaar in de armen vallen en Benali de twee gadeslaat: ‘Ik wil ook iemand omhelzen om iemand buiten te kunnen sluiten.’ Of later in de voorstelling wanneer hij een verpakking dadels opent en de vrucht vergelijkt met moeders: ‘Prachtig om naar te kijken, maar kleverig en met pit’.

In Moeder en zoon vertelt Benali op heldere wijze en met warme stem over de kracht van familie. Hierbij is er tussen de passages genoeg ruimte gecreëerd voor muzikale intermezzo’s, Marokkaanse klanken. Ja, Benali vertelt precies zoals hij schrijft: beeldend, knap gedetailleerd, geestig en confronterend. Dat maakt zijn voorstelling tot een zeer geslaagde vertaling van literatuur naar de bühne.

Foto: Rob van Dam