In 2018 verbrak William Forsythe met A quiet evening of dance de stilte die inviel nadat hij zijn experimentele ensemble ‘The Forsythe Company’ ontbond in 2015. Een gelukkig weerzien: deze avond verbindt enkele oude stukken met nieuw werk, maar wel zo dat je het onderscheid nauwelijks merkt.

Het eerste deel van de avond, ‘Act 1’, zou je nog het best kunnen samenvatten als een les in choreografische middelen en vormen. ‘Act 1’ opent met twee duetten die onmerkbaar in elkaar overlopen. In ‘Prologue’ drentelen Parvaneh Sharafali en Ander Zabala ontspannen, handen in de zakken, het podium op. Op de achtergrond klinkt vogelgezang. Pas als ze hun handen uit hun zakken halen merk je hun witte handschoenen op. Met die handschoenen als een soort cursorstipjes tekenen ze figuren uit in de lucht, om dan later rond elkaar heen over de grond te schuiven.

Een tweede koppel, zonder handschoenen, lost het eerste duo af. Het vogelgezang verstomt als zij een verbluffende reeks bewegingen aanzetten die terecht de titel ‘Catalogue’ meekreeg. Jill Johnson en Christopher Roman demonstreren daarin quasi achteloos, in totale stilte, de choreografische gereedschapskist van Forsythe. Wie met het oeuvre vertrouwd is, herkent hier de sporen van Forsythe’s ‘Improvisation technologies’ waarin hij toont hoe bewegingen een bepaalde ruimtelijke logica en sensatie kunnen oproepen.

De nadruk ligt eerst op de armen en handen, die lijnen en oppervlakken in de lucht uittekenen. Al snel brengen ze ook de rest van hun lichaam in het spel. De klassieke geometrie van de figuren breidt zich langzaam uit met gekke gebaren of wiegende heupen. Af en toe bevriezen de dansers even in een pose, die plots één en al dramatiek lijkt, waarna ze de stroom van bewegingen als op een vingerknip weer laten vloeien. Als bij toverslag dansen ze daarbij soms unisono, om even snel weer elk hun eigen weg te gaan.

‘Act’ 1 eindigt met een ‘Epilogue’ op pianomuziek van Morton Feldman. Rauf ‘Lubberlegz’ Yasit vervoegt de groep hier. Hij steelt meteen de show: het materiaal dat hij toevoegt aan de dans is verbluffend. Je weet meteen waar hij de bijnaam ‘Rubberlegz’ aan dankt.

Na de pauze volgen twee meer ‘conventionele’ werken. In ‘Dialogue’ (DUO 2015) klinkt weer vogelgekwetter als Brigel Gjoka en Riley Watts op een onnavolgbare manier met elkaar in dialoog gaan. Hun dans is net niet unisono: hun virtuoze, soms grappige, acties leunen heel dicht tegen elkaar aan, maar verschillen altijd net een beetje, alsof ze allebei een variatie tonen op dezelfde (onzichtbare) basisvorm. Jazzy klassiek.

De kers op de taart is wel ‘Seventeen/Twenty One’. De ‘Seventeen’ slaat wellicht op de muziek in dit werk: een reeks korte composities van Jean-Philippe Rameau uit de opera ‘Hippolyte et Aricie’. Die opera dateert uit 1733. De bewegingstaal daarentegen is onmiskenbaar eenentwintigste-eeuws. Het ensemble van zeven dansers leeft zich hier uit in eigenzinnige bewerkingen van het klassiek ballet – Balanchine spreekt hier een aardig woordje mee –  maar voegt daar ook acrobatische stunts aan toe die niet zouden misstaan in streetdance. Ze demonstreren zo wat je allemaal kan bouwen met de gereedschapskist die ze in ‘Act 1’ uitpakten. Heerlijk!

Foto: Dorothea Tuch