In haar bewerking van het Amerikaanse stuk The Nether roept Nina Spijkers vragen op over wat er in de virtuele werkelijkheid allemaal toelaatbaar zou moeten zijn. Kan grensoverschrijdend gedrag in een fictieve omgeving geweld in de werkelijkheid voorkomen, of werkt het eerder als gateway drug?

In de wereld van de videogames is de discussie al zo oud als de kunstvorm zelf: wat is het effect van het alomtegenwoordige geweld op de spelers? Bij gruwelijke schietincidenten als die op Columbine High School in 1999 werden games al snel als een belangrijke aanleiding gezien, maar er verscheen nooit overtuigend wetenschappelijk bewijs van een link tussen virtueel geweld en geweldsdaden in de werkelijkheid. Ook het tegenovergestelde argument, dat games juist als een uitlaatklep konden fungeren, en zo erger in de werkelijkheid zouden kunnen voorkomen, werd nooit bewezen.

In The Nether, de nieuwe voorstelling van Nina Spijkers die nu online in een speciale filmversie te zien is, staat onder andere dit dilemma centraal. In een ondervragingsruimte ontmoeten we rechercheur Morris (Yela de Koning) en meneer Sims (Rick Paul van Mulligen). Die laatste wordt ervan beschuldigd dat hij in zijn privédomein op The Nether, een soort virtuele wereld die de plek van het internet heeft overgenomen, seks met en geweld tegen minderjarigen toestaat (en zelfs aanmoedigt). Let wel: de avatars zijn minderjarig, de personen die hen besturen zijn dat niet. Van kindermisbruik is dus geen sprake, maar zoals Morris aan Sims uitlegt, is het desalniettemin in strijd met de gebruiksvoorwaarden, die per volksreferendum zijn vastgesteld.

Zo ontstaat een interessant ethisch steekspel. In hoeverre moet een democratische meerderheid kunnen bepalen wat iemand die afwijkt van de norm in zijn eigen, besloten domein uitspookt? De Toevlucht, zoals Sims zijn domein noemt, kent overeenkomsten met de beruchte message boards van 8chan, waar ook gelijkgestemde mensen bij elkaar komen om de gruwelijkste ideeën met elkaar te delen, en die een broedplaats voor extreem-rechtse radicalisering is gebleken. Maar Morris heeft een dubbele agenda: ze is eigenlijk uit op de code waarmee Sims zijn domein heeft gebouwd, en die op het vlak van zintuiglijke beleving baanbrekend is. Eigenlijk gijzelt The Nether Sims met behulp van de gebruiksvoorwaarden om zijn intellectuele eigendom te kunnen claimen – en ook dat heeft natuurlijk sterke parallellen met realiteit, in de groeiende macht die bedrijven als Facebook en dochteronderneming Instagram hebben over het doen en laten van hun gebruikers.

Het script van Amerikaanse toneelschrijver Jennifer Haley, uitstekend vertaald door Daan Windhorst, komt wat traag op gang – deels omdat de personages wat te veel tot filosofische discussies geneigd zijn die de thematiek wel erg letterlijk op de voorgrond plaatsen, en deels omdat de reconstructie van de zaak tegen Sims wat langdradig is. De relaties tussen Sims, vaste klant Daal (Jaap Spijkers), undercover-agent Houtnoot (Leandro Ceder) en meisjesavatar Iris (Shelley Bos) zijn al snel duidelijk en bevatten te weinig verrassingen om de uitgesponnen scènes te rechtvaardigen. Vooral de ontmoetingen tussen Houtnoot en Iris kabbelen te veel.

Als echter in de tweede helft van het stuk opeens de zaken anders blijken te liggen dan ze in eerste instantie lijken, voegt The Nether nog een bijzonder interessante betekenislaag toe. Het stuk blijkt ook om identiteit te draaien, en dan vooral de verhouding tussen professionele, persoonlijke en virtuele identiteit. De draai die er zo aan de onderlinge relaties van de personages wordt gegeven werkt bevrijdend: het is jammer dat de voorspelbare tragische structuur de hoop die zo aan de personages geboden wordt weer de nek omdraait. Onder de oppervlakte van The Nether schemert de mogelijkheid tot wederzijds begrip en compassie, en Haley en Spijkers gooien net iets te gemakzuchtig de deur weer dicht.

The Nether wordt in deze filmversie met name gedragen door de geweldige performances van De Koning en Van Mulligen. Steeds als zij met elkaar in gesprek zijn krijgt het stuk vleugels: De Koning pelt als zelfverzekerde ondervrager steeds meer haar eigen kwetsuren en angsten af, en Van Mulligen is magistraal als de trotse maar angstige Sims, die vanwege zijn seksuele pathologie een wereld rondom zich heeft opgetrokken waarin hij alles tot in de puntjes controleert. De weinig avontuurlijke beeldregie van Spijkers en camerateam MILLK resulteert meer in een uitstekende theaterregistratie dan iets wat ik zelf een ‘film’ zou noemen, waardoor de nadruk blijft liggen op de acteurs en de indrukwekkende, dynamische scenografie van Dennis Vanderbroeck.

Hoewel de voorstelling nét wat te veel gevangen blijft zitten in de voorspelbare structuur van de well made play, roept The Nether interessante en relevante vragen op over de toenemende rol die de online wereld in onze levens speelt, en welke balans er in die virtuele ruimte tussen individuele vrijheid en collectieve mores moet worden gelegd.