In The Lingering Now, een voorstelling gebaseerd op de mythische verhalen van Homerus over Odysseus, gaat het over het verlangen van de balling om terug te keren naar zijn vaderland. Het is een real-live Odyssey, een verkenning van het begrip ‘grenzen’ als geografisch, politiek, cultureel en artistiek fenomeen.

Het is het tweede deel van het tweeluik Our Odyssey van de Braziliaanse theaterregisseur, filmmaker en schrijver Christiane Jatahy. Het eerste deel Ithaca (2018) ging in première in Parijs, het tweede deel op het Festival van Avignon in 2019 en is nu hier te zien in Internationaal Theater Amsterdam in het kader van het IDFA Filmfestival. Het is in alle opzichten een cross-over: tussen theater, muziek en cinema, tussen heden en verleden, tussen landsgrenzen en tussen culturen. Jatahy was al eerder hier te zien met multidisciplinair werk zoals Julia (2013), What If They Went to Moscow (2015) en The Walking Forest (2016). Volgend jaar is zij de ‘associate’ artist van het Holland Festival.

Ze legt in het begin zelf het concept van de voorstelling uit, terwijl op het immense scherm achter haar kinderen spelen in het Amazonewoud. Ze voegt er ook een persoonlijk verhaal aan toe: haar vader is vroeg gestorven, haar grootvader is verdwenen bij een vliegramp in dat uitgestrekte Amazonegebied. De film eindigt daar ook, bij de inheemse bevolking van de Amazone.

Tussendoor zien we fragmentarische filmbeelden van mensen in verschillende landen: Palestina, Libanon, Griekenland, Zuid-Afrika en Brazilië, die hun verhalen vertellen in hun eigen taal (Engels en Nederlands ondertiteld). Het begint met een close-up van een man die zegt: ‘Ik ben Odysseus, zoon van Laërtes.’ Halverwege barst hij in lachen uit: hij kan niet zo serieus in de camera kijken. In de volgende scène zien we een andere man hetzelfde zeggen: ‘Ik ben Odysseus.’ Om beurten lezen de talloze protagonisten korte passages voor uit het epos van Homerus, vaak onmiddellijk gevolgd door hun eigen verhalen als vluchteling en ontheemde.

De montage en cameravoering zijn al even fragmentarisch als de verhalen, waardoor je als toeschouwer niet meteen meegenomen wordt; het kost even moeite om in de veelheid van beelden en verhalen je weg te vinden. Opeens klinkt er vanaf de eerste rij een stem: een man staat op en begint te vertellen en later ook viool te spelen, mooie melancholische muziek. Wanneer verderop in de film de deelnemers aan een feestmaal, vermoedelijk ergens in Zuid-Afrika, beginnen te dansen, klinken er opeens kreten van achter en opzij uit de zaal en begint een stel acteurs mee te dansen en te klappen. Het duurt nogal even, maar uiteindelijk staat zo’n beetje de halve Rabozaal mee te swingen, al dan niet van harte.

De acteurs blijven grotendeels op hun plek in de zaal zitten en dat voelt toch als een gemiste kans. Soms wordt een van hen van dichtbij live gefilmd, maar meestal blijven ze in het donker op hun plek in de zaal. De protagonisten zijn zelf ook allemaal vluchtelingen én acteurs, door Jatahy meegenomen uit Beiroet, het vluchtelingenkamp in Jenin en het Hillbrow Theatre in Johannesburg.

Vooral de Syrische actrice Yara Ktaish maakt indruk, eerst in de rol van Circe, later met haar eigen verhaal: na zes jaar in een vluchtelingenkamp te hebben gezeten en na maanden vast te hebben gezeten in diverse gevangenissen in Syrië, verschijnt ze live op toneel. Ze vertelt hoe ze als student in 2015 zo graag terug wilde naar Syrië om haar vader – en haar vaderland – te zien, dat ze alle waarschuwingen in de wind sloeg en meteen werd gearresteerd, verdacht van satanisme (vanwege haar tattoos) en terrorisme (vanwege het feit dat ze in het buitenland studeerde).

Na zeven maanden werd ze zogenaamd vrijgelaten, maar in werkelijkheid getransporteerd naar een andere, zo mogelijk nog ergere gevangenis waar haar elke dag ‘morgen’ vrijheid werd beloofd. Ze wordt psychotisch en uiteindelijk na maanden even raadselachtig als plotseling vrijgelaten. Haar verhaal op beeld is indrukwekkend, maar wordt nog veel sterker als ze plotseling ‘live’ voor je neus staat. De kracht van theater wordt dan – en vooral op de sporadische momenten dat er muziek wordt gemaakt –­ heel voelbaar.

Er worden gruwelijke verhalen verteld, vaak bijna achteloos als een tussendoortje, maar ook zijn er wat meer luchtige fragmenten. Zo worden drie prachtige meisjes gefilmd die elkaar op een bankje voorlezen uit de Odyssee en als een schooljuf elkaar overhoren: ‘Heb je het begrepen?’ Telkens wordt weer teruggegrepen naar Homerus’ epos. Soms voelt dat als een te conceptueel gegeven, waar je de nodige vraagtekens bij kunt stellen: geldt dat ‘ik ben Odysseus’ wel voor een willekeurige vluchteling, zonder geld of status? Odysseus was een koningszoon, een legeraanvoerder bovendien.

Natuurlijk gaat het hier om de Odysseus die na jaren oorlog eindelijk naar huis verlangt, maar nog tien jaar lang allerlei obstakels uit de weg moet ruimen om daar eindelijk te geraken. Dat de literaire en filosofische constructie hier en daar vragen oproept, neemt niet weg dat The Lingering Now een indrukwekkend geheel is.

In de slotbeelden zien we Jahaty in Brazilië, haar Ithaka, haar geboortegrond, tussen de inheemse bevolking. Het is het einde van haar reis, een reis waarin zij de grenzen van theater, film en muziek heeft verkend en, met het verhaal van Yara, enige hoop heeft gegeven aan de talloze verhalen van ontheemding.

Foto: Christophe Raynaud de Lage