De reis begint op Het Stenen Hoofd, een pier die uitsteekt in het IJ. Op het gras is een koord gespannen. ‘Form a line!’, roept een man streng door een megafoon. ‘Stick to the cord!’ Daar staan de toeschouwers dan, in de druilerige regen. Wachtend op hun bestemming en op wat komen gaat. Even voelen we ons vluchtelingen, zojuist aangespoeld op Lesbos.

The Odyssey is een gezamenlijke locatievoorstelling van acht Europese theaterscholen, gepresenteerd tijdens het ITs Festival in Amsterdam. Homerus’ Odysseia vormt de basis voor een theatraal onderzoek naar de confrontatie tussen Europa en de duizenden vluchtelingen uit Afrika en het Midden-Oosten die een goed heenkomen zoeken op het oude continent. Het idee is van de Duitse regisseur Jochen Schölch, tevens docent aan de Bayerische Theaterakademie August Everding in München – een van de acht deelnemende scholen.

De andere zeven zijn de Toneelacademie Maastricht, RITCS uit Brussel, TEAK uit Helsinki, de Akademia Teatralna uit Warschau, de Letse Cultuuracademie uit Riga, de toneelafdeling van het Mozarteum in Salzburg en de Westerdals theaterschool in de Noorse hoofdstad Oslo. The Odyssey is een keten van acht scènes, losjes geïnspireerd op evenzovele sleutelmomenten uit Odysseus’ lange reis. Iedere school neemt er een voor zijn rekening: Odysseus’ confrontatie met Calypso (Helsinki), Poseidon (München), de cycloop (Warschau), Circe (Brussel), de sirenen (Salzburg), de Faiaken (Riga) en de onderwereld (Maastricht). De finale is zijn thuiskomst op Ithaka (Oslo).

Iedere groep studenten maakte haar eigen vertaling van de scène die haar was toebedeeld, zonder die op elkaar af te stemmen. Het enige verband bestaat uit – meestal lawaaiige – figuren die de toeschouwers van de ene naar de andere scène brengen. Van Het Stenen Hoofd naar een pontje, waar koptelefoons en een acteur ons deelgenoot maken van de Poseidon-episode. Deze is gebaseerd op een korte tekst van Franz Kafka, die hem portretteerde als een tobberige bureaucraat. Poseidon kent de wereldzeeën slechts van de statistieken op zijn bureau, niet uit eigen waarneming.

Het pontje brengt ons naar het Tolhuis aan de overkant van het IJ, waar de overige zes scènes zich afspelen. ‘Europa heeft niet langer een uniforme cultuur,’ aldus het programmaboekje, ‘maar meer een amalgaam van verschillende, sterk onderscheiden culturen. Deze voorstelling is deels bedoeld om de speciale en unieke kenmerken van deze culturen naar voren te brengen.’ Maar wat opvalt, is juist een overeenkomst. Ongeacht hun herkomst kiezen de meeste studenten voor een drukke en energieke interpretatie, met veel geschreeuw en heftige bewegingen.

Het verband met Homerus’ oertekst en het thema Europa en zijn vluchtelingen gaat daarbij te vaak verloren. De Odysseia is een rijk gevulde schatkamer voor dat thema – dat heeft Schölch goed gezien. Odysseus verbergt vaak zijn ware identiteit. ‘Niemand’, zegt hij, als de cycloop hem vraagt hoe hij heet. Hij verzint de meest ingenieuze listen om de vele obstakels op zijn reis te kunnen overwinnen. Hij is een wandelend mysterie, zwalkend van hoogst integer naar hoogst onbetrouwbaar – al naar gelang de omstandigheden dicteren.

Als je de Odysseia als basis opvoert voor je voorstelling, moet je hem er ook in verwerken. Calypso houdt Odysseus gevangen op haar eiland omdat zij hem tot haar onsterfelijke echtgenoot wil maken. Met lieflijk gezang probeert zij hem in te palmen. Niet zonder succes: Odysseus slaapt met haar. De Finse manipulatie met megafoon en koord op Het Stenen Hoofd refereert aan ons vluchtelingenbeeld. Maar wat heeft dat met Calypso te maken?

Ook Circe paait Odysseus met een mengeling van genot en chantage: zij verandert zijn metgezellen in wilde zwijnen. De Brusselse delegatie maakt van deze episode een soort toeristische orgie op een tropisch eiland, die overigens wel heel bekwaam wordt uitgevoerd. De geslepen Circe is gereduceerd tot een hysterische gastvrouw annex animatiedame. ‘I’m sooo happy you’re here!!!’, gilt ze naar het publiek. ‘Are you happieieieie?!

Heel wat ingenieuzer is wat de Letten doen met de Faiaken, een volk dat Odysseus gastvrij onthaalt en hem zelfs terugbrengt naar Ithaka. We zijn in een café in Riga waar vrijwilligers het handjevol vluchtelingen opvangt dat Letland binnenlaat – in het voorbijgaan geven de performers een stoomcursus restrictief Lets vreemdelingenbeleid. Er hangt één vluchteling rond, die met égards wordt overladen, maar uiteindelijk zelf vertrekt omdat hij in dit landje geen toekomst ziet. Gastvrijheid verwordt hier tot nutteloze goede bedoelingen.

The Odyssey bewaart de beste scènes voor het einde. In de voorlaatste zien we Odysseus in de onderwereld, waar hij zijn overleden moeder Antikleia ontmoet. Hier geen geren en geschreeuw. De studenten uit Maastricht blijven dicht bij de mythe, met wonderschone projectiebeelden die zowel de onderwereld zelf als de hedendaagse bootvluchtelingen tot leven wekken. Een verbijsterde Odysseus ziet zijn moeder uit een gat in de grond verrijzen. De Maastrichtenaren durven het als enige groep stil en sereen te houden, en maken daarmee veruit de sterkste voorstelling van de acht.

Het slot, van de Noren, is ook in orde. Buiten, in de Tolhuistuin, mooi uitgelicht in de duisternis onder een imposante boom, zetten zij de thuiskomende Odysseus neer als een sympathieke stuntelaar. Zijn fameuze boog krijgt hij niet gespannen, waarna hij hem in arren moede gebruikt als knots om de verleiders van zijn echtgenote te kunnen doden. Wat volgt is een kinderlijk tikkertje spelen tussen de echtelieden, waarbij Odysseus Penelope ook nog eens kwijtraakt. Ook hier is de band met het thema ver te zoeken, maar het is wel een geestige en originele kijk op de grote held.

The Odyssey jaagt zijn toeschouwers tweeëneenhalf uur lang van scène naar scène, zonder dat zij enig overzicht hebben. Vooral het gedraaf door de krochten van het Tolhuis bracht een gevoel van desoriëntatie teweeg, zoals ook echte vluchtelingen dat zullen ondergaan. Dat was, wat mij betreft, eveneens een verdienste van deze voorstelling.

Foto scène 1 Calypso – TEAK Helsinki: Neeltje Knaap