Theater Artemis zet wel vaker clichés in om iets bij zijn publiek los te maken, om de toeschouwer zichzelf te laten bevragen. In Party Dialogues, dat ons moet inwijden in de mystieke wereld van ‘de’ jongeren – en ons terugvoeren naar onze idealen van toen – lukt dat niet. Wat overblijft is louter het cliché.

Ach, ‘de’ jongeren. Iedereen wil ze kennen, weten wat hen bezielt, hoe ze denken (of: wat ze kopen). Nog los van het feit dat de jongere die enkel wordt gedefinieerd door zijn leeftijd niet bestaat, maakt ook de intentie van theatermakers om iets over hen te zeggen wat huiverachtig. Is het als instituut (en ja, ook een theatergezelschap is dat, zelfs dat van Jetse Batelaan) niet sowieso een illusie om ook maar iets te (be)grijpen van die vaak nog ongearticuleerde binnenwerelden? In Party Dialogues proberen Artemis-educatiemaker Liesbeth Swings en een groep jongeren de omweg te nemen van onze eigen binnenwereld, maar die poging schampt af. Daardoor blijft de voorstelling steken in zijn omhulsel: een gemeenplaats.

Het begint bij de WhatsApp-groep waartoe we worden uitgenodigd en die ons warm moet maken voor de party op een geheime plek. Bij aankomst op die besloten, bloedhete fuiflocatie wordt ons een specifiek kostuum aangereikt. De dresscode is die van het ritueel, want de hele party zal zich vooral ontrollen als een uitgerekte liturgie die uit verschillende onderdelen bestaat, gaande van dedication, over innocense, hope, enzoverder… tot unity, blijkbaar de ultieme waarde voor ‘de’ jongere. Bij elke statie hoort een ritueel dat uitgevoerd wordt door de jonge performers, uitgedost in Tomorrowland-achtige outfits vol bloemen, vlindervleugeltjes en sterren.

De hele rozige sfeer doet denken aan de ‘gewilde onvolwassenheid’ waarover filosoof Susan Neiman het heeft in haar boek Why Grow Up? en waarvan de Tomorrowland-, unicorn- en onesie-cultuur de emanatie zijn. Neiman stelt dat een hele generatie jongvolwassenen zich omgeeft met dat soort feeërieke nepwerelden, en dat de infantiliteit die daarin schuilt geen daad is van rebellie maar juist een van grote onverantwoordelijkheid – moedig zou zijn om de handschoen op te nemen en wél volwassen te worden, de échte wereld in te gaan en die eventueel te proberen verbeteren.

Neiman zou Party Dialogues hoofdschuddend hebben aanzien. In Party Dialogues zijn de teksten knullig en naïef (‘Stay with me in paradise/So our future can be nice’) en de ronddartelende jongeren-elfjes gaan voor ‘peace, happiness and unity’, terwijl ze intussen in het hoofdstukje ‘purity’ vrolijk de imaginaire sigaretten ronddelen, de sterke drank circuleert en ze ritueel bier uitkosten. Tja, ‘de’ jongere is een moreel gespleten wezen, maar ook dat wisten we al eventjes. Op zich is niet het ensceneren van die clichés het manco van Party Dialogues, maar de ontoereikende strategie die erachter schuilt.

Dezelfde strategie hanteerde Swings al eerder, en beter. In 2017 maakte ze op Oerol het verfrissende Hallo Dampkring, waarin een groep jonge kinderen een requiem brengt voor onze planeet – met de dringende vraag aan het volwassen publiek om dat doemscenario alsnog te stoppen. Het ‘kind-zijn’ van de onschuldige blonde Friese kindertjes werd toen uitdrukkelijk ingezet als tool, als medium om de schuld van het volwassen publiek in de verf te zetten. De kinderen spiegelden de volwassenen, die noodgedwongen zichzelf in de ogen moesten kijken.

In Party Dialogues draait het erop uit dat de jongerenwereld geen middel is, maar doel. De terugkaatsing ontbreekt, hoewel Swings uitdrukkelijk probeert de schaapachtige menigte volwassenen te betrekken door hen te laten meedansen of hen geijkt jongerenjargon in de mond te leggen als ‘WTF’ of ‘OMG’. Het laten lezen van een getuigenis over de eerste intimiteit tussen jonge geliefden was in mijn geval alvast onvoldoende om me te laten nadenken over mezelf of mijn verloren idealisme.

Het geritualiseerde cliché schiet zo zijn doel voorbij, en blijft steken in zijn meest voor de hand liggende vorm. We worden niet uitgedaagd om zelf opnieuw te voelen hoe we waren, of om onze eigen ik van toen opnieuw te verkennen. We blijven buitenstaander, bezoekers in een vreemde wereld, in georchestreerde danspasjes braafjes meehossend op een feestje dat het onze niet is. En dat zijn helaas niet de beste party’s.

Foto: Henk Claassen