Met zijn autobiografische monoloog Magda Toffler zet de Zwitserse Boris Nikitin de geschiedenis van zijn grootmoeder uiteen. Een leven lang is zij geheimzinnig over haar Joodse achtergrond, die Nikitin boven tafel probeert te krijgen. Het zeventig minuten durende stuk telt vijfentwintig pagina’s en wordt voorgelezen vanaf een stoel in één spotlight. Veel meer dan dat is het niet.

In het buitenland heeft hij succes. Frascati geeft hem zaal 1. Toch is het vanavond schokkend rustig. Hooguit twintig toerschouwers nemen plaats op de eerste en tweede rij, aangemoedigd door de zaalwacht, die het ook ‘wel erg rustig’ vindt. Midden in de zaal, neemt Nikitin plaats op een simpele, houten caféstoel. Hij richt zijn blik naar het licht en duikt dan volledig in de tekst-A4’tjes op zijn schoot.

De zeventig minuten durende monoloog zoomt in op het leven van zijn grootmoeder, die jarenlang scheikunde doceert in het jonge socialistische Tsjecho-Slowakije. Na haar dood op 87-jarige leeftijd, duikt Nikitin in haar verleden. Het verhaal begint mooi, met nauwkeurige beschrijvingen over hun band. Vanaf zijn vijftiende gaat hij jaarlijks bij grootmoeder op bezoek in Bratislava. Ze drinken instantkoffie, hij vertelt haar over zijn gevoelens voor jongens, en probeert verhalen te ontfutselen over haar geschiedenis. De monoloog vertelt over de flat waar zij met grootvader woont, de typische geur die er hangt en over de gezichten van de standbeelden in het aangrenzende Sovjet-park met gezichten die onverschrokken de toekomst tegemoet staren.

In een mooie anekdote weidt hij uit over haar handen, die bij aanraking voelen als warm deeg in de zon. Over haar jeugd krijgt hij echter mondjesmaat informatie los. Totdat hij op een dag, jaren later, wordt opgebeld door zijn moeder. Ze heeft een oude penvriendin van zijn grootmoeder getraceerd. Nikitin reist af naar Tel Aviv om de oude dame uit te horen over zijn familiegeschiedenis.

Magda Toffler is in zijn essentie verhalend sterk, maar wordt in het begin zo traag opgebouwd dat je al snel de aandacht verliest. Het familiegeheim dat Nikitin los probeert te krijgen – hij ontdekt dat ze oorspronkelijk uit een Joods gezin komt – heeft een erg lange aanloop. Na wat een eeuwigheid lijkt, wordt duidelijk dat zij tijdens de tweede wereldoorlog een jaar heeft ondergedoken in een schuur in Oost-Slowakije. Haar familie komt in dezelfde periode om in de vernietigingskampen. Gedurende haar latere leven houdt ze deze informatie achter voor haar gezin en verbergt haar geschiedenis zelfs voor haar dochters.

Nikitin kiest in zijn voorstellingen doelbewust voor een sobere setting. Hij, een stoel en zijn tekst. Eerder, in 2018 maakte hij in dezelfde setting een Hamlet-bewerking, in 2022 volgde Attempt on Dying. Je kunt het gewaagd noemen, maar ben je een goede acteur, dan heb je niet veel meer opsmuk nodig. Nikitin is echter een oersaaie speler. Al is het geen spelen, maar vooral voorlezen dat hij doet.

De keuze voor een Engels stuk helpt daar niet bij. Als Duitstalige theatermaker versta je zijn uitspraak hier en daar amper, en naarmate de tekst langer duurt, dut je in. Hij doet echt zijn best, en probeert het publiek erbij te houden door minutieus ingestudeerde gebaartjes: het opnieuw rangschikken van zijn tekst en kleine tics, zoals het knipperen met de ogen en een bewegend been, maar ook dat gaat na een tijd vervelen.

Op tweederde van de voorstelling lijkt Nikitin zijn tekst kwijt. Eerst lijkt het nog ingestudeerd, maar na een minuut of vijf is het wel erg pijnlijk. Wanneer hij door een deur achter in het vertrek verdwijnt, blijf je achter met de vraag of dit nou de bedoeling was, of dat hij achter de schermen moed bijeen raapt om terug te keren voor het laatste gedeelte. Dat laatste stuk had hij beter achterwege kunnen laten. Ook al beschrijft de theatermaker de geschiedenis van zijn grootmoeder nauwkeurig, het verhaal leent zich beter voor een roman.

Foto: Konrad Fersterer