Documentair theatermaker Yinka Kuitenbrouwer maakt zich zorgen om de toekomst van de aarde en de rol van de mens daarin. Ze onderzoekt dat bij haarzelf, maar legt die zorgen ook neer bij allerlei uiteenlopende mensen. Morgen werd alles anders is tegelijkertijd egodocument en veldwerkonderzoek – en levert zodoende een rijkgeschakeerde, zij het wat wijdlopige, keur aan perspectieven op de toekomst op.

Ze sprak met haar oud-klasgenoot Jelle, 28 jaar, die altijd positief is maar wiens ideeën niet geniaal genoeg zijn om de wereld te veranderen. Claire is 79 en loopt op sneakers, ze schreeuwt soms machteloos naar de televisie. Sevenna is 14 en ja, ze is bang voor de toekomst en nee, daar is niets aan te doen.

Door die verhalen versnijdt ze het verslag van een reis die ze maakte naar Zambia, waar de bouw van een nieuwe dam in de toekomst welvaart zou moeten bieden aan de hele streek: eindelijk zou iedereen voorzien zijn van elektriciteit en drinkwater. Maar komt welvaart, komt toerisme, criminaliteit, vernieling.

Ditmaal hield Kuitenbrouwer het ook persoonlijk: ze schreef een brief aan het kind dat ze niet wil. Of wel wil, maar niet neemt. Ze reflecteert op haar jeugd, op hoe ze zelf in de nog geen dertig jaren dat ze oud is, al anders naar dingen is gaan kijken. Als puber haatte ze wandelen, al helemaal als dat een doelloos wandelen om het wandelen is. Inmiddels is ze een fervent wandelaar. Je perspectief kan dus veranderen, kan omslaan. Als Kuitenbrouwer een bejaarde man naar de toekomst vraagt, lijkt die haar zorgen maar jeugdige naïviteit te vinden. Een jonge puber maakt zich wel zorgen, maar bedenkt rustig een raket waarmee ze de rest van de ruimte aftast.

Door haar zorgen niet alleen vanuit zichzelf te benaderen, maar met uiteenlopende mensen erop te reflecteren, is haar voorstelling vooral een schets van een tijdgeest. Het is jammer dat Morgen werd alles anders zich op een enig moment te veel gaat herhalen. Kuitenbrouwer had kritischer mogen monteren, hoe dierbaar alle verhalen die ze gaandeweg verzameld heeft haar ook zullen zijn.

Kuitenbrouwer pretendeert geen nieuwe inzichten of moraal, maar toont dat waar we ook vandaan komen en hoe onze verledens ook van elkaar afwijken, de toekomst van de aarde iets is waar we ons allemaal tot moeten verhouden. Of dat nu betekent dat je ervoor kiest geen kinderen op de wereld te zetten, een dam te bouwen of schouderophalend ‘komt tijd komt raad’ te prediken. De ongewisse toekomst is wat ons allemaal bindt, dus waarin we elkaar kunnen vinden.

Op de speelvloer staat een drietal snarenconstructies (geluidsontwerp en scenografie: Wannes Deneer): de trillingen die de antwoorden van de geïnterviewden veroorzaken, worden daar op een aantal momenten omgezet in klanken. Het is op geabstraheerd niveau wat Kuitenbrouwer met haar hele voorstelling beoogt: een compositie van toekomstzorgen, onheilspellend, dissonant, grillig en onverwacht mooi.

Foto: Bas de Brouwer