De legende van Joris en de draak. De populaire animatiefilm How To Train Your Dragon. Een anatomische les. Een satire op een reality spelletjesshow. Dat alles in een stevig rockend jasje dat even soepeltjes wordt ingewisseld voor close harmony?  Het Laagland doet het en kijkt in de muil van de draak.

Het begin is ijzersterk. Met behulp van vele rekwisieten wordt de legende van Joris en de draak in sneltreinvaart verteld, compleet met enkele alternatieve eindes, waarbij niet de draak maar het paard of de prinses wordt gedood. ‘Allemaal leuk en aardig, maar het leven is geen sprookje’, dus volgt meteen een vermakelijke anatomische les over de draak, wederom met vele rekwisieten die uit de stellingkasten op het toneel worden gepakt. Dat niemand ooit daadwerkelijk een draak heeft gezien mag dan wel zo zijn, maar we hebben de draak allemaal gevoeld, allemaal onze eigen draken.

Dit gegeven wordt vervolgens slim uitgewerkt, waarbij het ene muzikale hoogstandje het andere in hoog tempo opvolgt. Alle spelers vertellen niet als personages maar als zichzelf (Joris Erwich, Karlijn Hamer, Freek den Hartogh, Gijs Nollen en Folmer Overdiep) over de eigen draak en herleiden die naar een bepalende gebeurtenis uit hun jeugd. Alleen Overdiep doet hier niet aan mee, hij wil absoluut niet over zijn draak praten. Perfectionisme, altijd leuk gevonden willen worden, altijd het laatste woord willen hebben of juist jezelf constant wegcijferen: het is herkenbaar, voor kinderen en hun ouders. ‘Het zijn de stemmen in je kop en ze houden nooit meer op.’ Wat je ook doet, de draak blijft. En wil je draak je met goedbedoelde raad beschermen, of je juist klein houden?

Waar dit misschien nog wat abstract is, worden alle draken concreet gemaakt in de volkomen over de top spelshow ‘Je dood of je leven’, waarin duidelijk wordt hoe je draak je gedrag en houding bepaalt tijdens een feestje of bij een ouderavond op school. Aan het eind van deze show vlucht iedereen in zijn gewonnen kostuum en gaat daarmee op in het decor – een even mooie als krachtige visuele vondst van kostuumontwerper Jorine van Beek en decorontwerper en beeldend kunstenaar Bas Zuyderland.

Alles lijkt verloren. Iedereen in zijn eigen bubbel: ‘Er ligt een draak voor mijn deur, dus ik durf er niet meer uit.’ Maar net als in de legende, is het Joris die het tegen de draak wil opnemen en de anderen mee probeert te krijgen in een kansloos gevecht. Dan ontploft Overdiep in een zeldzame woede-uitbarsting, ingegeven door zijn draak: angst.

Er is maar een oplossing: ‘Voel de draak, kijk hem in zijn bek’. Verstop je niet langer, maar vlieg en dans met de draak – hier op een mooie bewerking van ‘Dragon’s tongue’ van Wende Snijders. Net als in How To Train Your Dragon is de enige manier om de draak te temmen je eigen angsten onder ogen komen. Nu, een beetje, want echt temmen zoals in die film, dat is onmogelijk, maar je ziet zo wel zijn zwakke kanten – net zoals Joris in de legende. Dit slot komt na zeventig minuten een beetje uit de lucht vallen, maar past in de sprookjesstructuur.

Net als in eerdere voorstellingen neemt Inèz Derksen niet zozeer het kind als uitgangspunt, maar zichzelf en andere volwassenen en vertaalt op bewonderenswaardige wijze een idee naar het jongere publiek. Dat getuigt van lef, want Joris en de drakentemmers is zo allerminst een vermakelijk sprookje, maar een voorstelling die kinderen niet alleen laat zien waar zij mee worstelen, maar bovenal waar hun ouders mee worstelen. En andersom. Waarom ze zich overschreeuwen, uit het niets boos kunnen worden, of bang zijn voor dingen die helemaal niet bestaan: ‘Het zijn de stemmen in je kop, de stemmen in je kop, en ze houden nooit meer op.’

Foto: Joost Milde