Met hun theatrale concert Hier dooft niets willen De Andersons (Roel Dullaart en Anna Ågren, in deze tour bijgestaan door gitarist Thomas Bollen) een oproep doen tot verwondering als tegengif voor de onverschilligheid. 

Volgens de ondertitel is dat immers waar dit concert over gaat; verwondering. Een vrij breed en weinig bijzonder thema dat bij hen, net als bij zoveel kunstenaars, ten grondslag ligt aan hun maakproces. De Andersons zingen in liedjes, die qua sfeer af en toon doen denken aan het Amerikaanse duo The Civil Wars, over zaken waarover ze zich verwonderen, zoals Nederlands jongste ex-non en oude mannen.

Het concept ‘verwondering’ wordt helaas nauwelijks bevraagd, en we komen er ook niet achter wat verwondering nou eigenlijk is voor De Andersons en waaróm ze die oude mannen nou in godsnaam zo wonderlijk vinden. Het is geen voorstelling over verwondering, maar over zaken die hen verwonderen. Een kleine maar toch belangrijke nuance.

Hun liedteksten zijn poëtisch met hier en daar prachtige vondsten, al neigen ze af en toe een beetje naar clichés. Een lied gezongen door een seksueel agressieve vrouw die graag mannen wil verslinden met huid en haar hebben we al wel een keer of wat gehoord, en liedjes vanuit het standpunt van God zijn de laatste tijd ontzettend populair. Over het algemeen echter zijn ze prettig om naar te luisteren.

Roel Dullaert weet met zijn open blik en vooral met zijn rust te overtuigen en zelfs te raken. Als hij het prachtige liedje ‘Eb’ van Thijs Maas zingt, komt hij bovendien voor het eerst iets dichter bij de kern van wat verwondering nou eigenlijk echt is. Ågren staat zelden stil. Haar explosieve uitstraling maakt dat we als publiek maar weinig kans krijgen om haar echt een beetje te leren kennen. Pas tegen het einde, in een wiegenlied voor haar overleden vader, laat ze een heel klein beetje kwetsbaarheid zien. Haar performance zou met iets meer rust en breekbaarheid nog sterker worden.

De première werd gevierd in Het Rijk van de Keizer, een oud munitiedepot in Amsterdam. Deze locatie was bewust gekozen aangezien De Andersons deze tour, buiten enkele kleine theaterzalen, meerdere bijzondere locaties als deze aan zullen doen. Het huiskamergevoel komt hun concert absoluut ten goede. Hierdoor houdt het een ongedwongen sfeer en een lage drempel.

Ook zullen ze elke voorstelling een andere bijzondere gast meenemen, met wie ze zijn of haar verwondering zullen bespreken. Bij de première was dat niemand minder dan Jacques Klöters. Even waanden we ons in een aflevering van Andermans Veren. Klöters wist het publiek te doen schaterlachen met zijn anecdotes en te ontroeren met een prachtig liedje van Willem Wilmink. Het gastoptreden werd daarmee meteen het hoogtepunt van het concert. Gevaarlijk, het is maar de vraag of bij een mindere gast de hele voorstelling tot het einde weet te boeien.

In zijn optreden herhaalde Klöters de definitie van cabaret zoals deze ooit door Wim Ibo werd geformuleerd: ‘Professionele literair-muzikale theaterkleinkunst in een intieme omgeving voor een intelligent publiek’. Hier dooft niets past absoluut binnen deze definitie, en hoewel een grote lijn in de voorstelling ontbreekt, zullen liefhebbers van luisterliedjes in ‘literaire salon’-stijl niet teleurgesteld worden.

Foto: Roxanne Hellevoort