Dertig jaar lang sleept Gerard zich elke eerste dinsdag van het nieuwe kwartaal om klokslag twaalf uur naar het Parijse station Gare de Lyon, in de hoop zijn jeugdliefde Rachel daar weer te zien. Hij was verzetsstrijder in de oorlog, zij jodin. Om de razzia’s in 1942 te ontvluchten, moest ze noodgedwongen Parijs verlaten. Hij zette haar op een trein naar Marseille, richting Marokko. Ze spreken af om na de oorlog elke eerste dinsdag van het nieuwe kwartaal naar het Gare de Lyon te komen, net zo lang tot ze elkaar weer hebben teruggevonden.

Gare de Lyon is een nieuwe toneeltekst die Wies Venmans schreef op basis van een waargebeurd verhaal dat ze hoorde in de Spaanse grensgemeente Portbou, over een jonge vrouw uit Marseille die pas op latere leeftijd hoorde van haar joodse afkomst. Venmans bedacht het verhaal van haar ouders. Hoe haar moeder, een Parijse jodin, net zwanger, richting Marseille vlucht en in kamp Joffre beland. Ze bevalt van een dochter en moet haar noodgedwongen afstaan. Ze hebben elkaar nooit meer teruggezien.

Venmans schreef een filmische toneeltekst, die voortdurend schakelt tussen tijden en locaties. Zo volgen we parallel het leven van Gerard en dat van Rachel, die beiden uiteindelijk een nieuwe liefde vinden en trouwen; hij nog steeds in Parijs, zij na jarenlange omzwervingen in Los Angeles.

Jette van der Meij en Bartho Braat verrassen met mooi, ingetogen spel als de twee door oorlog getekende geliefden. Subtiel schakelen ze in de vele dubbelrollen die ze moeten spelen, met net een andere mimiek, stemgebruik of fysiek. Gelukkig geen grote, opzichte transformaties: hooguit met een ander hoedje of een zonnebril, wat eigenlijk al overbodig is. Mooi bijgevolg van het dubbelen van de rollen is bovendien dat je ook in de nieuwe liefdes die Rachel en Gerard na de oorlog vinden, de sporen van hun jeugdliefdes terugziet.

Ook in de grote sprongen in tijd en ruimte weet regisseur Ad de Bont een sterke soberheid te bewaren: door de acteurs ineens hard te laten schakelen zitten we meteen in een andere situatie.

In schril contrast met deze fijne, geabstraheerde theatraliteit, staat het grote projectiescherm op de achterwand, waar voortdurend van alles op te zien is. De voorstelling is gelardeerd met historische filmfragmenten die ons ten overvloede uitleggen of we in een trein, een dorpsstraatje of aan de voet van de Eiffeltoren staan. Die beelden zijn weliswaar mooi opgeduikeld door Michael Helmerhorst, maar leiden eerder af dan dat ze iets aan het verhaal toevoegen. De Franse sfeer, de ritmische cadans van een trein die naar het onbekende zuiden doordendert: het zit allemaal al in het spel, en beter nog. Om nog maar te zwijgen over de scènes die begeleid worden door beelden van versneld voorbijtrekkende wolkenvelden of nachtelijke luchten met vallende sterren; een soort veredelde screensavers van een jaren negentig computer.

Gare de Lyon is door sterk script en spel, en een strakke montage, een spannende voorstelling geworden, die het publiek voortdurend activeert het verhaal te duiden. Het geheel voelt nog wat zwaar. Dat wordt ook versterkt door het wel erg duistere lichtplan (ontwerp: Ramuntxo Stoete), waarbij op de première de acteurs overigens vaak niet of maar half in het licht stonden. Het script biedt wel degelijk ruimte voor wat meer lichtere momenten hier en daar. Die momenten kunnen nog meer opgezocht worden; juist dan wordt ook de zwaarte nog meer invoelbaar.

In de prachtige eindscène, waarin de twee geliefde elkaar dertig jaar na dato terugvinden, de ruggen tegen elkaar, handen verstrengeld, proberen ze in één ontmoeting een leven en een liefde in te halen. Tevergeefs, onmogelijk en tegelijkertijd allesbepalend. Gare de Lyon gaat over liefde, vluchten en doorgaan met het leven: universele thema’s die weliswaar niet specifiek aan de actualiteit worden gekoppeld, maar die je daar ook niet los van kan zien.