De vervagende grens tussen mens en machine, steeds verfijndere kunstmatige intelligentie, ethische consequenties van zelflerende robots. Zomaar een paar thema’s waar kunstenaars in romans, films en theatervoorstellingen mee worstelen. Zo onderzoekt de Engelse schrijver Ian McEwan in zijn laatste roman Machines zoals ik of een robot een echt bewustzijn kan hebben en liet Jibbe Willems onlangs in een solo voor Firma Mes een huishoudrobot talen leren en poëzie lezen. En in de film Her van Spike Jonze zagen we hoe de eenzame schrijver Theodore een intense relatie ontwikkelt met een computer, niet in de laatste plaats veroorzaakt door de verleidelijke stem van Scarlett Johansson.

In Robot van Vis à Vis zien we een variant op dat laatste gegeven. De zorgrobot die bij toeval in het rommelige huishouden van Adriaan en Bettina de Vries (Aad en Betty) terecht gekomen is onderzoekt de verschillende intonaties van zijn stem en ontdekt zo dat de bronstigste variant iets losmaakt bij Bettina. Heel even veroorzaakt dat een schrammetje op de innige band van de twee echtelieden maar dat heeft verder geen consequenties. Integendeel: als trio kunnen ze zich krachtiger teweerstellen tegen de boze buitenwereld.

En dat is nodig ook. Eerder dan een voorstelling over ‘de onstuitbare opkomst van de robotica’ laat Robot zich zien als een metafoor voor de situatie waarin Vis à Vis zich op dit moment bevindt. Het gezelschap, dat al jaren een vaste plek heeft op een groot terrein in Almere Poort, dreigt daar weg te moeten vanwege geplande woningbouw. In het decor is die oprukkende stad zichtbaar gemaakt middels een indrukwekkende skyline. Op gezette tijden is tijdens de voorstelling een doffe dreun te horen die doet denken aan een aardbeving. Het is het geluid van de almaar nabijkomende stad.

Aad is de personificatie van de creatieve werkplaats die Vis à Vis, behalve een theatergezelschap, vooral ook is. Al hun voorstellingen zijn een staalkaart van inventief knutselwerk, soms in gedetailleerde machientjes, soms in gigantische apparaten. Die aandacht voor de technische vormgeving wil nog weleens ten koste gaan van het verhaal, maar er valt daar op het Almeerderstrand altijd volop te genieten van de wonderen der mechanica. Al was het alleen maar door de ferme knipoog waarmee al dat houtje-touwtje gepriegel gepaard gaat.

In Robot is dat niet anders. Het verhaal is simpel. Aad en zijn aan een rolstoel gekluisterde echtgenote slijten hun dagen in hun huisje, een voormalige tankstation. Ze zijn op alle niveaus zelfvoorzienend. De planten in hun tuintje worden gesproeid door Betty op te takelen aan een oude hijskraan, de ontbijtmachine zorgt voor een gebakken eitje en een afgepaste hoeveelheid thee en de mechanische haan kukelekuut op het juiste moment.

Hun leven wordt overhoop geschopt met de komst van gerobotiseerde landmeters en een dame van een zorginstelling die hun woonsituatie als onverantwoord kenschetst. Haar oplossing: een zorgrobot. Uit haar mobiele service unit komen drie exemplaren tevoorschijn, de eerste volledig state-of-the-art en de tweede een samenraapsel van oude koelkasten en bakovens. De derde is een duidelijk een tweedehandsje en geeft dan ook na enkele stappen de geest.

De voorstelling wordt gedragen door de muziek van Robert van der Tol, aan dialogen heeft regisseur Michael Helmerhorst een broertje dood. Als verklaard liefhebber van de stomme film moeten de handelingen en de beelden het verhaal vertellen. Soms is er een flard tekst hoorbaar, maar vaker zijn het kreten en klanken. Gerold Guthman, die de zorgrobot speelt, levert een tour de force met zijn consequent volgehouden motoriek. Marianne Seine als Betty is erg goed als ze haar eerste wankele schreden zet nadat ze, met behulp van een beenprothese, uit haar rolstoel is gestapt. Heel langzaam vindt ze haar oude bewegingen weer terug.

De technici en ontwerpers van Vis-à-vis hebben zich weer danig uitgeleefd. Waar de sympathie ligt, lijkt duidelijk: bij het roestige spul van Aad. Maar met evenveel zorg is het gladde materiaal van de moderne tijd vormgegeven. Voor het spektakelstuk moeten we geduld betrachten tot het eind van de voorstelling. Dan blijkt dat Aad, als een soort Doc uit Back to the future, in zijn werkplaats een krankzinnige wagen in elkaar gezet heeft. Daarmee vliegen ze nieuwe horizonten tegemoet.

Het is het even krachtige als prachtige slotbeeld van een voorstelling waarmee Vis à Vis weer laat zien wat voor bijzonder gezelschap Almere op haar grondgebied heeft. En dat, mochten ze toch moeten verkassen, ze dat doen met de blik vooruit gericht. Naar een nieuwe toekomst.

Foto: Anna van Kooij