Een verbod op het gebruik van de vingercamera in het theater gaat wat ver, maar enige terughoudendheid in het gebruik ervan zou ik toejuichen. Nu is het weer de Iraanse regisseur Marjan Poorgholamhossein die haar verhaal meent te moeten vertellen met behulp van een maquette, enkele poppetjes en een projectiescherm. Waar zit de meerwaarde? In het feit dat de geprojecteerde beelden live worden gefilmd? Dat het ‘poppenhuis’ o zo knap in elkaar is geknutseld?

In haar voorstelling Flight No. 745 haalt Marjan Poorgholamhossein herinneringen op aan haar jeugdjaren in Teheran tijdens de oorlog met Irak. Die herinneringen worden geïllustreerd, juist, met een camera die dwaalt door een maquette van een doodlopend steegje, het straatje van haar jeugd. Het mijmeren over die jeugdjaren doet ze vanuit het vliegtuig (vandaar de titel) dat haar na jaren afwezigheid weer terugbrengt naar haar geboortegrond.

En, raad eens, zou Teheran veranderd zijn? Nou? Precies, in één keer goed! Het vliegveld is nieuw, de straten hebben andere namen. Na de Islamitische revolutie heeft Iran immers nieuwe machthebbers en zeker als die dictatoriale trekjes vertonen willen ze graag zichtbaar hun stempel drukken op de samenleving. Niks nieuws onder de Midden-Oostelijke zon.

Terwijl ze haar verhaal doet, gezeten op een stoel, sober uitgelicht op een verder lege toneelvloer, staat haar team links op diezelfde vloer met de poppetjes te schuiven. Veertig minuten lang kijken we naar bewegende plaatjes bij weinig wereldschokkende praatjes. Van de beloofde poëtische zeggingskracht is amper sprake.

Het is allemaal reuze keurig gedaan maar het niveau van kunstnijverheid wordt nergens overstegen.

Foto: Golnoosh Taheri