Ook voor mensen die niet vertrouwd zijn met de geschiedenis van gaming en 3D-simulatie of de sciencefiction-horrorfilm is de installatie Event Horizon (2021) van Jauhun Park in het Pleintheater in Amsterdam een fascinerende gebeurtenis. De opstelling in de theaterzaal verbindt het perspectief van een single user thuis op de bank – zwervend door een geanimeerde simulatie van meer of minder fantastische werelden – met het overzicht van de strandwacht of de scheidsrechter, die vanaf een zekere hoogte uitkijkt en overzicht heeft. Het is een simpele ingreep met veel effect.

Niets in de video, die op een ongewone breedte wordt geprojecteerd, doet exotisch aan, hoe sensationeel het uitzicht ook is. In elf minuten bewegen we van het meest simpele 3D-grid naar een super sensitieve wereld van deeltjes, die de viscositeit of vloeibaarheid van de materialiteit van onze wereld verbeeldt, hoe die opbouwt maar vooral ook afbreekt.

Bestaande, historische uitzichten krijgen een nieuwe rol in een collage van rampscenario’s, schuldige landschappen die ook als we ons niet de precieze toedracht meer herinneren meteen een gevoel van herkenning opleveren. Het globale mediabedrijf heeft van ons virtuele wereldburgers gemaakt.

Het is opvallend hoe realistisch en weinig fantastisch de bewegingen door het zwart van de digitale ruimte, als semi- of parallelle kosmos, aandoen. De vlucht door verschillende post-apocalyptische landschappen, de sprongen van een perspectief vanuit outer space naar relatieve close-ups van een stedelijke of industriële omgeving, van het ene gefingeerde object naar het andere, gaan moeiteloos. Park heeft een enorm gevoel voor setting, voor het gronden van zijn beeld- en bewegingsmateriaal. Dat kom ik niet iedere dag tegen, hoe voor de hand liggend de post-apocalyptische uitzichten als motief ook zijn.

Pixels worden een tastbare werkelijkheid, parallel aan de materiële deeltjes waaruit onze werkelijkheid is opgebouwd. De vergankelijkheid van het digitale (vergeleken met dingen van steen of metaal) wordt geassociëerd met het gedrag van waterdeeltjes en het verwaaien van sneeuw. Park heeft de beweging van het perspectief door de verschillende ruimtelijkheden, van macro-macro tot micro, een prachtige gevoel meegegeven, waardoor het platte van het videoscherm totaal verdwijnt en je je eerder op een verlaten filmset waant, tussen decors lopend.

Ook uitgesproken theatraal is de manier waarop hij al associërend een poëtisch statement doet over de staat van de wereld en hoe wij daar naar kijken, vanuit onze leunstoel, als grote afwezige – alsof we er geen onderdeel vanuit maken, slechts bekommerd om onze eigen vergangelijkheid, niet om die van de wereld als geheel.

Prachtig zijn de stukken gebouwde omgeving die moeiteloos maar geloofwaardig van schaal en lichamelijkheid veranderen. Brokken wereld imploderen en doen denken aan een in een moeras opgeduikeld half vergaan deel van een skelet of karkas, dat je in je hand kunt houden. Mens en machine hebben zich tot één overblijfsel vermengd. Steentijd, metalen constructies uit het industriële tijdperk en digitale architectuur verbinden zich als vanzelf.

Je zou Event Horizon (2021) kunnen opvatten als een zwanenzang. Digitale, veelkleurige snippers verbeelden het entertainment, waaraan onze kapitalistische wereld volgens sommigen ten onder zal gaan. Neil Postmans beroemde essay uit 1985, We amuseren ons kapot, en het recente Don’t look up van Adam McKay bij Netflix zouden referenties kunnen zijn. Maar Park bedient zich niet van een heroïsch, centraal gestuurd, dramatisch verhaal, dat ook zoveel scifi kenmerkt, en model lijkt geworden voor alle media-uitingen, fictie of geen fictie. Zijn visie op de wereld is zachter en tegelijkertijd harder. De mens staat niet centraal, sterker: nergens is er een te zien. Als toeschouwer kun je je voortdurend afvragen wat jouw rol is, of die van de mensheid, in het geheel. Het werkt relativerend, het doemscenario als een plek om je thuis te voelen.

Het Pleintheater heeft niet stil gezeten tijdens twee jaar lockdown. Het was een van de weinige theaters in de hoofdstad dat steeds werk bleef tonen en nieuwe opdrachten uitgaf, in de vorm van installaties en een postercampagne. Deze nieuwste samenwerking met de Koreaanse digital sculptor, simulator en animator Park, die sinds enige tijd in Amsterdam woont, in samenwerking met de geluidskunstenaar Ivo Bol, is daar opnieuw een goed voorbeeld van. Eerder waren Ecognosis N 52° 21’ 39.207” E 4° 41’ 49.702 van BetweenTwoHands en Street Vendors: Medellín, Tirana, Johannesburg, Yogyakarta van Su Tomesen te zien. In de zomer van 2021 was er ook al de installatie Swart Gat G̶o̶u̶d̶e̶n̶ ̶E̶e̶u̶w̶. Installaties in het theater zijn een vertrouwd gegeven aan het worden, een positieve bijvangst van de coronalockdown die het theater over het algemeen geen goed heeft gedaan.