Horizon van theatercollectief Opening Statement werkt een eenvoudig concept zeer consequent uit: op het dek van een veerboot bevraagt een tiener je over hoe de wereld er in 2052 uit zal zien. De opdracht om hardop een duistere toekomst te formuleren ten opzichte van de generatie die er het meest onder te lijden zal hebben is uitermate confronterend.

‘Ziet mijn huis er ongeveer zo uit?’ Mijn interviewer wijst naar een flatgebouw aan de oever van het IJ. Zojuist heb ik aan hem zijn toekomstige leefsituatie omschreven: hij woont in Stockholm, met zijn vriendin en twee kinderen, die hij zelf ter wereld heeft gebracht met behulp van een bevriende zaaddonor. En ja, inderdaad – in de Zweedse hoofdstad wonen anno 2052 zo veel klimaatvluchtelingen dat er een explosie van hoogbouw is geweest, en er bijna niemand meer op straatniveau woont.

Op het bovendek van de veerboot tussen het NDSM-terrein en Amsterdam Centraal word je in Horizon van theatercollectief Opening Statement door een tiener bevraagd over zijn of haar toekomst. Door middel van gerichte vragen helpt je gesprekspartner je om zo concreet mogelijk te zijn in je beschrijvingen, waarbij de persoonlijke details vanzelf verbonden raken met de staat van de wereld in het algemeen – om de vraag ‘hoe kook ik thuis’ te kunnen beantwoorden moet je eerst bedenken hoe er over dertig jaar met gas en elektriciteit wordt omgegaan, en hoe de bio-industrie er voor staat. Af en toe onderbreekt je interviewer je om even je aandacht op de omgeving te vestigen, zodat de toekomstvisioenen ook aan het hier en nu worden gekoppeld.

Zo functioneert Horizon (in regie van Joeri Heegstra en Samir Veen) vooral als spiegel voor je eigen geloofsartikelen over de wereld waarin we leven, over wat de grootste collectieve uitdagingen zijn en of we er als mensheid in zullen slagen die uitdagingen op te lossen. In het gesprek ligt de focus van de vragen vooral op het klimaat, maar is er genoeg ruimte om ook over sociaal-economische ongelijkheid, lhbti+-rechten, racisme en de strijd tussen een progressief en een conservatief wereldbeeld na te denken. Door het scherpe doorvragen van je gesprekspartner krijgt zo een min of meer samenhangende toekomst vorm.

Het confronterende van Horizon is dat waarschijnlijk weinig mensen aan de kinderen met wie ze in gesprek zijn een rooskleurig beeld van hun toekomst zullen schetsen. Door de toeschouwer te dwingen de consequenties van zijn wereldbeeld onder woorden te brengen, roept dat de schrijnende vraag op: waarom kom je dan niet meer in actie om de klimaatapocalyps te voorkomen? Zeker in een tijd waarin de meest grootschalige en disruptieve protesten in Nederland juist van tegenstanders van een fatsoenlijk klimaatbeleid komen, en nota bene de Duitse Groenen net hebben aangekondigd dat ze weer kolencentrales gaan heropenen, is het moeilijk om een passieve houding te rechtvaardigen – al helemaal tegenover een tiener aan wie je net de persoonlijke gevolgen van een falend klimaatbeleid in detail hebt moeten beschrijven.

Het slot van de voorstelling stemt niet hoopvol. Eenmaal terug aan wal krijg je een koptelefoon op, waarmee je het begin van het gesprek met de volgende deelnemer kunt beluisteren. Als die persoon binnen twee minuten ‘overbevolking’ als grootste oorzaak voor toekomstige problemen omschrijft, zakt de moed je in de schoenen: de radicale systeemverandering die nodig is om de aarde voor de kinderen van nu bewoonbaar te houden lijkt bijzonder ver weg.

Foto: Moon Saris