De voorstelling begint met twee minuten stilte op het kleine toneel. Niet zomaar twee minuten stilte, de twee minuten stilte. Er klinkt een reveille. Het is dus 4 mei. Twee meisjes staan stokstijf en ongemakkelijk naast elkaar. Het ene meisje fluistert naar de ander: ‘Waar denk jij nu aan?’ Zij krijgt geen antwoord.

De twee meisjes staan in een klein landschap van bergen lege, af en toe omvallende kartonnen archiefdozen. Ze proberen zich te verhouden tot precies dat verleden. Ze stellen elkaar vragen, dagen elkaar uit, vinden soms onzekere antwoorden over de keuzes die mensen maken in een oorlog. Een botsing met het verleden is de uiterst sobere, ontroerende eerste voorstelling van de nieuwste en kleinste toneelgroep van Nederland. Ik zie het in een mooi, maar moeilijk te vinden cultureel buurtcentrum, ver weg in Amsterdam-Nieuw West.

Die twee meisjes zijn de jonge actrices Tina Krikke en Alev Kutluer. Samen vormen ze toneelgroep De Vlammende Eend. Ze willen geen schitterend toneel maken, maar theater gebruiken om de wereld om hen heen te begrijpen en een verbinding te leggen tussen heden en verleden.

Ze lazen het boek De man die geen hekel had aan Joden uit 2018 van de Nederlandse schrijfster Chaja Polak, een ingetogen relaas over de man die in de oorlog, in 1944, verantwoordelijk was voor de arrestatie van haar beide ouders. Zijzelf, een peuter van twee jaar, werd niet gearresteerd, de Duitsers moesten haar laten gaan, want in de papieren stond dat zij een jongetje had moeten zijn. Chaja heeft daardoor de oorlog als onderduikstertje overleefd. Haar moeder Annetje Kupferschmidt doorstond concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz en andere kampen als door een wonder, een medegevangene zei haar dat zij de moed niet mocht opgeven omdat in Nederland haar dochtertje op haar wachtte. Chaja’s vader Hans Polak werd op 28-jarige leeftijd in concentratiekamp Dachau om het leven gebracht.

De twee actrices hebben zelf het stuk geschreven, soms improviserend op basis van de teksten van Chaja Polak. Ze hebben onopvallende, donkere kleren aan. Ze vertellen over Willem van Boetzelaer, de man die zei geen hekel te hebben aan joden, maar die er zoveel liet deporteren en vermoorden. En over diens dochter Isabel die een boek schreef Oorlogsouders, waarin zij het gedrag van haar vader tijdens de oorlog probeert goed te praten.

Ze gaan er over in discussie, ze tasten af: wat zou jij hebben gedaan. Maar dat is niet de goede vraag, zeggen ze, de vraag moet luiden: wat had jij moeten doen. Ze pretenderen niet dat te weten, maar volgens hen is er wel sprake van goed en fout, en is het verkeerd die twee begrippen te nivelleren totdat er helemaal geen morele keuze meer is waar mensen voor komen te staan.

Ik heb geloof ik nog niet vaak zo’n eenvoudige voorstelling gezien die toch zo effectief is. Hij is natuurlijk, zoals zoveel toneel, geplaagd door de coronatijd, waardoor veel openbare optredens niet konden doorgaan. Wel speelden ze voor groepen jongeren en studenten, die soms tot opmerkelijke conclusies kwamen en er actuele zaken in herkenden. Schrijfster Chaja Polak is vaak aanwezig voor een nagesprek. Dat de schrijfster, hoofdpersoon en voormalige baby daar zit als vriendelijke oude dame, geeft nog een extra emotionele lading. Een botsing met het verleden is ook nog te zien in het kader van Theater Na de Dam (in Podium Mozaïek).

Volgend jaar maakt De Vlammende Eend een grotere voorstelling over de geschiedenis van de arbeiders bij Hoogovens in IJmuiden. Schrijfster Christine Otten zorgt dan voor de tekst. Ik kijk er naar uit en vind De Vlammende Eend, hoe klein ook, alvast een aanwinst in het Nederlandse toneellandschap.

Foto: Anne Posthuma