‘Va, Pensiero’ oftewel ‘Vlieg heen, gedachte’, het beroemde Slavenkoor van Verdi uit de opera ‘Nabucco’, wordt door Miranda Lakerveld van World Opera Lab thuis gebracht, waar het hoorde: aan de rivier de Eufraat, midden in Syrië.

Dat is vreemd of liever: het is vreemd dat het vreemd is. Je kunt met dat Slavenkoor van alles doen. Het gaat in deze opera eigenlijk om de joden in Babylonische ballingschap, maar je kunt het ook brullen in voetbalstadions, het kan gaan over 19e eeuwse Italianen uit Verdi’s tijd die door de Oostenrijkers onderdrukt worden, of over joden in allerlei eeuwen, kortom het komt te pas voor iedereen die weemoedig klaagt dat hij het niet zo naar zijn zin heeft.

Maar Miranda Lakerveld brengt het lied niet alleen terug naar de Eufraat, zij maakt die rivier met al zijn problemen tot de hoofdpersoon van een kleine opera, die tijdens het Grachtenfestival wordt gespeeld in de fraaie tuin van museum Van Loon aan de Amsterdamse Keizersgracht. Dat is niet zo gek, want een telg van deze patriciërsfamilie, Maurits van Loon (1923-2006), brak een diplomatencarrière af om als archeoloog in Syrië te gaan werken. Hij heeft talloze artefacten opgegraven en ondergebracht in het archeologisch museum van Raqqa, dat helaas tijdens de recente burgeroorlog in Syrië werd vernield en leeggeplunderd.

Er is van alles aan de hand met de Eufraat, die van Turkije naar Syrië stroomt en van daar naar Irak, parallel aan de Tigris, waar hij ten slotte mee samenvloeit. In Mesopotamië, dat tussen de twee rivieren ligt, zien wij graag onze beschaving beginnen, ja, zelfs het paradijs liggen. Maar in de twintigste eeuw zijn er in de Eufraat zoveel stuwdammen aangelegd, dat de rivier dreigt te verdrogen. Daar kwam de Syrische burgeroorlog met al z’n verschrikkingen nog eens overheen.

Om dat allemaal te laten horen heeft Miranda Lakerveld op haar eigen wijze de muziek van Verdi, bewerkt door twee van de musici, aangevuld met vaak eeuwenoude, traditionele Sumerische, Koerdische, Syrische, Arabische, Turkse en Irakese muziek en zang. De jonge en bevallige sopraan Sabra El Bahri Khatri zingt en danst in een blauw en groene fladderende japon heel mooi de rol van de rivier. Af en toe laat zij flarden van haar jurk wegwaaien, zoals de rivier zijn water verliest aan de stuwdammen.

Een belangrijke rol speelt ook klarinettist en verteller Vincent Martig, die op een eenvoudige maar overtuigende manier, alleen al door een ander jasje aan te trekken of pet op te zetten, de gestalte aanneemt van achtereenvolgens de oude Nederlandse archeoloog Maurits van Loon, de jonge enthousiaste Syrische archeoloog Hosam Alqalqeely, de jonge Syrische activist Azat Almoud die bezig is met eigen handen het museum in Raqqa te repareren en de verbannen Syrische wetenschapper Nour Munawar. Die laatste heeft iets van een positieve boodschap tussen alle ellende, hij hoopt dat het gezamenlijk herstellen van oudheden de Syriërs weer bij elkaar zal kunnen brengen.

Zo eindigt het verhaal van de Eufraat toch nog met een schuchtere, optimistische toekomstvisie. Daar draagt ook de prachtige en vaak verrassende muziek toe bij, behalve door bovengenoemden ook door pianist Wim Dijkstra, de guitige ud-speler Haytham Safia en de sonore zanger en saz-speler Shwan Sulaiman. Het klinkt ook samen heel erg mooi. En natuurlijk helpt de fraaie setting in de beeldschone tuin van het museum Van Loon, waar een hoge houten steiger is gebouwd tegen de muur van het koetshuis en een kronkelend fel-blauw lint de loop van de rivier aangeeft.

Foto: Sjoerd Derine