‘Is er nog hoop?’, vroeg een journalist aan theatermakers Anoek Nuyens en Rebekka de Wit. Hun voorstelling De zaak Shell laat even onontkoombaar als geestig zien hoe complex de problematiek rond de klimaatcrisis is; een verantwoordelijkheidscrisis noemen ze het. Want als individu ben je machteloos, al laat je nog zo dapper de bitterballen staan, reis je met de trein en koop je eco-kleding. In de voorstelling laten ze zien wie welke rol speelt in deze crisis en hoe wij als burgers en consumenten onze rol beter kunnen begrijpen en spelen. ‘Want de wereld is in handen van degene met de beste tekst en het strakste kostuum.’

De zaak Shell is het slotstuk na tweeënhalf jaar onderzoek. In Tenzij je een beter plan hebt (2017) gingen ze op zoek naar een manier om ons een wereld te verbeelden waar de mens niet meer de maat der dingen is. Een jaar later onderzochten ze in Tenzij je een beter plan hebt: De Rechtszaak (2018) de mogelijkheden om een rechtszaak aan te spannen om ons milieu te beschermen.

Het vormde de opmaat voor een samenwerking met Milieudefensie, die een rechtszaak tegen Shell is begonnen, waarbij het bedrijf wordt aangeklaagd voor de gevolgen van klimaatverandering. Half december is de eerste zitting. In Repetities voor de werkelijkheid organiseerden ze publieke ‘pre-enactments’ waarin ze van alle kanten bewijsstukken verzamelden, dilemma’s formuleerden en pleidooien hielden

Ze zijn aandeelhouder geworden van Shell – ieder één aandeel à raison van € 31, inmiddels nog maar een tientje waard –, bezochten aandeelhoudersvergaderingen, lazen speeches en interviews van Shell en concurrerende bedrijven, ploegden beleidsnota’s van overheden door, analyseerden hun eigen gevoelens van frustratie en onmacht, praatten met vrienden en luisterden goed naar de opmerkingen van burgers. Hoe kan het dat er zo weinig schot lijkt te zitten in oplossingen voor het klimaatprobleem?

Het verzamelde materiaal vormt de basis voor  De zaak Shell. Hun zoektocht heeft geleid tot een voorstelling die staat als een huis (eindregie: Erik Whien), waarin je meegenomen wordt langs bizarre feiten en spectaculaire gegevens; waarin alles wat ze hebben bedacht en verzameld in die tijd is gecomprimeerd tot een voorstelling die schijnbaar op eenvoudige wijze maar in werkelijkheid buitengewoon slim en geestig de complexiteit van de materie laat zien, en analyseert wat er misgaat en waarom.

Klopt het als Shell zegt: ‘Wij doen alles om op verantwoorde wijze aan uw energiebehoefte te voldoen.’ Of: ‘U vraagt, wij draaien.’ Is het de schuld van de consument? Of moet de overheid meer doen? In De zaak Shell zien we hoe geraffineerd iedereen in het debat zijn verantwoordelijkheid doorschuift en welke gevolgen dat heeft.

In een inleiding vertellen Nuyens en De Wit – de laatste snipverkouden en bleekjes, maar negatief getest dus gelukkig staat ze er toch op de première – over hun onderzoek, hoe ze erachter kwamen dat Shell zelfs blijkt te beschikken over een scenario-afdeling waar zo’n twintig jaar geleden al angstaanjagend nauwkeurig de toekomst werd voorspeld waar we ons nu in bevinden: bosbranden, overstromingen, de opwarming van de aarde.

De spelers staan op een groot wit speelvlak waarin subtiele verschuivingen in de lichtstand benadrukken wie er aan het woord is: om te beginnen de ceo van Shell (geweldig gespeeld door Jaap Spijkers), die een gelikte speech houdt. Vervolgens word je meegenomen door een willekeurige consument (een al even geweldige Janneke Remmers) in de Mediamarkt: in een hilarisch verhaal laat ze zien hoe je als consument op zoek naar een printer thuis kunt komen met een trilplaat op zonnecellen (‘If you feel good, the world feels good’). Ze transformeert al pratend van wanhopige consument (joggingbroek, T-shirt) in een zeer professioneel ogende overheidsambtenaar (colbertje, pumps, opgestoken haar), de derde partner in de driehoek bedrijfsleven- burgers-overheid. ‘Wordt u niet doodmoe van de politiek?’, vraagt ze retorisch aan haar toehoorders om eraan toe te voegen: ‘Jazeker, maar ik ben ook hoopvol (…)’.

De burger wordt vertegenwoordigd door een leraar maatschappijleer (dubbelrol van Spijkers) die zijn leerlingen ‘hoop’ wil geven. Uiteindelijk komt als laatste spreker ‘de toekomstige generatie’ aan het woord, de Vlaamse Musia Mwankumi die vertelt over de wekelijkse demonstraties in Gent: ‘Rebekka vroeg me of ik als actievoerder over mijn ervaringen wilde vertellen. Het zou niet goed zijn als iemand die rol zou moeten spelen.’ Op haar beurt houdt zij de schrijvers (Nuyens en De Wit) weer voor dat zij zich uit angst als ‘bomenknuffelaars’ te worden gezien op de vlakte houden. ‘Wat is dit voor wereld dat je liefde voor bomen en planten moet verbergen om serieus te worden genomen?’

Door ook hun eigen positie in het maakproces ter discussie te stellen, wordt De zaak Shell nog sterker. De teksten munten uit in helderheid, herkenbaarheid en zeggingskracht, en de acteurs spelen hun rol fantastisch, met de ‘beste tekst en het strakste kostuum’. Theater maken, realiteit en fictie, de rol die de overheid, het bedrijfsleven en de burger/ consument spelen: telkens blijkt alles met alles verweven.

De zaak Shell is een belangrijke voorstelling die door iedereen gezien moet worden, al is het maar om een beetje hoop te houden of te krijgen.

Ten slotte: Frascati Producties moet dus echt blijven: omdat zij een unieke positie innemen in het theaterlandschap, omdat zij een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van nieuw talent en om dit soort voorstellingen te kunnen maken; theater dat je van hoop vervuld de zaal doet uitgaan.

Foto: Karin Jonkers