De kunstenaar was ‘IJzeren Heinig’ op zoek naar ‘het fundament van de schilderkunst, het heiligdom van de geometrie’ en ‘de essentie van het bestaan’. Zijn carrière liep van licht-impressionistische Haagse Schoolachtige landschappen met natuurgroen, molens en water via het kubisme naar plastisch abstract-geometrisch’. Grote woorden, ingewikkelde theorieën en een gekweld kunstenaarsbestaan. Daarom is het een fijn wonder dat Julika Marijn in haar theatervoorstelling Buiten de lijnen, het mysterie Mondriaan de beroemde schilder persoonlijk weet te maken.

Marijn staat samen met jazzpianist Rembrandt Frerichs op het podium, een terechte keuze. Als je het hele kunstenaarsleven van Piet Mondriaan (1872-1944) – over wie bibliotheken zijn volgeschreven – eens om zou draaien, dan kun je stellen dat hij misschien wel zijn hele leven op zoek was naar de bevrijdende jazz in plaats van het ultieme schilderij. Toen hij, gedwongen door oorlogsspanningen, via Londen in 1940 in New York aankwam, zag hij niet alleen een stad die was als een geometrische droom, maar maakte hij ook kennis met boogiewoogie, jazz en blues. In de akkoordenschema’s, syncopen en ritmiek van de jazz zag hij de toekomst voor de schilderkunst; en hij danste erop, zoals al zo vaak is vermeld, in rechte lijnen. Hoogtepunt van zijn oeuvre is het onvoltooide Victory Boogie Woogie (1942-1944).

Marijn en Frerichs treden op in een leeg, bijna abstract decor bestaande uit grote witte vlakken, een witte tafel en een schildersezel waarop slechts een leeg, wit doek. Projecties verlevendigen de voorstelling, die begint met de grafsteen op Cypress Hill Cemetry in New York waarop ‘Mondrian’ (zoals hij signeerde sinds zijn Parijse tijd) staat. Vandaaruit waaiert het biografische én schilderkunstige verhaal uit via Amersfoort, Amsterdam, Uden, Parijs naar tot slot New York.

Toch is Buiten de lijnen meer dan een picturaal hoorcollege, het is tegelijk een persoonlijke zoektocht van Marijn zelf. Haar eerste kennismaking met Mondriaan kwam via L’Oréal haargel met Mondriaan-motieven op de tubes. Maar ze vraagt zich vooral af: hoe kan een kunstenaar van nogal romantische Hollandse weilanden zich ontwikkelen tot strenge composities met uitsluitend rechte lijnen en kleurvlakken, culminerend in Victory Boogie Woogie?

Een juiste vraag, in de Mondriaan-literatuur natuurlijk al duizend keer gesteld. Maar toch weten Marijn en Frerichs van die schilderkunstige ontwikkeling een theatrale schatkist te maken. Telkens weer komt er een andere Mondriaan naar voren, de spirituele, de theosofische, de idealistische die telkens nieuwe artistieke wegen in slaat. Marijn voelt zich betrokken bij hem, zoals hij vereenzaamde en verkommerde in het naoorlogse Parijs waar niemand maalde om abstracte schilderkunst. Ze is hem thuis zelfs ‘Piet’ gaan noemen. Op levendige en inlevende manier geeft ze Mondriaan een gezicht. Dat deed ze eerder in de voorstelling over Etty Hillesum met als ondertitel Dat onverwoestbare in mij. 

Ze beoefent meerdere stijlen, nu eens vertellend en persoonlijke herinneringen ophalend, dan een rollenspel, een uitleg over schilderijen en in dialoog met Frerichs. Als twaalfjarige scholier schreef ze al een werkstuk over Mondriaan, ze leest eruit voor en komt tot woorden als ‘rust’, ‘harmonie’ en ‘zoektocht’. De tekst gaat heen en weer tussen schilderkunst en biografische achtergrond. Het wordt zelfs hypnotiserend als de schilderijprojecties beginnen te bewegen en de vlakken en lijnen in elkaar gaan overvloeien. Dat klopt: Mondriaans werken lijken statisch, ze zijn echter als je goed en vooral lang kijkt vol beweging en dynamiek. Pure swingende jazz.

Daarom is de begeleiding door pianist Frerichs zo perfect gekozen. Hij speelt een compositie in blauw en rood na terwijl een pointer aangeeft welke melodielijnen en welk akkoorden van verf tot muziek zijn gemaakt. Tot slot, Victory Boogie Woogie: Marijn geeft aan hoe Mondriaan tot dit werk kwam, de projectie laat de honderden vlakjes wit, geel, blauw, grijs en rood dansen. Ja, dit werk is een zoektocht naar ‘het licht. Altijd het licht’. Prachtig slot.

Foto: Guido Benschop