We wandelen in het bos. Terwijl de ‘mannen’ zich door de honden laten leiden, zoekt mijn kleindochter van vier naar steentjes. Ze kijkt op de grond, pakt er eentje, keurt het en gooit het weg of steekt het in haar jaszak. De mooie en fijne wil ze meenemen en thuis op een rij leggen. Dat gebeurt ook, in een poging om van groot naar klein te gaan. ‘Mooi hè’, zegt ze trots als ze ons haar gerangschikte verzameling laat zien.

Dat beeld van twee dagen geleden van de verzamelende kleindochter kwam direct in mij op toen ik Benjamin Verdonck in Aren zijn verzamelingen zag uitpakken en etaleren. Hij toont ze – even trots als mijn kleindochter – aan het publiek.

Verdonck heeft er heel wat, onder meer van kurken, schelpen, nummertjes 13, jetons, entreekaartjes, visitekaartjes van waarzeggers, kattebelletjes en uithangbriefjes van vermiste poezen. Hij staat achter een plank op schragen en boven die tafel hangt een cameraatje dat zijn getoonde waar op het groot scherm achter hem projecteert.

Hij zet een plaat op, herhaaldelijk doet hij dat, hij luistert dan even, hupt mee op de maat, glimlacht tevreden en keert dan naar de plank om dingen uit het volgende doosje te halen en op de tafel te rangschikken.

Ook de platen zijn een deel van zijn verzamelingen. De collectie varieert van experimentele electronisch muziek tot aria’s en Johnny Cash. De ene plaat kraakt al meer dan de andere. De gekozen fragmenten kleuren de getoonde objecten, maken de compositie compleet.

Tegen de platenspeler staat een smartphone die stemmen laat klinken, zacht. Als er een plaat gewisseld wordt, hoor je die stemmen wat beter. Het klinkt Frans, maar je verstaat niet waarover er gebabbeld wordt. De wereld gonst gewoon verder tijdens deze performance.

Alledaagse voorwerpen en dingetjes worden getoond en krijgen daardoor een bijzondere aandacht. Objecten zijn letterlijk dingen die voor je voeten geworpen zijn en kunnen obstakels zijn, maar hier totaal niet. Dingen waar je anders geen oog voor hebt, vallen nu op. In hun ding-zijn, in de manier van tonen, in hun vormgeving. De kunstenaar zet het werk van het kind voort, toont hoe de omringende wereld gezien kan worden, hoeveel schoonheid en waarde al die weerloze objecten in zich hebben.

Aren is een voorstelling van achtergebleven ideeën. Verdonck loopt als een arenlezer achter de maaiers aan en raapt alsnog de aren op die op het veld zijn gevallen. Bij het maken van zijn performances, zijn acties in de open ruimte en zijn producties binnen de muren van het theater zijn veel ideeën van tafel gevallen. En die worden nu weer opgeraapt.

In het eerste deel van de voorstelling zijn het die restdingetjes die getoond worden en die de toeschouwer aanzetten tot verbeelding. Wat had de kunstenaar hiermee wél kunnen maken? In het tweede deel vertelt hij over ideeën, heel enthousiast, ideeën die (nog?) niet verwezenlijkt zijn. Door praktische bezwaren, wetten en regeltjes, door technische beslommeringen, of omdat ze te gevaarlijk of te moeilijk zijn. Zoals een echte regenboog op het toneel creëren, of een act waarbij de maker net op tijd moet wegspringen om niet te pletter te slaan onder een vallende brandkast.

Hij leest voor uit een briefwisseling om een huis te kunnen bouwen in een paviljoen in het Antwerpse openluchtmuseum Middelheim. Of een e-correspondentie om met Anouk Nuyens en Rebecca de Wit een ecologische actie op poten te zetten. (Zij trokken toen rond met hun voorstelling Tenzij je een beter plan hebt).

Bij wijlen zijn zijn ideeën en voorstellen hilarisch en onrealistisch (zoals een gang graven van een bank onder de straat door naar een tegenoverliggende bloemenwinkel), maar ze zorgen vaak voor een aandoenlijke ontroering.

Het tweede deel toont ook een evolutie in Benjamins artistieke werkzaamheden. Van huisjes bouwen naar groots opgezette acties op straat en dan naar besloten kleinschalige theaterproducties, met een steeds grotere ecologische inslag. Heel actueel klinkt zijn idee om een workshop aan kinderen te geven in een grot en dat ze er dan niet meer uit willen. De kinderen lezen een tekst voor. Ze blijven in de grot, ze willen hun ouders niet meer volgen in het om zeep brengen van de wereld.

De première van Aren viel net op de dag van de eerste betoging van de spijbelende scholieren voor een degelijk klimaatbeleid in België. Met deze productie als een ode aan de dingen, aan de schoonheid van de kleine en grote dingen om ons heen, aan visionaire ideeën, ga je nog een beetje geloven dat ook kunst kan helpen om de wereld voor je kleinkinderen te redden.

Foto: Kurt van der Elst

Meer over Benjamin Verdonck in Theatermaker zomer 2018: De ecologische opstandige Benjamin Verdonck (PLUS-artikel)