Eerst stond hij nog mee op het podium en bewoog hij zich tussen de objecten, die hij aan draden het toneel op trok. Daarna stond hij naast zijn kijkdozen, minitheaters, en hield hij de touwtjes in handen. Nu is hij de grote afwezige op de bühne, en zweven de geometrische vlakken door de theaterruimte, als vanzelf, en scheppen ze zonder schepper een universum. Zo mooi, en bij wijlen zo ontroerend.

Benjamin Verdonck ging twee jaar geleden vlak voor de pandemie met zijn nieuwste kijkdoos in première. Twee keer werd de voorstelling gespeeld. Daarna viel alles stil. Afgelopen weekend was er de première 2.0. Daarna wordt het weer stil. Of toch niet?

Het toneelscherm gaat langzaam omhoog. In de verte zien we nevelslierten, ze kringelen onder wind- en stormklanken. Horen we een hond janken. Donkerte. Heel langzaam verschijnen met tussenpozen verticale grijze rechthoeken, een cirkeltje, een driehoek, wat streepjes die zich tot een hoek vormen. Ze draaien langzaam, soms schuiven ze over elkaar, kantelen ze, draaien ze sierlijk om hun assen, dan wordt het weer zwart.

Een driehoek schuift in het zwart, ontdubbelt zich, er komt een derde bij. Krassende klanken, een snerpende viool, stilletjes, een Frans kinderliedje dat hol klinkt, het is het ruisend geluid van een vaak gespeeld cassettebandje, hondengeblaf, …. . De geometrische objecten zweven in de ruimte, naar boven, naar opzij. Een wit vierkant krijgt een zwarte schaduw, maar dat klopt niet, want de schaduw staat op zijn punt.

Alles beweegt in de schemer, het wordt een gestileerd Bauhaus-achtig ballet met de basisvormen: driehoek, cirkel, vierkant. Ze glijden in elkaar als opeenvolgende stills van een uitdeinend heelal. Zonder twinkelende sterren, maar met in elkaar schuivende rechthoeken als resten van kosmische brokstukken. Dat alles in een black-box. Het doet me denken aan Mummenschanz van jaren geleden, maar nu zonder anekdotiek, wapperende handschoenen en vrolijke wezentjes. Eerst beweegt alles vooral in zwart en grijs, daarna in lichter wordende kleuren. Maar echt licht wordt het niet. Je ziet geen mens, maar je voelt wel dat er mensen aan het werk zijn.

We kijken geduldig zoals we naar schilderijen van Piet Mondriaan kijken. Deze voorstelling heeft geen haast. Vierkanten kantelen, worden ruiten, zwarte en witte lijnen krijgen paarsgroene kleuren, een vierkant wordt een kubus, een rechthoek een wentelende doos, een cirkel een bol. Ik associeer het met werken van Malevitsj, Miró, De Stijl, … , eerst zijn de vormen tweedimensionaal, dan zien we ze in 3D. Een traag vormenspel, het is een oneindig ogend universum in beweging. Tegen het einde is er een verrassende wending met een levend wezen. Meer kan ik niet zeggen, alleen dat ik het heel ontroerend vond.

Natuurlijk kantelen en zweven de geometrische vormen niet uit zichzelf. Benjamin Verdonck is dan wel niet te zien op het podium, ergens in het donker in de zaal geeft hij regie-aanwijzigingen aan mensen die – onzichtbaar – aan touwen trekken en het spel met lichten in handen hebben. Even wordt deze sluier opgelicht, om dan weer in de magie van een black-box weg te glijden. Verdonck fungeert als de dirigent van een partituur, die hij en zijn team gecomponeerd hebben.

De minitheaters van vroeger (notallwhowanderarelost, Liedje voor Gigi, en onlangs ook Regenboog, Waldeinsamkeit, ….) worden nu radicaal uitvergroot tot over de hele breedte van het podium. Kan Benjamin Verdonck nu nog verder evolueren? Wellicht, maar dan niet onder het dak van het Toneelhuis. Vanaf juni hoort hij niet meer bij die groep artiesten. Hij heeft er een zestien jaar kunnen werken, nu kiest Toneelhuis met een nieuwe directie voor andere theatermakers.

Verdonck heeft daar totaal geen moeite mee. Vernieuwing moet er steeds zijn. En wat gaat hij nu doen? Hij weet het nog niet. Ook iets nieuws, maar er zijn geen concrete plannen. Misschien gaat hij gewoon in de tuin wieden. Wel hoopt hij toch nog zijn minitheaters en deze nieuwe productie te kunnen opvoeren. Even zag het er naar uit dat alles stil zou vallen, maar nu staan er toch al voorstellingen gepland. Ook in De Brakke Grond in Amsterdam zal zijn werk te zien zijn. Al heel binnenkort Regenboog en Waldeinsamkeit en volgende seizoen in december deze tijger.

Foto: Kurt van der Elst