Antarctica is een intermediale puzzel waarin opera, videografie en wetenschap samenkomen. Componist Mary Finsterer en librettist Tom Wright creëren samen met Sydney Chamber Opera en Asko|Schönberg een contemporaine mythe met een kleurrijke modernistische splash.

Het verhaal heeft niet veel om het lijf, maar maakt de opera daarmee ook toegankelijk en goed te volgen: in de negentiende eeuw monsteren een theoloog, een natuurfilosoof en een cartograaf aan op een schip om af te reizen naar een geheimzinnig, zuidelijk continent. Alle drie hebben ze hun eigen redenen om meer te leren over Antarctica. De natuurfilosoof is op zoek naar kennis, de theoloog naar iets goddelijks en spiritueels, en de cartograaf wil met name grenzen trekken. Ze discussiëren met elkaar, met zichzelf, en met de Primae Creatura, het oerwezen dat de stem van het continent zelf lijkt te zijn. Uiteindelijk loopt het schip op de klippen. Allen sterven, behalve de dochter van de kapitein, die op bovennatuurlijke wijze over het ijs en door de mist naar de eenentwintigste eeuw dwaalt, en daar haar verhaal doet.

Finsterer heeft een filmische, nostalgische compositie gecreëerd die niet zelden doet denken aan de soundtrack van een fantasy-film, geheel in lijn met haar eigen traditie. Asko|Schönberg, in samenwerking met Sydney Chamber Opera, gaat er dan ook volledig voor en zet een bloemrijke, bombastische uitvoering neer, waarin vooral de strijkers en de blazers hun hart kunnen ophalen. Het geschmier wordt hier en daar afgewisseld met kleinere, minimalere interludes. Alhoewel het libretto aardig wat ups en downs kent, functioneert de muziek eerder als een soundscape dan als een inkleuring van het narratief.

Daarbij moet gezegd worden dat librettist Tom Wright lekker experimenteert met de tekst. Sommige delen van het verhaal worden alleen geprojecteerd als ondertitels. De gezongen teksten zijn poëtisch en talig, kralenkettingen van woorden waarin beschrijvingen centraal staan: Latijnse benamingen, het gekraak van het schip, de kaarten van het landschap. Ergens is het jammer dat er meer wordt verteld dan dat er wordt uitgebeeld, maar net als de muziek werkt de tekst meer op een associatief niveau.

Vrijwel alle teksten zijn solo’s. Er is amper samenspel te vinden tussen de solisten, wat bijdraagt aan hun statische spel. Een pluspunt – ze kleuren de muziek wat tegen, en de keuze om hen onderdeel te laten zijn van de scenografie is erg sterk.

Muziek en tekst sluiten naadloos aan op die scenografie. Het toneelbeeld (een ontwerp van Elizabeth Gadsby) bestaat uit een reusachtig scherm dat de hele bühne verticaal en horizontaal overneemt. In het midden van dat scherm is een raam met drie panelen te zien. Achter dit raam bevindt zich een kamertje, vaak gevuld met witte rook die zo nu en dan het hele kamertje overneemt, en met tl-buizen die de kamer een tint geven die we met een personage of thema gaan associëren. De solisten verschijnen in dit kamertje, schrijden naar het raam voor hun partijen en verdwijnen dan weer in de mist. Linksboven is een tweede raam. Hier geen mist, soms wel een gekleurde lichtspot. Achter dit raam zit een klein meisje met een knuffel: de kapiteinsdochter, die vanuit het heden terugkijkt op dit avontuur.

Het enorme beeldscherm, met videoprojecties van Mike Daly, doet de rest. De achtergrond is afwisselend zwart of wit, en er worden woorden, coördinaten en typografische bewegingen geprojecteerd die de thematiek van de drie hoofdpersonages ondersteunen. Door de solisten in het midden van dit scherm te plaatsen, worden ze fysiek onderdeel van de visuele compositie. De felle kleuren afgebakend binnen de zwartwitte videoprojecties zorgen voor een heldere, indrukwekkende esthetiek, waarin het beeldscherm meer is dan een interactief achterdoek: de videoprojecties staan letterlijk centraal.

Wanneer de drie hoofdpersonage geïntroduceerd worden, speelt het scherm een cruciale rol in het uitdiepen van hun dromen en verlangens. Het totaalbeeld is een oprechte combinatie tussen spel, zang en videokunst. Wanneer het narratief vordert, komt de focus vooral op de lichtveranderingen in het kamertje te liggen, en blijft het beeldscherm wit – helwit verlicht. Het schip strandt en de natuur blijkt meedogenloos. Het continent ondersteunt niet langer de plannen van de personages. Nu raken ze slechts verloren in dit machtige, witte landschap. Dit is waar libretto, muziek en scenografie samenkomen en raken aan grotere thema’s rondom Antarctica: wat is onze relatie tot dit continent? In hoeverre is die vanaf de 19e eeuw tot aan nu eigenlijk veranderd, en welke consequenties heeft deze koloniale mindset? En hoe inspireert dit onmenselijke landschap tot nieuwe mythen en verhalen?

Foto: Ada Nieuwendijk