Jeugdtheatergezelschappen kunnen niet alleen hun reguliere voorstellingen niet spelen, ook de vele schoolvoorstellingen gaan de komende weken niet door. Voor alle kinderen die nu noodgedwongen thuisonderwijs krijgen én hun ouders deelt Theaterkrant links naar online voorstellingen, gekoppeld aan een of meerdere lesthema’s. Vandaag: Wij gaan op berenjacht.

Het is inmiddels ook in Nederland een rage: Berenjacht op straat. Steeds meer mensen zetten een knuffelbeer voor het raam en kinderen trekken door de buurt om zoveel mogelijk knuffels te spotten. Inspiratie zou het boek ’We gaan op berenjacht’ van Michael Rosen en Helen Oxenbury zijn.

Van datzelfde boek maakten de zangers van Silbersee en danser Chérif Zaouali in 2015 een voorstelling. Dat moet geen gemakkelijke opgave geweest zijn. Hoe maak je een uur durende voorstelling van een prentenboek dat je in minder dan vijf minuten voorleest? Waarvan de tekst bovendien vooral uit herhalingen bestaat en waarin alleen het landschap – dat vader, zijn vier kinderen en de hond doorkruisen – verandert? Maar de voorstelling lukte en meer dan dat. ‘Er zijn maar weinig welke-leeftijd-dan-ook-plus-voorstellingen waarbij echt alles klopt. Dit is er een van’, schreef ik 2015.

Wij gaan op berenjacht mengt dans, zang en spel op zo’n inventieve en verrassende wijze dat jong en oud ogen en oren te kort komen. Bij het hoge gras dat opeens uit het witte vlak komt, met daarachter een ingenieus gecomponeerd ‘waar is wie’. Bij het hele speelvlak dat als modder aan de laarzen blijft plakken, gevolgd door weer een nieuwe muzikale variatie op ‘Wij gaan op berenjacht, we gaan een hele grote vangen. Wat een prachtige dag, wij zijn niet bang!’

Maak de voorstelling nog leuker door vooraf de workshop te bekijken.

De voorstelling van Theater Sonnevanck en Silbersee bekijken kan hier.

Thuistip van de dag: Ga thuis op berenjacht!

Ga ook thuis, samen met je ouders, broertjes en zusjes, op onderzoek uit. Ontdek de zes landschappen waar de familie doorheen komt. Gebruik daarbij dit werkblad.

Foto: Edwin Deen