Na de zoveelste ontbering zijn ze allemaal gewond. Daar zitten ze dan. De hond huilt, neemt stiekem een slok uit de heupfles, geef hem eens ongelijk. Maar nog altijd geen beer gevangen. ‘We zijn echt niet bang’ klinkt het droevig.

Dit jaar viert Theater Sonnevanck zijn 25-jarig bestaan. Die verjaardag valt samen met een kwart eeuw ‘berenjacht’ in Nederland. Precies 25 jaar geleden verscheen immers Michael Rosens prentenboek Wij gaan op berenjacht in de prachtvertaling van Ernst van Altena, vele malen herdrukt en door meerdere generaties omarmd. Waarom dan niet theater met juist dit klassieke prentenboek combineren?

Omdat er, eh, nogal wat beren op de weg liggen. Want hoe maak je een uur durende voorstelling van een prentenboek dat je in minder dan vijf minuten voorleest? Waarvan de tekst bovendien vooral uit herhalingen bestaat en er van handeling amper sprake is. Immers, alleen het landschap dat vader, zijn vier kinderen en de hond doorkruisen verandert. Goed, van de bravoure aan het begin is aan het eind weinig meer over, maar om nou te zeggen dat dit een ideaal uitgangspunt voor theater is, nou nee. Zeker niet als je besluit je vrijwel letterlijk aan de oorspronkelijke tekst te houden. Dit kan niet goed gaan.

Na een al hilarische workshop participatie door studenten van ArtEZ Muziektheater van een krap kwartier begint de voorstelling. Ogenschijnlijk zonder decor. Voor wat volgt louter superlatieven. Het is oersimpel en razend knap. De voorstelling mengt dans, zang, toneel en decor op zo’n inventieve en verrassende wijze dat de kleuters af en toe het participatielesje vergeten – niet omdat ze niet langer mee willen doen, maar omdat ze nu echt even goed willen kijken. Volwassenen denken op dat moment: ‘Was ik nog maar vijf!’

Jong en oud komen ogen en oren tekort. Voor het hoge gras dat opeens uit het witte vlak komt, met daarachter een ingenieus gecomponeerd ‘waar is wie’. Voor het hele speelvlak dat als modder aan de laarzen blijft plakken, gevolgd door weer een nieuwe muzikale variatie op ‘Wij gaan op berenjacht, we gaan een hele grote vangen. Wat een prachtige dag, wij zijn niet bang!’ En dan komt nog de rook van de sneeuwjacht, de spannende tocht door de grot en de vlucht naar huis met vervaarlijk gegrom en een visueel even prachtig als afwijkend slot. Aan elk detail is in deze productie gedacht, elk landschap is spannend én leuk. Aan het eind zien we daadwerkelijk een beer, maar meer verklappen is zonde.

De muziek van David Dramm schiet van rock naar madrigaal, van rap naar bijna mariachi, en daarmee voorziet Dramm keer op keer het refrein van nieuwe klankkleuren. De zangers van Silbersee (voorheen VocaalLAB) blijken in de regie van Flora Verbrugge bovendien uitstekend te kunnen acteren terwijl van huis uit danser Chérif Zaouali een ware acrobaat blijkt. En hij kan zingen ook. En zo is iedereen eigenlijk te roemen.

Het eindresultaat is een voorstelling die in de eerste plaats alles in zich heeft om de doelgroep voor het theater te winnen. Dat is al voldoende. Daarnaast zullen ouders en grootouders zich geen moment vervelen. Maar tegelijkertijd is deze Wij gaan op berenjacht een voorbeeld voor regisseurs, dramaturgen, componisten en decorontwerpers.

Veel tekst is verder niet nodig: er zijn maar weinig welke-leeftijd-dan-ook-plus-voorstellingen waarbij echt alles klopt. Dit is er een van.

Foto: Edwin Deen