Wat is de staat van het toneelschrijven in Vlaanderen en Nederland? Is er een relatiedrama gaande tussen schrijvers en producenten? Over deze vragen spraken schrijvers en dramaturgen uit Nederland en Vlaanderen afgelopen maandag tijdens een online ontmoeting onder de titel Shakespeare is dead, but here we are

Het Vlaamse gezelschap Het nieuwstedelijk in Leuven had voor deze periode het toneelschrijffestival Shakespeare is dead op touw gezet en Theater Bellevue in Amsterdam had een busreis met een Nederlandse delegatie toneelschrijvers voorbereid. Weer mooie plannen die vanwege corona niet door konden gaan. Als alternatief organiseerden de twee partijen samen met deBuren en het splinternieuwe Toneelschrijfhuis (nieuwe plek ter ondersteuning van het artistieke en autonome werkproces van schrijvers voor podiumkunsten) deze online bijeenkomst. 112 geïnteresseerden keken thuis live mee.

Relaties
Stijn Devillé (Het nieuwstedelijk) ging in gesprek met Lot Vekemans en Martine Manten (Het Toneelschrijfhuis). Hoe is het gesteld met de relatie tussen schrijvers en makers? Volgens Vekemans is er in Nederland vaak een positieve uitwisseling tussen schrijver en maker. Maar is de status van de toneelschrijver soms bijzonder laag. ‘Het is belangrijk om meer te investeren in de relaties onderling. Dat moet van beide kanten komen. Daarnaast vind ik het belangrijk om een veilige omgeving te creëren voor toneelschrijvers onderling, om jezelf beter te kunnen ontwikkelen en meer te laten zien in je eigen kracht.’

Het belang van onderling contact ziet Manten ook. ‘Sinds het openen van de Tekstsmederij is er meer opening gekomen. Er komen steeds meer initiatieven rondom schrijvers. Het allerbelangrijkste is de verbinding om elkaar te ontmoeten en een artistiek gesprek te voeren.’ Dat gesprek is ook nodig om de verantwoordelijkheid van de schrijver bespreekbaar te maken. ‘Bijvoorbeeld als het gaat om vrouwbeelden in voorstellingen of de eurocentrische blik die we hier hebben. Om dat aan te kaarten is ontmoeting en kwetsbaarheid nodig. Er is veel durf voor nodig om elkaar daar op aan te spreken. Die moed zie ik nu vooral bij twintigers en dertigers, daar word ik dan weer door geïnspireerd’, zei Manten.

Verrijking
Tijdens deze middag werd een brug geslagen tussen schrijvers in Vlaanderen en in Nederland. De positie van de toneelschrijver is in beide gebieden anders. ‘Een van de opvallendste verschillen is dat de meeste schrijvers in Vlaanderen ook makers zijn. Dat gaat heel erg samen’, legde Manten uit. Ook Stijn Devillé ziet dat verschil. ‘In Nederland heb je toch iets als de autonome schrijver. Dat lijkt me wel een voordeel dat je je meer op het schrijven kan focussen. In Vlaanderen moet je ook theaterproducent zijn als je schrijver bent, anders wordt je stuk niet gespeeld.’ Ondanks dat Devillé blij is als hij zijn eigen enscenering heeft gemaakt, vindt hij het ook een voordeel als het schrijven en spelen losgekoppeld wordt. ‘Ik vind het altijd een verrijking als stukken door andere regisseurs worden gemaakt. Dan blijken er dingen in te staan waarvan je niet wist dat ze erin stonden.’

De status van de toneelschrijver is bij onze omliggende landen vaak anders. De Duitse toneelschrijver heeft meer autoriteit en autonomie. ‘De afzetmarkt is anders, je wordt op veel meer plekken gespeeld’, zei Vekemans. Maar de relatie tussen regisseur en toneelschrijver is wel heel anders. ‘In Duitsland kun je situaties meemaken dat je pas op de première ziet wat er is gebeurd’, vulde Devillé aan. De Engelse praktijk is weer heel anders volgens Vekemans. ‘Er is een enorm respect, maar dat maakt de regisseur dan weer een beetje vleugellam. Het is bijna jouw woord is wet, daar mis je de gezonde uitwisseling tussen schrijver en maker.’

Het gesprek werd aangevuld door persoonlijke statements van toneelschrijvers Edna Azulay en Dounia Mahammed en dramaturg Peter Anthonissen, die in afsluitende break-out rooms verder besproken werden. De statements worden nog gepubliceerd op de website van het Vlaams-Nederlands huis voor cultuur en debat deBuren.

Foto: still uit de zoomsessie: Vlnr,vbnb: Wouter Hillaert, Martine Manten, Lot Vekemans en Stijn Devillé