De jaren van Het Nationale Theater, in regie van Eline Arbo, wordt door de verzamelde theatercritici het vaakst genoemd als beste voorstelling van het afgelopen seizoen. Dat blijkt uit de jaarlijkse critici-enquête die deze week verscheen in het Theaterjaarboek 2022-2023. Eline Arbo geldt over de linie als de meest populaire theatermaker van het seizoen: de ITA-productie Penthesilea, haar andere première vorig seizoen, staat op de tweede plek van meest genoemde voorstellingen. 

De redactie van het Theaterjaarboek vraagt jaarlijks aan alle critici die schrijven over het Nederlands theater een lijst in te vullen waarin ze reflecteren op het voorbije seizoen. 39 theaterjournalisten, variërend van auteurs voor landelijke dagbladen tot online platforms, vulden de critici-enquête dit jaar in. Samen schrijven zij over alle scenische podiumkunsten: van (jeugd)toneel tot musical, kleinkunst, opera en dans. Gevraagd werd onder meer naar beste voorstelling, gezelschap en performer en meest veelbelovende nieuwkomer.

De jaren wordt maar liefst zestien keer genoemd in de jaarlijkse lijst met seizoensfavorieten: behalve als beste voorstelling (7 keer) worden de scenografie (2 keer) en de ensembleleden (7 keer, waarvan drie keer de cast als geheel) er door de theaterjournalisten uitgelicht. Penthesilea kreeg in totaal tien vermeldingen: behalve als beste voorstelling (2 keer), werd de productie door vier journalisten uitgelicht vanwege de muziek (compositie: Thijs van Vuure). Ook het spel van Jesse Mensah en Ilke Paddenburg, de zang van Eefje Paddenburg en de scenografie (van Pascal Leboucq, lichtontwerp Varja Klosse) vielen positief op.

The Story of Travis van Theater Rotterdam en Well Made Productions wordt negen keer genoemd, waarvan door drie recensenten als beste voorstelling. De tekst van Esther Duysker werd met vier keer het vaakst genoemd als beste nieuwe toneeltekst van afgelopen seizoen, gevolgd door Vecht van Maxine Palit de Jongh, Ik zeg toch sorry van Erik Snel en Ayden Carlo en Women in Troy, as told by our mothers van Tiago Rodriques (die allemaal 3 keer genoemd werden).

Opvallend vaak genoemd werd ook Eefje Paddenburg, die begin dit jaar debuteerde bij het ITA-ensemble in de hoofdrol van Mijn lieve gunsteling. Maar ook ‘Ntianu Stuger, Alwin Pulinckx en Joep van der Geest werden door veel critici geroemd om hun spel.

Musicalrecensenten waarderen de tekst en muziek van De Mol en de Paradijsvogel van Opus One. Onder cabaretrecensenten zijn Patrick Nederkoorn en de duo’s n00b en Yentl en de Boer populair. Club Guy & Roni is het danscollectief dat het vaakst wordt genoemd, onder meer met de voorstelling Als het anders loopt (een coproductie met Het Houten Huis en plan-d).

De Nederlandse theaterkritiek werd in de enquête ook gevraagd naar verheugende nieuwe trends en grote ergernissen die ze in het seizoen hebben ervaren. Meerdere journalisten juichen de toenemende nadruk om het vrouwelijk perspectief toe. Ook de ontwikkeling van de regioproductie wordt positief ervaren. Verder waren de critici in het bijzonder enthousiast over de kwaliteit van theaterfestival De Parade en over Eline Arbo’s aanstelling als artistiek directeur van Internationaal Theater Amsterdam. Machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag in de sector werden door meerdere critici als meest ergerlijke theaterervaring genoemd.

Critici zelf kregen ook kritiek: recensent Jeroen van Wijhe ergerde zich aan ‘dooddoeners als ‘puur’, ‘kwetsbaar’, ‘perfect’ of ‘rauw’ in het beschrijven van musicals’. Musicaljournalist Sanne Thierens sluit zich daarbij aan. Haar grootste ergernis: ‘Musicalrecensies die reppen van ‘goed spel en zuivere zang’ of iets in die trant. Het zegt weinig en het behoort in een musical vanzelfsprekend te zijn.’

Om naast, tegenover en voorbij de lijstjes van de critici de geschiedenissen en voorkeuren van makers van kleur nog zichtbaarder te maken, presenteert het Theaterjaarboek dit jaar voor het eerst ook de (niet aan een specifiek seizoen gebonden) serie: ‘lijstjes van de eeuw’, met daarin de meest onvergetelijke voorstellingen van vijftien makers van kleur. Cosmic Theater wordt daarin met tien vermeldingen het vaakst genoemd, maar ook The Kingdom van Rufus Collins en Henk Tjon en hun latere theatergroep DNA worden vaker genoemd.

Foto De jaren: Fred Debrock