Een gepensioneerd theaterregisseur besluit een baan als taxichauffeur te nemen. Hij noemt zich ‘de rijdende rabbi’ en verzamelt verhalen van passagiers, veelal zijn het trieste of aangrijpende bekentenissen. Het is alsof de rijdende rabbi een klankbord nodig heeft voor zijn eigen beklemmende achtergrond: zijn vader werd kort na zijn geboorte in Auschwitz vermoord. Als baby van twee maanden moest de ik-figuur onderduiken, zogenaamd omdat hij slachtoffer was van het bombardement op Rotterdam. Zijn onderduiknaam was Wim Frankema.

Onmiskenbaar is theaterregisseur Leonard Frank (Groningen, 1942) hoofdpersoon van het autobiografische boek Struikelstenen, dat een verslag behelst van de zoektocht naar zijn vader. Die heeft hij nooit gekend, dus baseert hij zich op fictie, op dat wat had kunnen zijn, wie hij misschien was geweest. Eliazer Frank heet hij, zoon van een kachelsmid, woonachtig in Groningen. In het boek heet hij Leo wat zijn voornaam dichtbij die van de auteur brengt.

In Struikelstenen vertelt Frank verschillende verhalen door elkaar, wat bij vlagen een boeiend relaas oplevert, rauw en soms chaotisch verteld, springend in de tijd. Wie verwacht veel over Frank als oprichter en regisseur in de jaren zeventig van het legendarische toneelgezelschap Baal te lezen komt bedrogen uit. Er is een kleine verwijzing naar het beroemde Leedvermaak van Judith Herzberg dat over onderduik en onderduikouders gaat, vergelijkbaar met Franks ervaringen in de oorlog. In zijn jonge jaren wordt de ik-figuur vreemd aangekeken vanwege zijn zwarte haardos. Het antisemitisme en de vooroordelen jegens joodse mensen waren zelfs na de oorlog nog aan de orde van de dag.

Om zich daartegen te weren zocht Frank de beschutting op van een toneelgezelschap. Samen iets maken, een familie zijn, dat gaf hem gevoel van veiligheid. De enkele passages over de toneelgroep waartoe hij is gaan behoren zijn verhelderend, zoals deze: ‘In alle openheid nadrukkelijk tonen dat we bezig waren theater te maken. Het decor van een aantal kleedkisten waarin, voor het publiek zichtbaar, acteurs zich prepareerden voor hun volgende optreden. Nooit een levensechte afspiegeling van de werkelijkheid, integendeel, het toneel als kunstmatige wereld met min of meer werkelijke mensen die zo nu en dan, het liefst plotseling en bij verrassing, uitvergroot op elkaar reageerden.’ Naar speelstijl volgden de ‘toneelmensen’, zoals hij hen noemt, ‘een afgewogen en specifieke vorm, geen typering, eerder markant realisme, gebaseerd op een onderhoudende spanning en kleurrijke dynamiek’. Dat is treffend beschreven, ja, zo was Baal.

De zoektocht naar Leo Frank plaatst de auteur in verschillende etappen, die soms een ondertitel hebben, vaak ook niet. Zijn vader was een begaafd man, uiteindelijk niet ouder dan 36 geworden. Hij las boeken, studeerde rechten en filosofie, schreef artikelen, kende enkele vooraanstaande professoren van zijn tijd, woonde aan de Prinsengracht boven een drukkerij en was werkzaam bij de socialistische uitgeverij de Arbeiderspers, gevestigd op het Hekelveld, die onder meer dagblad Het Volk uitgaf.

Die etappen vallen samen met de taxiritten kriskras door Amsterdam die de ik maakt. Elke tocht brengt hem tegelijk ook dichter bij Leo, want de verhalen van de passagiers sturen zijn pogingen de niet-gekende vader in taal, verhalen, fantasie, anekdotes op te roepen. Met gusto en soms sensationeel beschrijft Frank hoe zijn vader in het verzet ging en NSB’ers liquideerde. Uiteindelijk wordt hij verraden en op transport gesteld via Westerbork naar de vernietigingskampen.

Het begrip ‘struikelstenen’ uit de titel refereert aan de Stolpersteine die de Duitse kunstenaar Gunter Demnig maakt ter nagedachtenis aan gedeporteerde joden. Het ontwerp behelst een messing plaatje dat voor het laatste huis ligt dat het slachtoffer uit vrije wil bewoonde, met slechts de naam erop en de levensdata. Je zou kunnen zeggen dat Franks boek ook een struikelsteen is, van woorden en van papier, om zijn vermoorde vader te herdenken.

Maar er is meer aan de hand in dit boek, het is meer dan gedenken alleen. Het is het onbekende, nooit genoteerde levensverhaal oproepen van een vaderfiguur. De rijdende rabbi is, behalve een uitmuntend luisteraar, een man van het theater, ook al is hij als regisseur gestopt. Het acteursbestaan bood hem gemeenschapszin en voldeed aan zijn behoefte aan een vorm van samenzweerderigheid. Een acteur noemt hij niet slechts een underdog, nee, de ‘underste dog van alle beroepen’, zelfs een ‘verschoppeling’. Juist daarom houdt hij van theater om samen met de verschoppelingen ‘verhalen op poten te kunnen zetten, verhalen te verbeelden, de fantasie vorm te geven en uit te buiten en om een leven naast het werkelijke leven te leiden’.

Dit alles is precies wat Frank in dit boek doet. Met fantasie een werkelijkheid creëren – de werkelijkheid van zijn vader. Die reconstructie maakt Struikelstenen spannend en extreem persoonlijk. De vondst van de rijdende rabbi is geweldig. Interessant is dat de toon van het boek eerder hard is dan gevoelig of sentimenteel. De ‘Proloog’ zet de toon: Frank beschrijft hierin het transport naar de concentratiekampen alsof duizenden mensen zich begeven naar een vrolijk festival, ook al rijden ze in veewagons. Dat komt hard aan. Dit beeld is zelfs shockerend te noemen, van mensen op weg naar de vernietiging waar ze een douche verwachtten: ‘Twee langgerekte linten bewegen zich traag richting het enorme gebouw waar de hoofdact plaats zal vinden.’

Ik zal niet prijsgeven wie de laatste passagier is van de rijdende rabbi. In elk geval heeft Franks gevoel voor theatraliteit hem de inspiratie gegeven een boek te schrijven dat heftig en bewogen is, vol explosieve zeggingskracht en grote thema’s die hij met ironie en zelfs cynisme in een onverwacht en soms zelfs pijnlijk perspectief plaatst. Het is wel de vraag waarom hij dit boek in eigen beheer heeft uitgegeven, met alle nadelen vandien. Het is slecht gebonden en vooral de vele typografische slordigheden gaan op den duur irriteren. Ook zijn voor de niet-ingewijde lezer de verwijzingen naar het toneelverleden niet altijd goed te volgen. De sprongen in tijd en vertelperspectief zijn aanvankelijk verwarrend, er is kortom geen redactie gevoerd. Misschien was het uit overtuiging dat Frank zelf zijn boek uitgeeft: omdat hij onafhankelijk wil zijn, vrijgevochten, willen schrijven wat hij wil. Daarvan getuigt hij op elke bladzijde, het boek heeft iets van een noodkreet: dit moest geschreven worden, hoe ongepolijst ook. Dat geeft het boek zijn kracht.

Struikelstenen van Leonard Frank. 150 pagina’s, € 17,99. Boekhandel de Dolfijn, Haarlemmerdijk 92 in Amsterdam, heeft het boek op voorraad. Portret: Roel Bogaards.