Weinig choreografen in Nederland gaan zo hun eigen gang als Emilie Gallier. Naast haar dansopleiding verdiepte zij zich in dansnotatie en artistiek onderzoek. Die drie aandachtspunten tezamen leveren een interessant oeuvre op van meestal in eigen beheer geproduceerde schetsen, opstellingen, installaties en voorstellingen, die het begrip van danstheater een hele eigen dynamiek geven.

Waar de meeste choreografen het lichaam van de danser centraal stellen, draait het bij Gallier om het lichaam van de toeschouwer. En waar veel dansmakers naar een zekere eenheid zoeken rond die centrale, excellent bewegende lichamen, organiseert Gallier juist verwarring.

Bij aanvang moet de toeschouwer een kaart trekken. Er zijn verschillende manieren om de voorstelling bij te wonen. Aan tafel bij de goochelaar, of op een stoel met een piepklein leeslampje en een al even klein boekje van eetbaar papier in je handen. Verder is het donker en hangen er overal toeschouwers rond, tussen de gordijnen die het speelveld omhullen. Er wordt gespeeld met woorden en met papier. Er is sprake van levitatie en andere onmogelijkheden.

In Papier Multiforme, Papier Comestible integreert de choreografe een aantal strategieën uit eerdere projecten tot een geheimzinnig, haast kannibalistisch voorstel. Opnieuw wordt er zij aan zij gelezen, en opnieuw verglijdt het idee van tekst naar dat van textuur, waarbij allerlei media, middelen en materialen tot leesvoer worden gebombardeerd, inclusief het eigen en andermans lijf.

In eerdere projecten als Sync (2011-2012) en Twist, in the body of the Big Spectator (2012-2015) spiegelde Gallier al de positie van de danser en de lezer, en probeerde eigenlijk die posities te laten uitwisselen en samenvallen. Uitgaande van de gelaagdheid van de ervaring, worden toeschouwers in al haar werk uitgenodigd om op verschillende ‘golflengtes’ in- en uit te tunen en zo hun eigen gang te gaan doorheen een landschap van vormen en uitingen.

Er ontstaat zo een enigszins filosofisch getinte speelkamer, waar al snuffelend links en rechts niet alleen vragen worden opgeworpen, maar ook een bewustzijn van zintuiglijkheid en lichamelijkheid op de voorgrond treedt. De voorstelling is zo bezien meer een score voor de toeschouwer, die concentratie en afleiding organiseert, perspectief en kijkrichtingen thematiseert, illusie en fascinatie stelt naast ontovering en het teruggeworpen worden op jezelf als meer of minder hongerig ingestelde toeschouwer.

Niet alleen verschillende vormen van zintuiglijkheid worden aangesproken, ook discipline-scheidingen en genrekenmerken worden ingezet. Papier Multiforme, Papier Comestible is een choreografie en een installatie, een mislukte tovertruc en een prentenboek om binnen te stappen.

Daarin speelt magie of illusie een cruciale rol. In samenwerking met de goochelaar Tilman Andris ontwikkelde Gallier papieren vormen die in en uit elkaar vouwen en voortdurend kunnen transformeren. Ze hangen samen met tovertrucs, waarbij het afleiden van de toeschouwer cruciaal is in het creëren van de illusie van onmogelijke of magische verplaatsingen. In plaats van speelkaarten of konijnen zijn het in Papier Multiforme, Papier Comestible kleine, onooglijke uitgespuugde bolletjes papier, die de performer Nina Boas versneld door tijd en plaats probeert te laten reizen.

Het boekje van eetbaar papier dat aan een ander deel van het publiek wordt uitgereikt door de tweede performer Camille Gerbeau heeft geen rug. Met het gestommel in het donker, tussen de stoelen met miniscule leeslampjes, is een kleine onhandigheid al gauw begaan. Fladderend banen de blaadjes van het boek hun weg van de knie over de vloer het duister in. Het is aan de lezer om in een willekeurige volgorde verder te lezen, een eigen orde aan te leggen of de oorspronkelijke compositie alsnog te reconstrueren.

Hoewel de poëzie van objecten en gestes, van stemmen, timbres en transformaties een intieme en fascinerende esthetiek genereren, laat de choreografe de toeschouwers ook behoorlijk in het duister tasten over de toedracht van het geënscèneerde. Een centraal punt van aandacht, thematisch of vormelijk, ontbreekt. Zoals in een droom heeft alles met alles te maken, maar ontbreekt er een centrale figuur, tenzij de lezer zichzelf tot thema durft te verheffen en zijn of haar eigen bewegingen wil gaan zien in samenspel met of als onderdeel van de voorstellen van Gallier.

De centrale aandacht zoals we die kennen van de oude circusact, waaraan veel dans appeleert in het centraal stellen van die ene fysieke beweging, wordt bij Gallier vervangen door een landschappelijke, theatrale architectuur, waarin op verschillende niveaus beweging plaatsvindt en deze bewegingen vanuit verschillende perspectieven als transformaties kunnen worden bezien. De toeschouwer wordt zo niet alleen lezer maar ook wandelaar.

De flux van aandacht en afleiding, lezen en duiden wordt door Gallier gevoed en onderbroken. Papier Multiforme, Papier Comestible vraagt een grote zelfwerkzaamheid van de toeschouwer, waardoor ook steeds de verschillen in affiniteit en betrokkenheid zichtbaar worden. Sommige toeschouwers verdwijnen in de voorstelling als een vis in het water of een kind op de rommelzolder. Andere worden onzeker of raken geïrriteerd door de toch enigzins anarchistische combinatie van verschillende uitgestippelde parcoursen en de niet altijd even expliciete uitnodiging om als lezer zelf aan de slag te gaan.

De individuele intimiteit van het lezen, wat zich afspeelt in de leunstoel met schemerlamp, het bed of de treincoupé, wordt door Gallier choreografisch gedeconstrueerd en in losse aspecten hernomen. De reis die vanuit de leunstoel wordt gemaakt, en de verzonkenheid of immersie zoals dat tegenwoordig heet, die daarmee gepaard gaat, worden bij Gallier een choreografisch speelveld voor allerlei bewegingen, verplaatsingen en transformaties – sommige letterlijk, andere denkbeeldig.

De beeldschone tekeningetjes van Jamillah Sungkar in het boekje van eetbaar papier geven op prachtige wijze het vertrek van de schrijver weer en stellen de rol van de lezer voor als eter. Juist op dat moment komt er een gigantische papieren rups voorbij schuiven over de vloer. Je zou kunnen denken aan de beroemde Verwandlung van Kafka, maar het is natuurlijk een algemeen feit dat niet alleen de tekst en de intensiteit van het lezen de lezer verandert, maar deze op zijn beurt als een gestaag-etende rups op weg naar verpopping zich ook de tekst toeëigent.

Het verdwijnen van de schrijver is niet alleen nodig om plaats te maken voor de lezer. De lezer wordt ook co-auteur in de manier waarop hij of zij het boek, de tekst of welk ander voer dan ook verorbert en verteert. In zekere zin is heel het werk van Gallier een uiterst poëtische relativering van het schrijverschap, en een choreografische pleidooi voor co-creatie.

Foto: Jamillah Sungkar