Daan van der Hoeven heeft gisteren de juryprijs van het 31ste Groningen Studenten Cabaret Festival gewonnen. Voor de eindronde waren alleen witte mannen geselecteerd. ‘Een dappere keus van de jury’, noemde finalist Tim Alpherts het ironisch. ‘Vorig jaar hadden ze drie mannen en drie vrouwen geselecteerd, maar toen won uiteindelijk een vrouw, en dat was natuurlijk niet de bedoeling.’

De drie kandidaten die uiteindelijk de finale haalden – Tim Alpherts (23), Daan van der Hoeven (29) en Luuk van der Vaart (25) – vertoonden wel meer overeenkomsten. Zo waren ze alle drie gekleed in een eenvoudig T-shirt plus spijkerbroek en kwamen ze allemaal uit de Randstad, meer specifiek uit Leiden en Amsterdam. Het leidde tot een behoorlijk eenvormige finaleavond, gisteren in de Groningse Stadsschouwburg. Cabaret is nu eenmaal een persoonlijkheidskunst en randstedelijke witte mannen tussen de twintig en dertig jaar hebben uiteindelijk toch meer met elkaar gemeen dan ze waarschijnlijk willen toegeven.

Het was niettemin ook een heel vermakelijke avond. Alle drie de finalisten wisten het publiek goed te bespelen en regelmatig aan het lachen te krijgen. De jury prees dan ook het hoge niveau van de deelnemers dit jaar. Zij verkoos Daan van der Hoeven tot winnaar en loofde de Persoonlijkheidsprijs uit aan Tim Alpherts. Luuk van der Vaart ging er vandoor met de Publieksprijs.

Van der Hoeven mocht de finaleavond openen. Hij bracht een coherente voorstelling, waarin de kritische boodschap dat we ons teveel laten bepalen door hoe we eruit zien en wat voor werk we doen de rode draad vormde. Dat leidde tot grappige scènes over gezondheidsgoeroe Fajah Lourens en een administratief medewerker die de held van een kinderserie wordt. Van der Hoeven durfde ook ongemak op te roepen bij zijn publiek door net iets te gedetailleerd te vertellen over zijn puberale onzekerheden. Dit maakte zijn optreden spannend en het winnen van de juryprijs terecht. Hij moet wel oppassen met zijn typetjes. Die zijn soms wat te gemakzuchtig. Een plat pratende Rotterdammer, dat weten we nou wel.

Als tweede trad Alpherts aan, de jongste van het stel. Zijn voorstelling was vooral spannend door de originele afwisseling van stijlen en vormen: rap naast het meer klassieke cabaretlied naast een imitatie van Japanse stemmetjes. Alpherts was helaas niet altijd even goed te verstaan en sprong soms iets teveel van de hak op de tak. Wat dat betreft voelde de Persoonlijkheidsprijs voor hem als passend: Alpherts heeft zeker iets nieuws en eigens te bieden binnen het huidige cabaretlandschap, maar hij moet nog (flink) groeien.

Van der Vaart was als laatste aan de beurt. Zijn optreden begon met een verhaal over zijn afwijzing bij de toneelschool. De man van de auditiecommissie had al na drie minuten geconcludeerd dat hij emotionele bagage miste. ‘Toch knap dat hij dat zo snel kon zien’, sneerde Van der Vaart. Hij ging toen maar theaterwetenschap studeren, een studie die eigenlijk niks voorstelt, volgens hem. Van der Vaart zet zichzelf zo als de ultieme loser neer, maar hij doet dat op een iets te veilige manier. In tegenstelling tot bij Van der Hoeven wordt het nergens echt pijnlijk en daarmee blijft zijn podiumpersoonlijkheid wat vlak.

Het cabaret van alle drie de finalisten zou als navelstaarderig kunnen worden  getypeerd. De basis vormt steeds een vastgelopen zoektocht naar de eigen identiteit en een grote onzekerheid over de eigen positie in de wereld. Maar juist die zoektocht en die onzekerheid lijken ook symptomatisch voor onze tijd. Deze drie jonge mannen zitten daadwerkelijk vast in onbetaalde stages en onbeduidende bijbaantjes. Ze hebben geen glanzende carrièreperspectieven in het verschiet liggen, maar krijgen wel voortdurend te horen dat ze het succes in hun leven in eigen hand hebben. Hun verhalen zeggen wat dat aangaat misschien wel meer over de huidige maatschappij dan we zouden willen.

Foto Daan van der Hoeven: Groningen Studenten Cabaret Festival