Speel ik louter om een boodschap over te brengen of is het spelen zelf de boodschap?’ Dat is een vraag waarmee zij die ochtend wakker wordt, Ada Peeters, actrice, schrijfster en ik-figuur uit Zij., debuutroman van Vlaams actrice en schrijfster Maaike Neuville. Maar terwijl Peeters bij zichzelf een eind weg filosofeert in haar zoektocht naar antwoorden, ben je als lezer inmiddels even in de ban van deze: in hoeverre is Peeters het alter ego van Neuville? Offer your experience as your truth is het motto dat van een van de eerste pagina’s spat, en ook daarom al ben je geneigd aan te nemen dat dat grotendeels het geval is. En dat dit relaas over grensoverschrijdend gedrag in de theaterwereld ook dat van Maaike Neuville is.

Zij. heeft de vorm van één dag uit het leven van Ada, vanaf het moment dat ze wakker wordt en zich voorbereidt op het spelen van een zelfgeschreven solo in een andere stad, tot en met dat ze, midden in de nacht, weer thuiskomt. In die ene dag passeert een leven van pakweg 39 jaar de revue; kinder- en pubertijd, de jaren op de toneelschool, het volwassen bestaan van een niet onsuccesvol actrice, met ook tv- en filmwerk op haar naam; flarden, herinneringen, momentopnames, gaandeweg het boek steeds duidelijker getekend door seksuele intimidatie.

Het meest bepalend hierin is de relatie met een beroemd acteur; hij die een telefoonboek nog tot leven zou kunnen brengen op scène; hij (38) die ook rondloopt op de toneelschool en met haar (18) een geheime verhouding aangaat. Een gebeurtenis die twintig jaar later nog steeds tot gevolg heeft dat ze hoopt dat hij in de zaal zit – en ziet hoe ze het echt helemaal heeft gemaakt. Zelf.

Met een solo wel te verstaan dus, een monoloog waarin ze Ifigeneia woorden geeft. Ifigeneia, het geofferde meisje dat onverwacht instemt met haar eigen dood terwijl ze in eerste instantie niets liever wilde dan het leven ten volle omarmen. Ada laat haar de dingen zeggen die Euripides verkoos verhuld te laten. Ada geeft haar haar stem.

Een wat voor de hand liggende metafoor voor Ada’s eigen verhaal misschien, maar Neuville laat de opvoering van haar stuk op deze ene dag wel een mooi kantelpunt zijn. Vlak voor ze op moet, in de periode waarin het publiek binnendruppelt en zij nog in het duister gehuld de zaal in kijkt, haalt Ada zich de gebeurtenissen razendsnel voor de geest in wat dan een heel spannend (midden-)stuk van het boek is.

De korte tijd die ze heeft, de podiumangst, net nog genoeg tijd om te kunnen plassen – en dan het verhaal van die ongelijkwaardige, voor haar onfortuinlijke liefdesgeschiedenis: het zet alles op scherp en betekent het begin van bewustwording, aanvaarding en wellicht genezing. Goed getroffen is de aarzeling, de twijfel, de ontkenning, de verdringing. De verhouding was spannend, de seks was goed – maar de mentale gevolgen letterlijk niet te overzien. Het inmiddels befaamde grijze gebied heeft Neuville op deze manier sterk in kaart gebracht.

Daarbij blijft ze in Zij. ver van een klagerige of juist woedende toon, al komen er geleidelijk steeds meer ‘voorvallen’ aan het licht: op de amateurtoneelclub, tijdens het babysitten, een keertje liften samen met een beste vriendin, een bezoek aan een (fysio-) therapeut.

Eerder dan terugslaan met een heftig egodocument op hoge toon, heeft Neuville gekozen voor een zorgvuldig geconstrueerde opzet met een enigszins op zichzelf staande proloog, en een poëtische coda. Tegelijkertijd wemelt het boek van observaties en vergelijkingen die de lezer een kijkje moeten bieden in wat er omgaat in de opmerkzame gevoelsmens die Ada is – en die komen soms behoorlijk gekunsteld over. Zoals in een passage over zomaar een jochie en zijn moeder: ‘haar hand doet met zijn kortgeschoren achterhoofd wat een schansspringer met een besneeuwde helling doet. Shshluuusj.’ Of de eindeloze opsomming van wat er tijdens een fietstocht of treinreis al niet opvalt, als: ‘de elektriciteitsdraden dansen hun dans, open, toe, samen, apart, vogels, paal, even niks, en terug, open, toe, samen, apart, vogels, paal, pam pam pam en de wolken gaan trager, veel trager’.

Ada’s meest rake overpeinzingen betreffen de theaterwereld. En zichzelf, daarin. ‘Wat als je het (noodlot) met gespreide armen tegemoet loopt? Want al hadden al zijn vrienden en collega’s (..) in koor geroepen: doe het niet, blijf kind!, ik had het toch gedaan. Uit overmoed. Misrekening. Verblinding.’ Gelukkig leert ze ook lief te zijn voor dat kind, voor zichzelf. Want dat gun je haar intussen.

Zij. van Maaike Neuville is uitgegeven bij de De Bezige Bij, 176 pagina’s, € 21,99.