Vanavond is de Nederlandse première van Prima Facie, de bekroonde toneeltekst uit 2019 van voormalig jurist en theaterauteur Suzie Miller. Deze solovoorstelling over seksueel misbruik ging in première in Sydney en was later onder meer op West End en Broadway te zien. De enscenering van het National Theatre met Jodie Comer was vorig jaar in de zomer te zien in de Nederlandse bioscoop. In Nederland is het nu aan Maria Kraakman om deze boeiende rol te vertolken, in regie van Eline Arbo.

De tekst heeft een aantal opvallende raakvlakken met Girls and Boys, de toneelmonoloog van Dennis Kelly uit 2018, die twee jaar geleden de Nederlandse première beleefde bij Theater Oostpool, met een ijzingwekkende Hadewych Minis in de hoofdrol. Ook daarin staat een sterke vrouw centraal, die kapot wordt gemaakt door een man, in een wereld waarin systemische ongelijkheid tussen mannen en vrouwen expliciet en impliciet in stand wordt gehouden.

In beide gevallen draait het om Angelsaksische monodrama’s die furore maakten op (onder meer) West End en Broadway, en door de nieuwe generatie (vrouwelijke) regisseurs die onze grote gezelschappen leiden (Daria Bukvić, Eline Arbo) voor Nederlands publiek worden ontsloten. Keken toonaangevende regisseurs en artistiek leiders lange tijd veel in de richting van Duitsland en Scandinavië, de laatste jaren beleeft het Angelsaksische toneelrepertoire een revival op de Nederlandse planken. Grote gezelschappen ensceneerden onder meer The Children van Lucy Kirkwood, Skylight van David Hare, The Flick van Annie Baker en, heel recent, Disgraced van Ayad Akhtar en Cock van Mike Bartlett.

Allemaal realistisch ingestoken, taalgedreven drama’s die zorgvuldig toewerken naar een grote, emotionele omslag. Werk waarin acteurs (zoals Jodie Comer, en ongetwijfeld straks ook Maria Kraakman) kunnen floreren, maar die in taal en dramaturgie soms ook iets voorspelbaars houden. In vergelijking met het meer open dramaturgische Duitstalige werk of het poëtische, ingedikte werk van veel Nederlandse auteurs, voelen deze stukken soms, oneerbiedig gesteld, wat braafjes aan.

In Prima Facie is hoofdpersonage Tessa opgegroeid in een arbeidersmilieu, maar heeft zich opgewerkt tot een succesvol strafrechtadvocaat, die gespecialiseerd is in zedendelicten. Ze is competitief; een eigenschap die vanaf de eerste dag van haar studie door een decaan extra wordt aangemoedigd. ‘One of the three of you will fail. Make no mistake. You are all in competition with each other. You are not friends, you’re fighting each other. The game starts now.’ Ze blijft haar werk als wedstrijd zien, zij en haar collega’s ‘winnen’ een zaak, of worden tweede. Verliezen zit niet in hun vocabulaire.

En dat heeft een reden, blijkt gaandeweg het stuk: mannen. Mannen hebben de wet vormgegeven, het recht en de omgang daarmee, de mores en ethiek van de advocatuur is een rechtstreeks resultaat van de patriarchale cultuur waarin die tot stand is gekomen.

Maar dat realiseert Tessa zich pas als ze zelf als slachtoffer (‘VERMEEND slachtoffer’) van een zedendelict in de rechtszaal wordt verhoord. Aanvankelijk voert Suzie Muller een zelfverzekerde vrouw op, die staat achter het werk dat ze doet. Ze verdedigt beschuldigden van zedendelicten en ze is uitstekend in staat geen moreel oordeel over hen te vellen of zich af te vragen of ze al dan niet terecht worden vrijgesproken. ‘A good lawyer just tells the best version of their client’s story.’ Het is niet haar taak om te weten wat er daadwerkelijk is gebeurd, maar juist om dat niet te weten. Er bestaat geen echte waarheid, is haar overtuiging, alleen ‘juridische waarheid’.

Because it’s not just your case,
it’s the law that’s at stake.

And the law is there to protect everyone.

Totdat ze aan den lijve ondervindt hoe de – door mannen geconstrueerde – wet er niet voor haar blijkt te zijn. Na een korte, flirterige aanloop met spontane seks op kantoor, gaat ze op date met een collega-advocaat. De onderlinge sfeer is speels en spannend, ze drinken, veel, en ze nodigt hem uit bij haar thuis. Ze vrijen, het is ‘heet en sexy’, totdat ze ziek wordt, moet overgeven, zich vies voelt en toch geen seks wil.

I feel myself leave my body.
This is not happening.

Not happening.
I should find a way to want this,
or scream.

But I can’t scream,
his hand is over my mouth.
I feel such panic,
I’m struggling to get out from under him.

It goes on and on.

Na deze ijzingwekkende scène, door Miller in trefzekere taal gevangen, en de verwarde en pijnlijke aangifte die erop volgt, schiet de tekst ruim twee jaar verder. Tessa’s zaak komt voor, de rollen zijn nu omgekeerd, zij is degene die uit evenwicht wordt gebracht, op inconsistenties wordt gewezen in haar verhaal. Ze wankelt, raakt gedesoriënteerd, maar herpakt zich en vuurt terug in een betoog waarin ze uiteenzet hoe het rechtssysteem een door mannen opgetuigd construct is en wat daarvan de consequenties zijn: als vrouw staat ze bij voorbaat op achterstand. Haar gevecht voert ze niet alleen tegen de dader die haar verkrachtte, maar ook tegen het systeem dat haar zou moeten beschermen, maar in plaats daarvan hém van munitie voorziet.

The law of sexual assault spins on the wrong axis.
A woman’s experience of sexual assault
does not fit the male-defined system of truth.
So it cannot be truth,
and therefore there cannot be justice.

The law had been shaped
by generations and generations of men.

Prima Facie wordt soms wat theoretisch en afstandelijk, enerzijds door de letterlijkheid van de tekst en het onopgesmukte, dagelijkse idiolect van haar personage, anderzijds door het filmische karakter waarin veel door tijd en ruimte wordt gesprongen. Miller is op haar sterkst als ze haar personage in het hier en nu laat zijn, en haar met relatief weinig woorden een situatie laat herbeleven. Te meer omdat er dan voor een actrice veel te spelen valt.

Dat haar woorden toch ontzettend binnenkomen, komt omdat je de theorie direct kan koppelen aan (de emoties van) het personage en haar geschiedenis, en het systematische onrecht daarmee schreeuwend urgent wordt. Prima Facie is een indringende monoloog en zo lang zoveel vrouwen nog te maken krijgen met seksueel geweld, vooral ook een zeer belangrijk verhaal.

One in three women.
Look to your left,
look to your right,
one of us…

Prima Facie door Suzie Miller, Nick Hern Books (2022) ging op 30 november in Nederlandse première bij Internationaal Theater Amsterdam, in vertaling van Anna Sijbrands.