À 2 mètres van ADM vzw is zowel een pleidooi voor inclusiviteit in de circuswereld als een performance over de veerkracht van de mens. De makers laten zien hoe een fysieke beperking verdieping kan geven aan de traditionele vorm van circuskunst.

Jesse Huygh komt op en meet met een klein clipje op zijn vinger het zuurstofgehalte in zijn bloed en zijn hartslag. De waarden zijn stabiel. Achter hem staat een Chinese mast van zes meter hoog. Hij klimt er op een ogenschijnlijk simpele manier in en doet een korte act op hoogte. Opnieuw meet hij zijn hartslag en zuurstofgehalte – de waarden zijn nu respectievelijk flink gestegen en flink gezakt. We komen te weten dat Huygh een genetische longziekte heeft, genaamd mucoviscidose (ofwel taaislijmziekte). Zijn longcapaciteit is velen malen kleiner dan die van iemand met gezonde longen.

Hij klimt opnieuw de paal in, maar zijn fysieke grens wordt al snel bereikt en hij moet pauze nemen om op adem te komen. Dan staat uit het publiek een vrouw (Rocio Lemineur) op in een wit pak, op haar rug draagt ze een zuurstoftank. Ze brengt rustig het zuurstofslangetje bij hem aan en nodigt hem uit om samen de paal te beklimmen: met haar én de zuurstoftoevoer.

Ze zwieren om elkaar heen en zijn niet bang om met de zuurstofslang in de knoop te raken. Het is een ontroerende bewegingssequentie vol vertrouwen en durf. Wanneer de zuurstofslang in de knoop raakt, lossen ze de knoop rustig op met een zwier rond de paal. Het moment waarop Lemineur van bovenaan de paal zichzelf inclusief zuurstofmachine laat vallen, en zich net boven de vloer opvangt, zonder dat ze de zuurstoftoevoer naar Huygh verliest, zorgt voor kippenvel.

Huygh zet in deze performance zijn fysieke beperking in om zijn circuskunst te deconstrueren: we worden bewust van hoeveel circusartiesten eigenlijk van zichzelf en hun lichaam vragen. Tegelijkertijd voegt hij er een nieuwe dimensie aan toe door vragen op te roepen over hulp nodig hebben en die durven ontvangen. Het accepteren van de hulp valt samen met het onder ogen zien van de beperkingen van zijn lichaam.

In het daaropvolgende fysieke duet geven de performers vorm aan de worsteling met die acceptatie van zijn beperking. Lemineur verbeeldt het ene moment een hulpverlener, het andere moment de ziekte zelf. Ze hangt als een blok aan Huyghs been, ze houdt hem vast, ondersteunt hem en hij duwt haar weer ruw weg. Op het ene moment is hulp heel welkom, maar het volgende moment verstikkend. Hun speelstijl is grotesk en theatraal, wat hier en daar een beetje afleidt van de sterke inhoud. Wanneer de performers geen extra nadruk geven aan de dramatiek en intensiteit van hun verhaal maar vertrouwen op de soberheid en oprechtheid, maakt hun performance het meeste impact.

Die oprechtheid dringt zich naarmate hun bewegingsduet vordert vanzelf aan hen op: Huygh krijgt het lichamelijk steeds moeilijker. Zijn ademhaling gaat sneller en zijn borstkast beweegt hard op en neer. Het is spannend om te zien hoe hij steeds dichter bij zijn lichamelijke grens komt. Omdat het fysieke gevaar voelbaar wordt, ontstaat er direct een gevoel van empathie en zorg in de zaal.

Huygh eindigt na het duet zittend op de vloer, buiten adem, hoestend. Hij kan niet anders dan rust pakken en tijd nemen om op adem moet komen. Er gebeurt even helemaal niets. Hij vertelt dat hij vroeger altijd sorry zei op de momenten wanneer hij en zijn publiek op zijn lichaam moest wachten. Hij heeft nu besloten om niet meer sorry te zeggen, maar dankjewel. ‘Dankjewel voor jullie geduld. Dankjewel dat jullie samen met mij wachten tot ik weer voor jullie kan performen.’ Het levert een ontroerend moment op, waarin Huygh zich kwetsbaar durft op te stellen. Het is een zachte oproep om empathie en een uitnodiging om mee te bewegen met het tempo van een ander.

In de laatste scène klimt hij, met de zuurstofmachine op zijn rug, gefocust en rustig de zes meter lange paal omhoog. Hij eindigt erbovenop, met zijn ogen gesloten en een glimlach op z’n gezicht. Hij heeft zijn beperking omarmd en met wat hulp de top bereikt. À 2 mètres laat zien dat juist het delen van de kwetsbaarheid van een lichaam een enorme verrijking is voor circuskunst.

Foto: Patrick Lemineur