Voor wie wel eens klaagt over slechte zitplaatsen is Into Thin Air van Panama Pictures een prima remedie. Drie mannen proberen zich staande te houden in een zwevende, gekantelde tribune. De vraag is dan natuurlijk of ze dat gaat lukken, maar ook: hoe gaan ze elkaar binnenboord houden?

De trap in kwestie (ontworpen door scenograaf Sammy van den Heuvel) hing al eerder in de lucht tijdens de voorstelling The Future Is Not What It Used To Be (2020) en ook hier is de ongrijpbaarheid van de voorbijgaande tijd zichtbaar. Zonder iets te weten over de verwijzing kun je in het beeld al snel een allegorie zien voor de tijd waarin we leven: een waarin de toekomst steeds onzekerder lijkt te worden en de vaste grond onder je voeten weg lijkt te zakken. 

Maar er is ook gelijk iets hoopvols in het beeld. Als een van de drie mannen van de trap lijkt te vallen, weet het geschrokken publiek gelijk wat hier de spelregels zijn: deze mannen kunnen vallen en moeten ontdekken hoe ze overeind blijven. Tarek Rammo, Francesco Barba en Jefta Tanate houden elkaar vast en zoeken samen naar manieren om met de wankele structuur om te gaan. Zo komt er een mooie dualiteit tussen dreiging en hoop in het beeld: het gevaar van de architectonische structuur enerzijds en de solidariteit van drie performers anderzijds.

Choreograaf Pia Meuthen werkt op het snijvlak tussen choreografie en acrobatiek, en dat is ook hier duidelijk te zien. Rammo, Barba en Tanate verkennen al dansend de ruimte waar ze zich toe moeten verhouden en zoeken naar de uitdagingen in de structuur, de plekken waar er echt iets op het spel komt te staan en het publiek op de punten van hun stoelen gaan zitten. De bijna-val naar voren is eng, maar wat te denken van een bijna-val naar achter vanaf het hoogste punt? En wat gebeurt er eigenlijk als er iemand ook echt ‘valt’?

Die ontdekking van de structuur levert echter te weinig spanning op voor het halfuur dat Into Thin Air in beslag neemt. Hier gaan de verwachtingen van choreografie en acrobatiek met elkaar wringen. Bij het laatste verwacht je een stijging van spanning, gevaar of complexiteit en de opluchting van een acrobaat die het toch allemaal oplost, maar halverwege de voorstelling lijkt de structuur niet veel geheimen meer over te houden. Je weet dat de drie mannen elkaar ondersteunen en je weet wat de gevaren zijn, maar je weet ook dat als er een valt, hij weer via de structuur aan de onderkant naar boven komt klauteren.

Wat blijft is het aftasten van de ruimte door beweging, maar er staat niet echt meer iets wezenlijks op het spel. Dat is jammer, want de scenografie van Van den Heuvel, gekoppeld met de bewegingstaal van Meuthen vatten hier een ervaring waar velen zich in zullen herkennen en die naar meer smaakt.

Foto: Lores