Vandaag maakt festival De Parade de programmering voor de aankomende editie bekend. Na twee jaar is er dit jaar eindelijk weer een reguliere Parade. Van half juni tot eind augustus trekt het rondreizend zomerfestival langs Eindhoven, Den Haag, Utrecht en Amsterdam. Directeur Nicole van Vessum heeft uit de coronaperiode meegenomen dat ze met behulp van subsidies kwetsbare groepen, zoals jonge theatermakers, toch de mogelijkheid kan bieden om zich te positioneren.

Zorg: ‘Hoe komen we als festival aan het noodzakelijke startkapitaal?’
‘De afgelopen tijd heb ik me voornamelijk financiële zorgen gemaakt. We zijn als festival niet gesubsidieerd, en daardoor zijn we de afgelopen twee jaar tussen de meeste steunmaatregelen door gevallen – ook omdat we voornamelijk met zzp’ers werken. Uiteindelijk hebben we met veel moeite steun gekregen van het Kickstart Cultuurfonds en hebben we eenmalig hulp en noodsteun gekregen van de gemeenten.

‘Voor het opzetten van deze editie zijn we een lening aangegaan bij Cultuur+Ondernemen. Dat was noodzakelijk: om een festival te organiseren en alle mensen die dat doen te kunnen betalen, heb je een startkapitaal nodig. Dat kapitaal hadden we vanwege de alternatieve opzet van afgelopen jaar, waar veel minder mensen heen konden, nu zelf niet. Daarnaast zijn we bezig met een aanvraag bij de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE), dat steun biedt aan organisatoren van evenementen die niet in aanmerking komen voor de garantieregeling, omdat ze niet hier niet voor verzekerd waren – dat gold voor ons, maar ook voor veel andere zomerfestivals.

‘Uiteindelijk is een grote zorg natuurlijk of het festival überhaupt doorgaat, maar daar gaan we maar vanuit. En als we doorgaan, ben ik er ook van overtuigd dat het publiek de weg naar De Parade weet te vinden en we het vanaf dan gewoon gaan redden.’

Hoop: ‘Met subsidies kunnen we jonge makers een plek bieden om zich te positioneren’
‘Vorig jaar hebben we noodgedwongen een aangepast model moeten toepassen, waarbij publiek een pakket kocht met meerdere voorstellingen en eten. De artiesten hebben we toen kunnen uitkopen: normaal staan ze op eigen risico op ons festival, maar dat konden we ze toen niet vragen. Dit jaar staan de meeste artiesten weer gewoon op eigen risico, maar jongste makers proberen we nu weer een garantiebedrag geven. Dus we zijn daar voor het eerst subsidies voor gaan aanvragen, onder andere bij Diorapthe en een aantal gemeentes. Juist die jongste, kwetsbare groep van pas afgestudeerde makers willen we een plek en een zekerheid bieden.

‘Daardoor heeft onze programmering dit jaar meer jonge theatermakers dan eerder, zoals Tim & Tarik, Gavin-Viano, Koen Verheijden, Gouden Bergen, COLLECTIET of Nanine Maria Kok. Je kan die programmering ook vol zetten met bekende namen, dan weet je dat er publiek op afkomt, maar ik voel juist nu een grote verantwoordelijkheid om nieuw talent te positioneren, makers die zich de afgelopen jaren nauwelijks hebben kunnen presenteren – ook omdat het ITS is gestopt. Waar ontmoeten pas afgestudeerde makers elkaar, en het publiek? Ik overweeg om De Parade bijvoorbeeld in Amsterdam een dag langer te laten staan om alsnog een soort afstudeerdersfestival te organiseren, als we daar financiën voor vinden.

‘Ook in de aanloop naar het festival, tijdens De wereld van de Parade in de Tolhuistuin, presenteren we alvast een aantal jonge makers die straks op het festival staan, zoals performer Gavin-Viano en mimers Mher en Meghan. Daar kunnen ze alvast warmdraaien, het is een soort proeftuin voor onbekend talent dat we alvast aan het publiek willen presenteren. Wij zijn niet alleen belangrijk voor de jongste makers, maar zij ook voor ons. Dus we willen echt structureel meer ruimte voor ze maken.’

De volledige programmering van 2022 staat op de website van de Parade. Foto: Birgit Bijl